Blad 54 Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1997 - Motie nr. 3 zijn wij ook voor. - Motie nr. 4. Ik ben blij dat de wethouder daar nog op in is gegaan. Hij heeft gezegd dat wij nog eens van gedachten moeten wisselen over de uitgangspunten. Ik denk dat dat heel goed kan. Wij gaan daar gewoon nog eens een brede discussie over voeren. Ik denk dat het goed is dat wij dan in die discussie ook het een en ander proberen te concre tiseren. Ik denk dat het daar tot op dit moment een beetje mis is gegaan. Ik heb er alle vertrouwen in dat wij daar met elkaar uit komen. - Motie nr. 5 over de Buitenschool zijn wij tegen. - Motie nr. 6 over de planschade zijn wij ook tegen. - Motie nr. 7 over de verslaglegging zijn wij voor. - Motie nr. 8 over de overdag vergaderen zijn wij ook voor. De heer Meerdink: De reactie van het college kunnen wij kort over zijn. Mevrouw De Haan heeft gewezen op de antwoordnotitiewaar zij wijst op de passage over de 20% en op de mogelijkheid die er bestaat wanneer taken niet goed uitgevoerd kunnen worden, dat dan die 20% verlaagd wordt tot een bedrag dat noodzakelijk is om die taken te kunnen uitvoeren. Daar heb ben wij instemmend kennis van genomen. Wij hebben al eerder aangegeven dat, ondanks het feit dat wij onze treurnis heb ben uitgesproken over het interim-management, dat hebben wij ook weer in de antwoord-notitie kunnen lezen, wij hebben ge accepteerd dat de beantwoording is zoals die is en dat wij dus per 1 februari a.s. uiterlijk toch een reactie verwach ten. De reactie van wethouder De Jong over het welzijnsbeleid. Wat ik hem hoor zeggen is dat wij eigenlijk geen woorden strijd moeten krijgen. Dat er ruis is ontstaan tijdens die discussie, ben ik van harte met hem eens. Het moet niet zo zijn dat het college wel formeel gelijk heeft, maar geen ma terieel gelijk heeft, want dan gaan er foute dingen gebeu ren De wethouder geeft ook aan dat er een inhoudelijke discussie over de uitgangspunten zal gaan komen in de Commissie Wel zijn. Dat betekent volgens mij dus ook dat het eigenlijk op gevat moet worden als een uitnodiging aan de raad om eventu eel het college ervan te overtuigen dat de uitgangspunten niet goed zijn. De raad is dus aan zet om te zeggen dat de uitgangspunten eigenlijk andere zouden moeten zijn. Je kan dan twee kanten opgaan. Wij hebben moeite gehad met de zin in de begroting van de dienst Welzijn, we kunnen zeggen dat je dan eigenlijk de passage zoals daar gesteld als niet ge schreven kan beschouwen. Wat wij ook kunnen doen - daar wil ik toch straks nog eventjes overleg over hebben met een aan tal fracties - is de richting van het voorstel van mevrouw Waanders volgen en in plaats van 'een voorzet voor de dis Blad 55 Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1997 cussie' daar 'denkkader' van maken. Dat spreekt ons wel aan, het is eigenlijk ook wat er bedoeld wordt. Ik hoop ook niet dat daar nog erg veel ruimte tussen is. Dus als in ons amen dement het begrip 'voorzet voor discussie' gewijzigd wordt in 'denkkader'dan heb ik begrepen dat in ieder geval de raad in meerderheid daar achter kan staan. Een dergelijke duidelijke uitspraak is wel wenselijk, gezien ook de stand van zaken in deze discussie. (Mevrouw Van ülzen: Als dat voorstel in stemming wordt gebracht, hoop ik wel dat wij even schorsen, zodat mij het verschil kan worden uitgelegd, want het is mij niet zo duidelijk.Ik zal daar straks een poging toe doen, mevrouw Van Ulzen, ik ben ervan overtuigd dat het mij lukt. Dat wat betreft de welzijnsdiscussie De Buitenschool wil ik ook op reageren. Het is moeilijk te discussiëren over iets wat nog niet op papier staat. Het advies van de Commissie voor de bezwaar- en beroepschriften staat nog niet op papier, dus dat kan je heel moeilijk betrekken in een dergelijke discussie. Alleen, en dat wil ik toch ook aangeven, het enige argument dat dan genoemd is, het financiële, zou niet steekhoudend genoeg zijn. Natuurlijk zijn er ook inhoudelijke argumenten ge noemd, wij hebben ook gewezen op het belang van de Buiten school voor de doelgroep. Nu de financiële situatie beter is geworden dan die bij Perspectief leek, kan die verbetering van de financiën natuurlijk een argument zijn om terug te komen op dat besluit. Ook het college heeft in een aantal gevallen juist die verbeterde financiële situatie gebruikt als argument om met een voorstel te komen. Bijvoorbeeld ook om nu over te gaan tot f 1 miljoen lastenverlichting, het ophogen van het kwijtscheldingspercentage van 95 naar 100%, het terug betalen van de onttrekkingen uit het Investerings- fonds in 2000 wordt ook uit nieuw beleid betaald. Dat zijn allemaal financiële overwegingen en ook hier kan de verbe terde financiële situatie juist net die doorslag geven om tot een andere weging te komen. Ik vind het een valide argu ment om daar nu op terug te komen. (Mevrouw De Haan: Als de heer Meerdink tegen ons had gezegd dat hij de extra financi ële ruimte, die nu ontstaan is, in plaats van aan lastenver lichting bij prioriteit te besteden aan bijvoorbeeld de Bui tenschool, dan was het ook een valide dekking geweestIn de dekking is aangegeven dat het als een wens voor nieuw be leid beschouwd wordt dat het ongedaan maken van die bezuini ging op een andere manier bekostigd gaat worden, dezelfde systematiek als bij het Investeringsfonds. Dan wat betreft de moties en de bijdragen van de andere fracties. Op een aantal gevallen van verkiezingsrethoriek wil ik nu niet ingaan, dat lijkt mij wat prematuur. - Motie nr. 1 stemmen wij mee in.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1997 | | pagina 28