Blad 32 Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1997 de kleinste vergissing in het verkeer aanleiding kan zijn voor mishandeling of doodslag. 3000 gevallen van mishande ling in één maand telde de krant. Dat is ongetwijfeld maar een zwakke afschaduwing van de werkelijkheid, want veel ge vallen worden natuurlijk helemaal niet aangegeven en komen dus in de politiecomputers niet voor. Monotoon, zei ik daar net en misschien is dat wel het treurigste dat al die be richtjes samen zo iets zeurderigst krijgen, terwijl de erva ring voor de slachtoffers iets is wat hun leven voor goed verandert, hun vertrouwen in hun medemensen onherstelbaar aantast. Volgens de fabrikant en een aantal politici bestaat er waarschijnlijk geen verband tussen deze berichten en een maatschappelijke ontwikkeling waarbij het ieder voor zich de hoogste waarheid is en de waarde van de mens wordt bepaald door zijn employability Vorige week schrapte men het woord 'normvervaging' uit de tekst van een ambtelijk stuk. Een aantal raadsleden in de Leeuwarder Commissie Welzijn vond dat woord ongepast, men wilde dat liever vervangen, immers het betreft dan andere nieuwe normen en dat is geen normvervaging. Dat terwijl er ook in deze stad zo vaak situaties te bespeuren zijn waarin er voor wat voor norm dan ook absoluut geen sprake meer is Verhullend taalgebruik verandert daar niets aan. Voor mij is het meer dan duidelijk, dit land en volk zal moeten gaan le ven naar het voorbeeld dat Jezus Christus voor ieder heeft gegeven, het zou er dan heel wat beter uitzien. De Voorzitter: Wij zijn aan het einde gekomen van de eerste termijn. De vergadering wordt geschorst voor onderling over leg. De Voorzitter schorst om 18.00 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 19.35 uur de vergadering. Mevrouw De Haan (weth.)Alle fracties in de raad hebben op hun eigen manier een mening gegeven over de begroting in zijn algemeenheid. De ene fractie heeft wat meer het accent gelegd op wat wij allemaal bereikt hebben de afgelopen jaren en de andere fracties heeft wat meer het accent gelegd op wat er allemaal nog moet. Van de kant van het college zou ik nog eens willen benadruk ken waar het ons deze afgelopen periode nu eigenlijk om ging, want het is weliswaar de eerste productbegroting, het is tegelijkertijd een laatste begroting in een collegeperio de. Wij hebben even terug gekeken wat het beleid de afgelo pen jaren was als het ging om financieel beleid en de begro ting. Ik denk dat wij dan twee dingen heel centraal hadden, Blad 33 Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1997 op basis van het Collegeprogramma overigens. Dat wilde de raad van ons. Het ging om twee dingen. De raad wilde zelf centraal sterker sturing geven en de raad wilde dat wij de financiën op een betere manier beheersten en dat wij beter inzicht kregen in de financiële huishou ding. Dat waren twee hele sterke beleidsmatige kanten waarop wij gewerkt hebben. Wat van belang is, is te constateren of je op basis van deze begroting nu kunt zeggen dat dat beleid gewerkt heeft en of er dus reden is om met dat beleid door te gaan. Ik constateer bij deze begroting dat wij er voor gezorgd hebben dat de begroting niet alleen sluitend is, maar dat wij ook daadwerkelijk financiële ruimte geschapen hebben, beginnend volgend jaar bij 1,8 maar oplopend tot 4,7. Dus niet alleen financiële ruimte voor dit moment, maar ook nog voor de toekomst. Die financiële ruimte is geen doel op zichzelf, maar is puur bedoeld om de raad sterker te la ten sturen en dus keuzes te kunnen laten maken. Er is dus financiële ruimte voor de prioriteiten van de raad. Een tweede punt dat je uit deze begroting kunt afleiden is dat wij een algemene reserve hebben die op peil is. Zelfs na de nieuwe afspraken die wij gemaakt hebben vorig jaar om niet meer de bandbreedte vanaf f 3 miljoen te hebben. Wat wij hadden tussen f 3 en f 10 miljoen, hebben wij verhoogd naar tussen f 10 en f 20 miljoen. Zelfs met die nieuwe af spraken leggen wij nu een begroting op tafel waarbij die al gemene reserve op peil is Een derde wat wij bereikt hebben met deze begroting is dat het als productbegroting meer inzicht geeft en dat het een beter instrument is voor de raad om te sturen. Een aantal doelstellingen zoals wij die hadden, hebben wij wel degelijk vooruitgang in geboekt en deze begroting laat dat ook zien. Naar de mensen die zeggen dat het feit dat het nu beter gaat voor het grootste deel geluk is en niet zozeer eigen beleid. Ik denk dat u dan in uw achterhoofd zich ook nog eens moet realiseren dat wij in de tussentijd het risico bij het Grondbedrijf voor een groot deel hebben weggewerkt, f 20 miljoen, dat wij in de tussentijd een investeringsfonds ge maakt hebben om de werkgelegenheid te kunnen versterken van bijna f 28 miljoen, dat wij in de tussentijd voor het Grote Stedenbeleid het een en ander hebben gedaan. Ik zou nog wel een aantal dingen kunnen noemen. Als je naar deze begroting kijkt, met de ruimte die er nu in zit, denk ik dat wij wel degelijk kunnen zeggen dat de centrale uitgangspunten waar wij beleid op gevoerd hebben, hebben geleid tot een beter resultaat. Wat het college betreft is dat ook een reden om dit beleid voort te zetten en op die weg door te gaan. Dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 17