Blad 22 Verslag van de raadsvergadering van 20 oktober 1997 daar nog achter staat, dat zij binnen een week zou kunnen aangeven als partij wat haar wensen zijn met betrekking tot verzelfstandigingDan behoeft onderzoek a. niet wat be treft haar partij plaats te vinden. Dan weet het college dus binnen een week waar zij aan toe is, kan een reactie daarop klaar maken. Ik neem aan dat de wethouder er ook een week voor heeft en dan kan je in november in de commissie van gedachten wisselen.) Maar dat geldt niet voor onderzoek b. en voor onderzoek c. Ik heb tot nu toe altijd begrepen, en het college heeft ons daarvan ook steeds proberen te overtuigen, dat die onlosmakelijk samenhangen met dat ver zelfstandigingstraject. Maar wellicht is het college ook tot andere gedachten gekomen, dat hoor ik dan graag. Ik ben het met de heer Krol eens dat de vorm die het colle ge voorstelt voor onderzoek c., de diepte-interviews die gehouden zouden moeten worden met collegeleden, met frac tievoorzitters en met fractiewoordvoerders, van ons de no dige kritiek heeft ontvangen. Daar blijven wij ook wat sceptisch tegenover staan. Wat ons betreft zou dat wellicht wel op een andere manier kunnen, een wat gerichtere manier, heel duidelijk nalezen wat er in al die verslagen vanuit de verschillende commissies al aan informatie ligt opgeslagen, op welke vragen nu nog geen antwoord is gegeven en die zo snel mogelijk ook aan fracties voorleggen. Een deel van mijn fractie vindt in ieder geval nog steeds dat dat korter om de bocht zou kunnen. Ik heb van de wethouder inmiddels ook begrepen dat dat uitbesteed moet worden, omdat binnen de dienst de capaciteit niet aanwezig is om die taak uit te voeren. Wat dat betreft zou ik de wethouder daar nog graag eens over willen horen. Wat wij in ieder geval graag zouden willen, is dat de on derzoeksopdracht, zeker voor wat betreft onderzoek a., aan de begeleidingscommissie of aan de Commissie Bestuur en Middelen wordt voorgelegd om er in ieder geval zeker van te zijn dat de verwachtingen ten aanzien van dat onderzoek pa rallel lopen als het gaat om het college en de raad. Dus dat niet vanaf het begin al weer eventueel verschillende verwachtingen leven ten aanzien van de uitkomsten van het onderzoek en wat het onderzoek zou moeten opleveren. Een definitief standpunt houdt u nog even van mij tegoed, want ik ben heel benieuwd naar de reactie van het college op de moties zoals die ingediend zijn. De heer Stoker: Al eerder is duidelijk geworden dat de raad in principe een integrale verzelfstandiging van de sector Sport voorstaat, maar een aantal fracties leek nog te aar zelen. Dat is op zichzelf natuurlijk niet zo vreemd, omdat snel knopen doorhakken altijd het risico van onzorgvuldig heid met zich mee kan brengen. Maar in dit geval is het duidelijk dat uitstel van de behandeling van het uiteinde Blad 23 Verslag van de raadsvergadering van 20 oktober 1997 lijke raadsvoorstel onnodig veel financiële middelen kost en de vraag is dan natuurlijk hoe zorgvuldig dat dan is. De beantwoording van deze vragen brengt de GPV/RPF/SGP-fractie ertoe in te stemmen met de voorliggende moties, zoals inge diend door de NLP-fractie. De motie van de CDA-fractie lijkt wat op motie nr. l van de NLP-fractie. Ik wijs die dus niet op voorhand af, maar de NLP-moties bieden hier en nu wat meer duidelijkheid en dat is iets waar ik altijd wel van houd, dit blijkbaar in te genstelling tot de fracties van D66 en de Partij van de Ar beid De heer Brok: Veel is er al gezegd, ik zal proberen niet in herhaling te treden. Eén opmerking wil ik nog wel even naar voren halen van me vrouw Waanders, ik kan mij daar namelijk geheel bij aan sluiten, dat is de opmerking dat op hetzelfde moment dat wij hier beslissen over een kwalitatief traject in de route naar een integrale verzelfstandiging, wij ook het voorstel krijgen om te komen tot onderzoek a. waarin wordt voorge steld vraagpunten en verwachtingen op een rijtje te zetten. Ook voor mijn fractie kwam dat over dat dit betekent dat erkend wordt dat er nog veel te veel onduidelijk is over die verzelfstandiging en ook over de toekomst van Sport. Ik vind het wat pijnlijk om met elkaar te moeten constateren dat dat zo is. Maar daar zijn wij met z'n allen 'schuldig' aan. Ik heb in de commissie een voorbehoud gemaakt met betrek king tot onderzoek a. en met betrekking tot onderzoek b. Onderzoek a. heb ik net duidelijk gemaakt. Onderzoek b. om dat daar misschien ten onrechte de indruk gewekt wordt dat eerst begonnen gaat worden met de verzelfstandiging van het KalverdijkjeIk heb mij inmiddels ook laten overtuigen door de wethouder dat dat wel degelijk een stap is naar een integrale verzelfstandiging van Sport in het algemeen. Het moge duidelijk zijn, ik wil dat hier toch nog een keer her halen, dat de WD-fractie altijd voorstander is geweest van een integrale verzelfstandiging van Sport, het liefst zover mogelijk van de gemeentelijke organisatie vandaan. Ook daar blijven wij consequent in. Vanavond moeten wij een beslissing nemen, wij moeten wel vaststellen dat alles overziende de discussie naar onze me ning niet goed verlopen is. Wij vinden ook dat vooral na de perspectiefbehandeling onvoldoende is gecommuniceerd. De stukken die na Perspectief naar de raad toe gegaan zijn, daarvan vinden wij dat ze onvoldoende duidelijkheid hebben gegeven, juist op het moment dat de raad toch zoveel be hoefte had aan die duidelijkheid. Ik moet ook zeggen dat de discussie op zich over die stukken mij wat teleur heeft ge steld, want die discussie is naar mijn mening onvoldoende goed verlopen, sterker nog, ik denk zelfs te mogen stellen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 12