Blad 8
Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.met inachtneming van de aange
brachte wijzigingen.
Punt 7 (bijlage nr. 24)
De Voorzitter: Aan de orde is Voorbereidingsbesluit ex ar
tikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening ten behoeve
van de aanleg van een busbaan ca. langs de Mr. P.J. Troel-
straweg te Leeuwarden.
Mevrouw Inberg: De D66-fractie is van mening dat iedere ge
legenheid om het openbaar vervoer te stimuleren moet worden
aangegrepen. Het aantrekkelijk maken van het noordelijk
busvervoer in en uit Leeuwarden is een van die gelegenhe
den. Dat het aanleggen van een busbaan niet het totale au
tomobiliteitsprobleem verhelpt, is ons daarbij duidelijk,
maar iedere rijder die uit de auto komt en de bus pakt,
helpt mee aan het verminderen van de uitstoot van vervui
lende uitlaatgassen. Dit wil niet zeggen dat rigoureuzere
maatregelen op landelijk niveau niet meer genomen hoeven te
worden, in tegendeel. De gemeentelijke pogingen om het au
toverkeer terug te dringen zullen des te meer vanuit Den
Haag met bredere maatregelen moeten worden ondersteund. Het
is immers nu nog zo dat wij er zelfs niet in slagen de
groei van de vervuiling af te remmen.
De D66-fractie steunt vooral om deze reden de aanleg van de
busbaan. Bijkomende voordelen zijn daarbij de tijdwinst
voor het openbaar vervoer per busrit. Dat tevens de door
stroming van het particulier autoverkeer beter wordt, is
een bijkomend voordeel.
Voor de D66-fractie is het een belangrijk punt dat nu ook
de tweede fase van het snelfietspad aangepakt kan worden en
het samengaan met de aanpak van de riolering aan de Troel-
straweg lijkt ons voor de bewoners een hele goede zaak.
Ik wil tevens nog even van de gelegenheid gebruik maken om
toch weer een pleit te houden voor het mogelijke fietspad
vanaf de Troelstraweg en de doorsteek naar de Magere Weide,
vooral voor de schoolgaande jeugd vanuit het noorden. Ik
hoop dat daar in goed overleg toch nog mogelijkheden voor
zi jn
Wij wachten het antwoord van de wethouder daarop af.
Blad 9
Verslag van de raadsvergadering van 17 maart 1997
Mevrouw De Bruin: Het gaat hier eigenlijk om twee problemen
waarvoor wij op dit moment één oplossing aandragen. Ener
zijds gaat het om milieuhinder, te weten stank- en geluids
overlast, dat is dan met name een probleem dat zich in
Leeuwarden afspeelt. Anderzijds hebben wij te maken met een
niet aflatende groei van het autoverkeer dat met name ver
oorzaakt wordt door de mensen die vanuit de noordelijke ge
meenten naar Leeuwarden toe komen. Het eerste is eigenlijk
een gevolg van het tweede en dus dienen wij vooral een op
lossing te vinden voor de groei van het autoverkeer en het
terug dringen daarvan. Dat kan op hele verschillende manie
ren. Het rijk kan het autoverkeer ontmoedigen door bijvoor
beeld de benzine-accijnzen te verhogen of de wegenbelasting
te koppelen aan het aantal kilometers dat men per jaar
rijdt. Het rijk kan ook gedragsbeïnvloeding toepassen, door
mensen aan te sporen te gaan carpoolen.
Daarnaast kunnen wij als gemeente wat doen. Wat wij kunnen
doen, en dat doen wij eigenlijk ook met dit voorstel, is
dat wij de automobilist een beter alternatief willen bie
den, een kwalitatief goed alternatief in de vorm van een
snelle busverbinding tussen de noordelijke gemeenten en
Leeuwarden. Daarnaast bieden wij niet alleen kwalitatief
goed openbaar vervoer, maar willen wij het ook voor het
langzaam verkeer, voor de fiets, nog aantrekkelijker maken
door een fietssnelweg aan te leggen.
Het zal u niet verrassen dat de PAL/GL-fractie uitermate
blij is met het voorstel tot de aanleg van een busbaan.
Daarom ondersteunen wij dit voorstel ook van harte.
Ik wil tot slot nog aanhaken bij wat mevrouw Inberg heeft
opgemerkt. Ook wij hebben in de commissie gewezen op het
feit dat wij vooral ook moeten kijken naar de sociale vei
ligheid die dit plan met zich meebrengt, als het gaat om de
begroeiing lang de fietspaden, maar zeker ook het fietspad
dat mevrouw Inberg aangeeft, want dat zou een mogelijke en
ge plek in de toekomst kunnen worden. Daar zouden wij nog
naar moeten kijken.
De heer Bilkar: Als het gaat om de hoofddoelstelling van
het milieubeleid en het verkeersbeleid en dat ook weer ge
combineerd, dan is voortdurend het hoofduitgangspunt terug
dringing van de automobiliteit. Als je het letterlijk ver
taalt, dan is het toch heel vreemd dat je nu een voorstel
doet voor het aanleggen van een busbaan, want puur de di
recte relatie met de hoofddoelstelling is er niet, in te
gendeel zou je haast in de stringente doorredenering kunnen
zeggen, het maakt nu meer ruim baan voor auto's.
Wij hebben moeite met dit voorstelWij hebben ook in de
commissie geadviseerd tegen te zijn om de volgende redenen.