Blad 18 Verslag van de raadsvergadering van 22 september 1997 ook binnen het budget gebleven kan worden, iets wat wij bij de busbaan blijkbaar wel doen. Wij hebben in de commissie gezegd dat de door u gegeven in formatie ons niet afdoende heeft overtuigd van de onafwend baarheid van deze overschrijding en uw memo heeft daar niets aan veranderd. De heer Brinks (weth.)De heer Stoker is begonnen met te vertellen hoe omgegaan wordt met de verbetering en de ver vanging van de riolering, dat daar een heel kostendekkings- plan aan ten grondslag ligt. Er is in de opstelling zoals die er nu is, dat heeft te maken met die f 56,6 miljoen, rekening gehouden met de grondslag, met de bodem, zoals die zich hier in de stad voordoet. Ik ga ervan uit dat het be drag van f 56,6 miljoen voor de verbeteringen ook het be drag is dat wij moeten uittrekken. Als wij dat over 50 jaar tellen en wij gaan ook nog vertellen wat er verder uitgege ven wordt aan het onderhoud van de riolering en het vervan gen van slechte riolering, dan is het relatief toch een klein bedrag. De heer Jacobse zegt dat het wordt gebagatel liseerd. In de brief die hierbij gestuurd is staat heel na drukkelijk dat het misschien relatief een klein bedrag is, maar dat het wel degelijk een groot bedrag is. Het wordt dus niet gebagatelliseerd, er wordt alleen uitgelegd in welk perspectief men het wel moet zien. De heer Feenstra vraagt of ik kan garanderen dat de verho ging niet meer is dan die f 175,-. Ik heb op dit moment de laatste voorstellen niet. Het zou dus kunnen zijn dat de verhoging f 176,- wordt, maar dat is dan gerekend over die zeven jaar. (De heer FeenstraAls de wethouder tekent voor die f 176,- zijn wij blij.) De nadere voorstellen zullen in ieder geval de raad dit najaar bereiken. De heer Jacobse zegt dat hij moeite heeft het totale bedrag te geloven. Volgens mij hebben wij dan weer dezelfde situa tie als waar de heer Ten Hoeve het net over had. Wij probe ren zo goed mogelijk te ramen en dat proberen wij echt door middel van alle gegevens op een rij te zetten. Die raming is zo goed mogelijk, een garantie dat het nooit anders uit zal vallen krijgt hij niet van mij, die krijgt hij van niemand, maar de begrotingen zijn zo goed mogelijk. Als hij dit niet wil geloven, is dat zijn probleem, zou ik dan haast willen zeggen. Is er onderzoek gedaan naar alternatieven, vraagt de heer Jacobse. Mevrouw Inberg heeft in de commissie daar ook naar gevraagd. Uit het feit dat zij op dit moment dat niet meer naar voren brengt, neem ik aan dat wij duidelijk genoeg in onze brief hebben aangegeven dat er wel gekeken is naar al ternatieven. Als de heer Jacobse op dit moment zegt dat hij Blad 19 Verslag van de raadsvergadering van 22 september 1997 niet overtuigd is van het geheel, dan wil ik hem graag nog een keertje langs al onze rioleringswerkzaamheden leiden om te vertellen wat de mogelijke alternatieven zijn. De heer Jacobse: De wethouder zegt dat zij in de memo heb ben gezegd dat het absoluut een groot bedrag is, maar er staat in: in absolute zin is f 1,63 miljoen een fors be drag. Maar daarvoor en daarna heeft men het over als je het afzet tegen f 800 miljoen aan het totaal en in vijftig jaar. Dat is het bagatelliseren dat deze memo uitstraalt. Wij vinden dat je dat soort zaken in een memo niet hoort te schrijven. Het is geen enkel argument, f 1,63 miljoen is op een bedrag van f 6 miljoen een grote overschrijding. Ik ben mij zeer wel bewust dat het een welles-nietes spelletje is, zo van kan het wel of kan het niet. Wij hebben in de com missie heel redelijk gevraagd of deze acceptatie van de te genvaller niet wat al te vlot is, of er wel afdoende is ge zocht naar andere mogelijkheden om binnen het budget te blijven. Wij hebben dat uit de stukken niet kunnen halen. Wij vinden het te gemakkelijk gaan, ook al is het best een belangrijk onderwerp, om te zeggen dat het zo is. Wij vin den dat eerst alles uit de kast moet worden gehaald om te kijken of wij niet binnen het budget kunnen blijven. Van die inspanning is ons niets gebleken. De heer Brinks: De heer Jacobse zegt dat zij in de commis sie redelijk hebben gevraagd om een aantal antwoorden. Ik vind dat ik en samen met mij ook de dienst de vragen rede lijk beantwoord hebben. Daar blijf ik bij. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de NLP- fractie geacht wil worden te hebben tegengestemd. Punt 13 en 14 (bijlage nrs107 en 106) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 10