Blad 34 Verslag van de raadsvergadering van 20 oktober 1997 derzoek wel van heel groot belang. Belangrijker is echter wat ons betreft het eerste onderzoek, het onderzoek dat moet leiden tot de nota Sportbeleid. Wat ons betreft staat vast dat er een verzelfstandiging komt, de vorm waarin dat gaat gebeuren staat wat ons betreft nog niet vast. Wij wil len meer duidelijkheid hebben over de positie van de beide zwembaden en de rol die sportverenigingen zullen kunnen vervullen in de nieuwe situatie. Wij willen ook dat er meer eigen mogelijkheden voor die verenigingen komen, meer eigen verantwoordelijkheid voor die verenigingen. Over die in breng van die verenigingen willen wij dus meer in dat on derzoek, in die nota Sportbeleid, terug zien. Met name dat onderzoek 1. zal dus bepalen welke vorm van verzelfstandi ging er wat ons betreft zal moeten komen. Er zijn door andere fracties veel opmerkingen gemaakt over de wijze waarop dit besluit nu tot stand komt. Het zou vol gens de heer Stoker bijvoorbeeld het weggooien zijn van geld dat van de belastingbetaler komt. We gooien geld in de put. Ik denk dat dat geen terecht verwijt is. De heer Krol zegt dat wij nu om politieke redenen een uitstel van be sluitvorming doen en politieke redenen zijn drogredenen en die zijn altijd fout. Ik begrijp niet hoe hij het zo lang in de politiek uithoudt. Fracties die denken dat het mogelijk is om een BV Sport op een goede manier in de markt te zetten zonder dat die nota Sport er is, begrijp ik niet. De motie sleutelbeheer van de WD-fractie en de motie over de onderhoudsploeg zouden de ruggengraat zijn van de verzelfstandiging, zo heeft de wet houder wel eens betoogd. Op het moment dat wij die zouden hebben aangenomen zou de ruggengraat uit die verzelfstandi ging zijn gehaald. Die moties boven de markt laten zweven en toch kort om de bocht zeggen dat je verzelfstandigen wilt, is dus ongeloofwaardig. Dit kan niet een goede manier zijn om een bedrijf in de markt te zetten. Motie nr. 3 van de NLP-fractie in dat verband vind ik echt een hele rare. In feite wordt daar gezegd, we zetten al vast een bedrijf in de markt, we richten hem al vast op en wij gaan daarna nadenken over het soort contract dat wij ermee willen sluiten en totdat wij dat contract hebben uit gewerkt zetten wij nog even een paar wethouders in die raad van commissarissen. (De heer Jacobse: Motie 1 vraagt om een uitspraak over de verzelfstandiging. Motie 2 gaat over het opstellen van het contract en uiteraard zal het zo zijn dat dat contract klaar moet zijn op het moment dat je die ver zelfstandiging ingaat. Maar ook met een niet verzelfstan digde organisatie zal je dat managementcontract moeten af sluiten. Dus je zult een nota Sportbehoefte moeten ontwik kelen en moeten vaststellen per diezelfde datum en op basis daarvan een contract vaststellen. Dat staat in motie 2.) Als dat er allemaal in staat begrijp ik niet waarom in mo tie 3 nog al die wethouders in de raad van commissarissen Blad 35 Verslag van de raadsvergadering van 20 oktober 1997 nodig zijn. (De heer Jacobse: Dat is vanwege het feit dat die indikkingsoperatie er aan komt.) Dus kennelijk heeft de heer Jacobse weinig vertrouwen in dat bedrijf. Als er een contract gesloten is met dat bedrijf, waarom zijn dan nog al die wethouders in de raad van commissarissen nodig? Ik probeer duidelijk te maken dat de wijze waarop sommige partijen een bedrijf in de markt willen zetten, zonder dat duidelijk is wat dat bedrijf nu precies moet gaan doen en op welke manier, dat wat ons betreft een veel groter risico voor de belastingbetaler met zich meebrengt dan het uitstel waartoe wij nu gaan besluiten. Uitstel dat moet leiden tot een kwalitatief goed sportbeleid en een goede uitvoering daarvan. Dat is wat ons betreft het doel van waar wij hier nu over praten. Het amendement van de heer Meerdink, dat zou moeten leiden tot een versnelling van het hele traject, kunnen wij steu nen. Iedere versnelling in dit traject kunnen wij steunen, zolang de kwaliteit van dat kwalitatief traject maar voorop blijft staat. De heer Brok: Ik heb in mijn eerste termijn gezegd dat wij wel kunnen leven met het collegevoorstel. Als er middels het aanbrengen van een aantal wijzigingen in het dictum voor gezorgd kan worden dat het traject nog een aantal maanden eerder afgerond wordt, heeft dat onze instemming natuurlijk van harte, want dat betekent dat wij meer centen in de knip houden en u bent van ons gewend dat wij daar een groot voorstander van zijn. De fractie van de kleine confessionele partijen werpt zich hier vanavond op als de belangenbehartiger van de Leeuwar der belastingbetaler. Ik ben blij te kunnen constateren dat wat dit punt betreft de GPV/RPF/SGP-fractie zo dicht tegen de WD-fractie aanzit. Ik zal dit punt onthouden als ik zo dadelijk bij de begroting de zeilmotie in zal dienen en ik zal dan met belangstelling afwachten wat het stemgedrag van de GPV/RPF/SGP-fractie zal zijn. De heer Meerdink: Het amendement dat onze fractie mede na mens de PvdA- en WD-fractie en ik heb inmiddels begrepen ook de D66-fractie wil indienen, luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 20 oktober 1997; behandelende de aanpak voor een kwalitatief traject in de route naar integrale verzelfstandiging van de sector Sport besluit te wijzigen in het raadsbesluit onder:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 18