Blad 52 Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998 mijn door de portefeuillehouder en dan is daarover geen misverstand. Ik doe die suggestie vrijblijvend. Wat betreft de Politie heel kort, ik richt mij dan met name naar mevrouw Waanders en ook de heer Brok. Die twee lagen structuur wordt in beide gevallen ingevoerd. Iedereen in Friesland is het er over eens dat wij die kracht op het subregionale niveau moeten organiseren op de wijze dat die kleine groepjes gemeenten dat beleid mee bepalen binnen die regionale kaders. Die of door het regionaal college worden gegeven als er niks verandert of door de Provinciale Staten worden gegeven als wij Ta Beslüt gaan invoeren. Daarom is in Ta Beslüt ook alleen maar over dat artikel 31 gesproken, waarbij die groepen van gemeenten een taak die de Staten krijgen, wat nu bij het regionaal college is, dat regionale beleidsplan maken. In artikel 31 staat dat dat wordt gede legeerd, binnen die regionale kaders voor hun gebied, naar die deelgebieden. Een Visie op Sturing gaat over artikel 36, waarbij je bin nen een deelbegroting deelbeheer krijgt wat betreft de huishouding binnen je deelgebied. Dat artikel 36 blijft ook bestaan als Ta Beslüt wordt ingevoerd. Daarom lijkt het alsof Ta Beslüt over artikel 31 gaat en Een Visie op Stu ring over artikel 36. Maar de gedachte die daarachter zit is dat ook als Ta Beslüt wordt ingevoerd ook het provincia le deel vindt, dus de commissaris als voorzitter van de stuurgroep, dat altijd ook artikel 36 in Friesland moet worden toegepast om dat deelbeheer in huishoudelijke zin mogelijk te maken in die kleine groepen gemeenten. Daarom zou u het zo mogen opvatten dat het elkaar niet uitsluit, maar dat het een uitwerking is die is afgesproken, dat de Friese politie zelf zou opschrijven wat zij zou doen in beide gevallen en dat in de stuurgroep alleen zou worden opgeschreven wat op regionaal niveau die aansturingsveran dering met zich mee zou brengen. Daarom lijkt het even in tekst verschillend, het had ook duidelijker aangegeven kun nen worden, maar zo moet het verband gezien worden. Mag ik volstaan heel kort nog naar de heer Brok toe te zeg gen dat het wel degelijk zo is dat natuurlijk ook het OM, de Hoofdofficier van Justitie, dan mee deconcentreert naar dat deelgebied, alleen hij hoeft dat niet te doen via dele gatie, omdat hij in een hiërarchische positie staat naar de deelgebiedsofficieren. Materieel gebeurt dus hetzelfde, al leen het hoeft niet in een delegatiebesluit te worden opge nomen. Ik proef daar even wat angst voor een te gemakkelij ke positie van het OM - wij hoeven niet te delegeren en dergelijke - dat als Ta Beslüt wordt ingevoerd en de Staten de rol krijgen van de provinciale beleidsvormers voor de hoofdkaders, daar in tegenstelling tot nu de hoofdofficier geen lid meer van het regionaal college is, zoals hij nu Blad 53 Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998 wel is. Dat is eerder een insnoering dan dat dat een optil len van de positie zou zijn. Ik proefde even, ik hecht er aan dat heel kort te zeggen, ik hoop dat de heer Brok die indruk in zijn tweede termijn ook snel kan wegnemen, dat in de politieregio Friesland ook wel het een en ander aan de hand zal zijn wat deze wisse ling van wacht of structuur of wat dan ook, ook vanuit de praktijk noodzakelijk zal maken. Ik draag ten eerste geen kennis van zulke ontwikkelingen, ten tweede hoor ik ze nooit en ten derde staat in geen enkele schriftuur ook maar wat over welke Friese situatie als reden om deze bestuur lijke constructie met elkaar aan te gaan. In tegendeel, de Friese politie is zelf op zoek naar op twee lagen democra tische vernieuwing, desnoods op het regionale niveau, maar dan met die eisen zoals wij in het dictum hebben vastge legd, maar vooral ook op het niveau daaronder dat in alle gevallen goed mogelijk is en wat je in heel Nederland ove rigens ziet gebeuren. Als de heer Brok veel artikelen noemt, beveel ik hem vooral aan het artikel van de heer Elzinga in Binnenlands Bestuur, maar daar hebben wij in de commissie al over gesproken. Het opkomstpercentage is voor een grote regio zoals de onze met 31 gemeenten van bijna 75% een van de hoogsten van Ne derland. Dat is ook alleen maar een groeiend percentage, omdat er zulke interessante onderwerpen steeds aan de orde komen Tot slot zou ik naar de heer Meerdink toe willen zeggen dat ik blij ben dat hij nu ook zelf dat onderscheid maakt tus sen het regionale kader in de Staten en die aansturing en op subregionaal niveau. Daarin moet de kracht van gemeenten liggen, zegt ook de heer Brok. Dat betekent voor ons ver dieping van beleidsaansturing ten opzichten van voorgaande jaren. Daar stel ik mij veel van voor. Uiteindelijk zegt dus de grootste gemeente een regionaal bestuursexperiment op het terrein van de politie wel aan te durven en dat is nogal wat. Dat mogen wij ook best wel even noteren als iets dat niet echt meteen voor de hand ligt, maar in deze structuur goed zou kunnen. De heer Brinks (weth.)De voorzitter suggereerde dat ik nog een uitgebreide bijdrage zou geven over de Gemeenschap pelijke Milieudienst Friesland. Dat wou ik eerlijk gezegd niet doen, want de fracties hebben al op elkaar gereageerd en zijn verder ondersteunend voor wat betreft de voorstel len van het college. Daar wou ik het bij laten. De heer Brok: De burgemeester is niet ingegaan op de sug gestie die ik heb gedaan om in het verlengde van Een Visie op Sturing, ik heb de link gelegd met Ta Beslüt, te komen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 27