Blad 54
Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997
meegenomen wordt. Dat geldt dus voor het financiële ver
haal. Datzelfde geldt dus ook wat mij betreft voor de auto
nomie van de units
Ik wou niet zover gaan in de bedrijfsvoering van de nieuwe
school als de heer Roekiman nu gedaan heeft, maar ik denk
dat het goed is - want het is wel de hoofdstelling die hij
geponeerd heeft - om te kijken naar die autonomie en te
verwijzen naar het welbevinden van leerlingen op school. Ik
ben het daar van harte mee eensMaar de autonomie van de
units binnen zekere kaders zit op dit ogenblik in het uit
werkingstraject. U krijgt dat voorgelegd voordat u een de
finitief besluit in het voorjaar neemt. Ik denk dat ik die
fracties die hebben aangedrongen op die voorwaarden daarmee
op hun wenken kan bedienen.
Ik denk dat ik daarmee op hoofdlijnen de opmerkingen die de
raad gemaakt heeft heb doorgenomen.
De heer BiemansDe wethouder heeft heel terecht aangegeven
dat in het voorjaar nog een definitief fusiebesluit moet
worden genomen. De vraag die daaraan gekoppeld is: worden
de betrokken medezeggenschapsraden ook in dat traject weer
om advies gevraagd of zijn die nu uitgepraat? Ik zou er aan
hechten dat de medezeggenschapsraden, die toch over dit in-
tentiebesluit de nodige opmerkingen gemaakt hebben, ook in
dat traject weer hun geluid kunnen laten horen.
Mevrouw Van ülzen: Ik ben inderdaad wat verbaasd dat de
wethouder het heeft over hoofdlijnen. Hij gaat totaal niet
in op hetgeen net in de Tweede Kamer is besproken, dat
mavo-lbo-afdelingen zich kunnen aansluiten bij ROC's, dat
ook in meerderheid al gebeurt in dit land en ook terecht
is. Hij gaat absoluut niet in op de waanzin van de concur
rentie die eerst moest en nu niet meer mag. Vervolgens
praat hij goed dat een bestuurscommissie zijn beloftes niet
nakomt. Ik begrijp daar niets van.
De heer Roekiman: Ik kan zeggen dat mijn fractie, gelet op
de beantwoording van het college, akkoord kan gaan met dit
intentiebesluit
De heer De Jong (weth.)Ten aanzien van de MR-en lijkt het
mij een kwestie van goed bestuur dat daar altijd advies
wordt gevraagd. In een aantal gevallen is ook ingestem-
mingsrecht vereist, zoals u weet, met name als je het hebt
over de personele gevolgen van de fusie. Dat lijkt mij hel
der
Blad 55
Verslag van de raadsvergadering van 17 november 1997
Mevrouw Van Ulzen kan het jammer vinden dat ik niet op de
jongste ontwikkelingen in de Tweede Kamer ben ingegaan, dat
zal allemaal zo zijn. Maar waar wij hier mee te maken heb
ben is dat wij een instituut willen maken voor meer dan
5.000 leerlingen, waarbij een fors deel aan die onderkant
zit, in de vbo-mavo-trajecten. Die zullen allemaal opgeleid
moeten worden, wij willen goede mensen afleveren. Ik denk
dat dit de kans is om dat te doen. Natuurlijk moet je daar
een aantal randvoorwaarden aan stellen. Maar die groep kun
je nu bedienen. Je kunt ook voor het alternatief kiezen,
zoals mevrouw Van Ulzen en haar fractie zegt, door te zeg
gen: wij laten het zo lopen als het is. Ik geef u op een
briefje dat dat wel eens tot een koude sanering zou kunnen
leiden in het vbo. Dat wens ik niet voor mijn rekening te
nemen. Dat wil ik gezegd hebben.
Tot slot, ik ben blij met de instemming van de PAL/GL-
fractie
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD-
fractie geacht wil worden te hebben tegengestemd en met de
aantekening dat de heren Sluiter en Haitsma geacht willen
worden zich te hebben onthouden van stemming.
Punt 17 (bijlage nr. 145)
De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling strategisch be
leidsplan openbaar primair onderwijs 1997-2001.
De heer Biemans: In de commissie heeft de discussie zich
wat mijn fractie betreft niet toegespitst op de inhoud van
het strategisch beleidsplan. In feite is mijn fractie van
mening dat er een gedegen en goed onderbouwd plan ter tafel
ligt. De discussie ging meer over een voor mijn fractie be
langrijk en gevoelig onderwerp, dat is de bestuursstruc
tuur. Zoals bekend heeft mijn fractie ondermeer hierover,
samen met de GPV/RPF/SGP-fractie, een notitie geschreven
waarin onze zienswijze over het bestuur van het openbaar
onderwijs is weergegeven. Wij hebben daarin aangegeven dat
het te overwegen zou zijn om de onderwijstaken binnen het
college te verdelen over twee portefeuillehouders. Ik heb
in de commissie namens mijn fractie aangegeven dat dit punt
voor ons zo zwaarwegend is dat wij tegen het nu voorliggen
de voorstel van het college zullen stemmen. Dat echter zou