Blad 50 Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998 De heer Brok zei dat de WD-fractie inmiddels niet meer verweten kan dat zij niet de Bestuurlijke Vernieuwing koes tert. Dat doet mij deugd, dat biedt perspectief voor de ko mende jaren en ik hoop dat de partijgenoten van de heer Brok in de Eerste Kamer straks bij de stemming over het re ferendum eenzelfde houding zullen innemen. (De heer Brok: Wij zullen eerst even afwachten wat het stemgedrag van de D66-fractie hier zodadelijk is?) De Voorzitter: Ik wilde graag namens het college zo kort mogelijk de reacties en beantwoording geven. In de eerste plaats ben ik blij dat bijna alle fracties op zichzelf over de kwaliteit van ons uitgebreide voorstel en de wijze waarop per onderdeel de aspecten in beeld zijn ge bracht geen grote kritiek hebben, sterker dat zij veel in stemming hebben over de gedegen wijze waarop het college het voorstel uitgewerkt heeft. Belangrijk punt is uiteinde lijk natuurlijk - en daarmee kom ik op het eerste punt van de heer Brok en daarmee ook op zijn motie - welke situatie nu ontstaat als de meerderheid van deze raad het voorstel als zodanig, het pakket voorstellen dat nu voorligt, af te wijzen, gaat volgen. Daarom ben ik blij dat per onderdeel heel duidelijk is - en eigenlijk geven alle fracties het college wel de ruimte om bij een stuurgroepvergadering op 13 maart daaromtrent heldere dingen te zeggen - wat deze raad wil. Zij wil uitdrukkelijk de vorming van één GGD in Friesland nastreven met behoud van de taakstellende bezui nigingsopdracht die de Noordfriese gemeenten aan elkaar ge geven hebben, die zij dus ook als 16 van de 31 Friese ge meenten zullen inbrengen in dat proces. Dat is vaststaand punt één. Deze raad is ook voor, onder de constatering dat de provin cie een aantal taken heeft op het terrein van rampenbe strijding, ambulancevervoer en grootschalige incidentenbe- strijding, om het servicepakket wat regionale brandweer heet, dan ook maar op dat niveau van dat democratische laag, zijnde de provincie, te brengen. Dat is helderheid twee, die je in Nederland nog niet bent tegengekomen. Wij zouden het eerste gebied zijn dat dat zo uitdrukkelijk zou willen clusteren. Het derde punt van de huidige WGR-taken, de milieuadvise- ring, daarin volgt de meerderheid van de raad het college. De argumenten die daaronder liggen hoef ik niet te herha len In feite betekent dat ook dat de opstelling van Leeuwarden in welk vervolgoverleg ook, in stuurgroepverband of in VFG verband, helder is. Natuurlijk vindt er regionale milieuad visering plaats. Ook wij weten vanuit onze positie dat de omgeving vaak gemeenten kent die kleiner zijn, dat wij - d> heer Brinks zal daar ongetwijfeld op ingaan, maar ik pak Blad 51 Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998 even het bestuurlijke punt van de Regio Noord-Friesland - in dat verband aan elkaar de vraag zullen stellen, hoe wil je doorgaan in dat verband van de Regio Noord-Friesland? Alleen of wellicht zelfs ook op een groter opgeschaald ver band. In ieder geval niet met de provinciale milieucompo nent daarin. Dat is de kern van de besluitvorming die nu voorligt. Ook dat is dus helder. Over communicatiestructuur, verkeerssystemen en dergelijk, verkeer- en vervoersystemens is weinig kritiek, tenzij in instemmende zin. Natuurlijk heeft de CDA-fractie opmerkin gen gemaakt dat als zodanig de communicatiestructuur haar niet aanstaat, maar ik spreek naar de grote lijn van de re acties van de raad, die nu ter berde zijn gebracht. Ook daarin - en dat is steeds mijn betoog - kan Leeuwarden in welk vervolgtraject ook een heldere opstelling kiezen. De motie van de heer Brok, het is geen amendement, hij gaat er zelfs vanuit dat het voorstel van b. en w. wordt aange nomen, want daar begint de motie mee. De volgorde is dan ook dat wij eerst besluiten over het collegevoorstel en ons dan over een zogenaamde voortgangsmotie zullen uitspreken. Los van mijn geaardheid dat ik u graag altijd de volle vrijheid zou willen laten geven en de fractievoorzitters dat ook ten opzichte van zijn fractieleden hebben gezegd, zou ik nu ook ongeveer zo'n positie in willen nemen, al was het alleen maar omdat de raad aan zet is. Daar zou het wat het college betreft niet in hoeven te zitten, omdat ik juist dat voorgaande heb benadrukt. Het college weet zich nu wel geruggensteund met voldoende helderheden per traject wat nu te zeggen in welk vervolgoverleg ook. Als de motie van de heer Brok zo kan worden uitgelegd, dat die helderhe den, die alleen maar per traject gegeven kunnen worden, ook aparte constructies zullen gaan betekenen, zullen worden gegeven zoals het in het voorstel staat, dan is materieel die motie niet noodzakelijk. Dan betekent dat alleen maar dat hij het college aanspoort in de uitwerking van haar ei gen alinea onder aan bladzijde 22, het vervolg, vanuit de toch gedeeltelijk leidinggevende bestuurlijke rol, die wij niet alleen hebben, maar ook zouden moeten willen hebben, wanneer dat onvoldoende duidelijk zou zijn. Er kan geen misverstand bestaan over welke positie de grootste gemeente van Friesland dan zal innemen. Dat betekent omgekeerd dat ik, als er raadsleden zijn die toch een raadshelderheid in de vorm van zo'n voortgangsmotie zouden willen steunen om het college te stimuleren die rol te spelen, toch zou wil len wijzen op één kleinigheid in de laatste zin van de mo tie, waarin de heer Brok spreekt, dat Leeuwarden dan in stemt met het voorstel zoals het er dan ligt. Dan zou ik liever in de geest van het raadsvoorstel en deze reactie willen zeggen: 'instemt met de trajecten zoals in het raadsvoorstel zijn omschreven'Dat is dan tenminste hel der, dan sluit het aan bij de beantwoording in eerste ter-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 26