Blad 20
Verslag van de raadsvergadering van 22 september 1997
Punt 15 (bijlage nr. 112)
De Voorzitter: Aan de orde is Voorstel tot invoering van
een toeristenbelasting met ingang van 1 januari 1998.
Mij is het verzoek gedaan te melden dat er een tweetal ty
pefouten in het voorstel staan.
Op bladzijde 2, artikel 4, lid 2 staat 'die een asielzoeker
heeft ingediend' dit moet zijn 'die een asielverzoek heeft
ingediend'
Bij artikel 9, lid 1 staat 'De belastingplichtige die wie
niet' dit moet zijn 'De belastingplichtige aan wie niet'
De heer Jacobse: Vanmiddag heb ik aan mevrouw De Haan nog
een andere vraag gesteld. Die ging over het feit dat in dit
voorstel staat dat de raad het biljet van de aanslag moet
goedkeuren. Ik heb haar gevraagd of dat niet gewijzigd kan
worden in dat het college dat doet, want ik vind dat wij
ons daar niet mee bezig moeten houden. In de inleiding is
de voorzitter daar niet op ingegaan.
De heer Krol: Voor de goede orde meld ik nog een keer dat
wij tegen het invoeren van toeristenbelasting zijn. Wij
hebben dat een en andermaal toegelicht, ik denk dat dat
niet weer hoeft. Wij blijven tegen.
Mevrouw De Haan (weth.)Het punt van de heer Jacobse is
bij de inleiding niet meegenomen omdat het daar niet gaat
om een typefout, maar om een zin die overgenomen is uit de
algemene modelverordening van de VNG, waarin staat dat het
formulier van het aangiftebiljet bij afzonderlijk raadsbe
sluit wordt vastgesteld. Dat hebben wij overgenomen. Dat
betekent dat het aan de raad is om dat vast te stellen. Als
de heer Jacobse zegt dat wat hem betreft het college dat
best mag doen, dan is daar geen enkel bezwaar tegen. Met
andere woorden als de raad tegen ons zegt dat het college
dat af moet handelen, dan kan dat. Maar dan is het wel een
keuze van de raad.
Het standpunt van de heer Krol neem ik kennis van, daar
hebben wij het in de commissie over gehad.
De heer Jacobse: Ik wou het voorstel maar doen om van arti
kel 9 lid 2 te maken 'Het formulier van het aangiftebiljet
wordt wordt bij afzonderlijk colleoebesluit vastgesteld'
Ik heb er geen enkele behoefte aan om hier over een formu
lier te gaan praten.
Blad 21
Verslag van de raadsvergadering van 22 september 1997
Mevrouw De Haan (weth.)Ik denk dat er geen enkel bezwaar
tegen is
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.met inachtneming van de aange
brachte wijzigingen, met de aantekening dat de CDA-fractie
geacht wil worden te hebben tegengestemd.
Punt 16 (bijlage nr. 113)
De Voorzitter: Aan de orde is Voorstel tot invoering van
een roerende-zaakbelasting met ingang van 1 januari 1998.
De heer DrewelBij de commissiebehandeling heeft de CDA-
fractie reeds aangegeven in beginsel voorstander te zijn
van invoering van een roerende-zaakbelasting. Wij hebben in
de commissie nog wel onze twijfel geuit over een aantal
uitvoeringsaspecten, zoals de waardering en de toch hoge
uitvoeringskosten in relatie tot de opbrengst. Wij hebben
geconstateerd dat het college nadere informatie heeft gege
ven in het voorstel. Wij gaan daar nu niet verder op in.
Wij geven het voordeel van de twijfel ten aanzien van die
uitvoeringsaspecten en wij wachten het resultaat/de op
brengst af. Wij gaan dus akkoord met dit voorstel.
De heer HoogeveenOok ik had namens de D66-fractie een
voorbehoud gemaakt bij dit voorstel. Niet omdat wij in
principe niet voor dit onderwerp zouden zijn. Wij vinden
dat het redelijk rechtvaardig is om een belasting van roe
rende zaken in te voeren, maar wij hadden nog een aantal
technische vragen. Die zijn voor zover mogelijk beantwoord
en wij vinden dat wij dan ook voor dit voorstel kunnen
zi jn
Mevrouw De Haan (weth.)Eigenlijk zijn er geen nieuwe vra
gen meer gesteld. Ik neem kennis van de opmerkingen.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.