Blad 4
Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997
De Voorzitter: Ik denk dat ik kan volstaan met een kort
antwoord, omdat de gemeenteraad straks over dit onderwerp
kan spreken.
Het gaat inderdaad ten koste van enkele stukjes grond van
aanwonenden/aanliggenden. Het gaat hier overigens over een
betrekkelijk gering aantal vierkante meters en uiteraard
zullen wij daar, als het even kan in goed overleg, tot een
zorgvuldige prijsstelling komen.
De opmerking van de heer Bosma dat er geen parkeergelegen
heid zal worden gerealiseerd voor een aantal aanwonenden is
niet juist, want parkeergelegenheid is wel degelijk onder
deel van het plan. Ik denk dat je zou kunnen zeggen dat er
nauwelijks verschil is tussen de huidige kwantitatieve par
keervoorziening en de toekomstige situatie.
Er zullen uiteraard aparte voorzieningen worden getroffen
tijdens de realisatie, want het is de enige weg en ik kan
mij ook niet voorstellen dat wij het ons kunnen permitteren
om het gebied ten noorden van Leeuwarden - Stiens, Holwerd
en dergelijke - geheel uit te sluiten van de mogelijkheid
om Leeuwarden te kunnen bereiken, tenzij zij over Dokkum
enz. moeten. Dat zal niet aan de orde zijn. Het is inder
daad gebruikelijk om bedrijven en aanwonenden vroegtijdig
in kennis te stellen van het moment waarop de uitvoering
zal gaan plaatsvinden en op welk wijze dat zal gebeuren,
zodat wij in goed overleg ook kunnen bezien zo weinig moge
lijk overlast tot stand te brengen.
Punt 2
De Voorzitter: Aan de orde is Vragenhalf-uurtje voor raads
leden
De heer Meerdink: De vraag heeft te maken met de berichtge
ving over het subsidie aan ANOZ, de ziekteverzekeraar. In
de Leeuwarder Courant van 8 maart jl. hebben wij kunnen le
zen dat de ANOZ geld krijgt van de gemeente, dat komt uit
het Stimuleringsfonds Werkgelegenheid, in 1993 ingesteld.
B. en w. heeft ook de bevoegdheid daar geld uit te geven,
dat komt ook regelmatig aan de orde in de Commissie Econo
mische en Sociale Zaken, onlangs nog op 27 januari jl.
Waar het om gaat in dit geval, is dat er nu in de openbaar
heid gekomen is om welk bedrag het gaat. Het is altijd las
tig met een punt, dat meestal in een besloten vergadering
behandeld wordt, om daar in de openbaarheid over te praten,
maar het lijkt mij in ieder geval dat je over de criteria
en de uitgangspunten van beleid ook in een openbare verga
Blad 5
Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997
dering moet kunnen praten. Wat ik graag zou willen weten is
het volgende
Van bestuursorganen wordt verwacht dat ze behoorlijk bestu
ren. Dat brengt met zich mee dat ze in gelijke gevallen tot
gelijke besluiten zullen komen en dat ze niet willekeurig
handelen. In hoeverre levert de bijdrage aan ANOZ het risi
co op dat andere verzekeraars in het bijzonder en in het
algemeen andere bedrijven achteraf nog met een claim zullen
komen op een bijdrage uit dit fonds.
Een tweede vraag. In hoeverre is in dit concrete geval de
hoogte van het bedrag mede tot stand gekomen door biedingen
van de gemeente Smallingerland, die in het aangehaalde
persbericht bij monde van de burgemeester haar verbazing
uitspreekt over de hoogte van de bijdrage van de gemeente
Leeuwarden. Je krijgt een beetje de indruk uit berichten in
de krant dat het eigenlijk van de zotte is dat Leeuwarden
geld gegeven heeft en dat Drachten zoiets nooit zou willen
doen.
Graag een antwoord op deze vragen als het mogelijk is.
De Voorzitter: In de krant is de suggestie naar voren geko
men als zou Smallingerland nimmer stimuli voor handen heb
ben om bedrijven te lokken dan wel uit te nodigen te blij
ven. Dat is natuurlijk niet waar en dat weten wij allemaal.
In die zin is het geen bijzondere positie waar Leeuwarden
over praat en ook niet de provincie.
Overigens is Smallingerland niet echt in beeld geweest waar
het de discussie over ANOZ betreft. Het ging feitelijk tus
sen Groningen en Leeuwarden. Wij hebben samen met de pro
vincie gemeend om deze actie en dit besluit te moeten ne
men
De heer Meerdink vraagt of dit maatgevend is voor voorko
mende gevallen, al dan niet achteraf, zoals hij dat gefor
muleerd heeft. Ik denk het niet. Ik denk dat iedere keer
per afzonderlijk besluit zal moeten worden beoordeeld of en
in hoeverre een premie, als men het zo zou willen noemen,
gerechtvaardigd is.
In de commissie wordt regelmatig gerapporteerd - alhoewel
het een bevoegdheid van b. en w. is - over de wijze waarop
het college met die bevoegdheid is omgegaan. Voor zover mij
bekend is dat inderdaad recent ook gebeurd en is daarbij
het voornemen ANOZ ook als zodanig onderwerp van gesprek
geweest. In ieder geval was dat daarbij betrokken. In die
zin is men tijdig geïnformeerd over ons voornemen en ik heb
begrepen dat de commissie daar in ieder geval mee heeft in
gestemd.