Blad 8
Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998
- kan het college antwoord geven op de vraag waarom een
eventueel aan te scherpen verordening alleen maar kan
werken in combinatie met een contract met een buiten-
steedse organisatie?
De heer Meerdink: Een punt van orde. Ik heb toch wat moeite
met dit soort vragen. Er is net een collegestandpunt naar
buiten toe gekomen en nu worden er eigenlijk al, zonder dat
er een discussie is geweest in de commissie, vragen over
gesteld. Ik wilde dat even naar voren brengen.
De Voorzitter: Meestal doen wij dat af door in de toonzet
ting van ons antwoord een dergelijke kleur mee te geven,
maar dat zullen wij afwachten.
De heer Brinks: Binnenkort komt dit voorstel in de commis
sie en dan kunnen wij er uitgebreid over praten.
De heer Hoogeveen: Om nog maar even op de plakkersoorlog
verder te gaan, wij kunnen er zelf ook wat van. Er staat in
deze stad een aantal borden waar politieke partijen hun
aankondigingen voor de verkiezingen kunnen opplakken. Ik
moet zeggen dat waar de politiek heilig verontwaardigd is
over het wildplakken in de stad, strenge regels stelt aan
Publex met de publicatieborden, wij zelf ook wel eens goed
mogen opletten wat wij aan het doen zijn. Die borden zien
er dus niet uit. Ik bedoel daar de politieke partijen mee
die op die borden plakken. Ik denk dat het goed zou zijn
dat wij met elkaar een afspraak zouden maken hoe wij daar
mee omgaan. Ik zou ook aan het college willen vragen om
daar het initiatief in te nemen. De borden moeten nog tot 6
mei a.s. staan, dat betekent dat wij drie maanden lang deze
rotzooi in de stad hebben staan. Ik zou graag willen dat er
een einde aan kwam.
De Voorzitter: Ik vat dit op als een mededeling. Iedereen
heeft goed geluisterd en dat is goed verstaan.
De heer Bilker: De CDA-fractie zou graag informatie willen
hebben over de achtergronden van het aanstaande vertrek van
de FLTO uit Leeuwarden. Welke gesprekken heeft b. en w. ge
voerd om dit eventueel te voorkomen? U weet dat er een dui
delijke relatie met Leeuwarden ligt als 'Leeuwarden land-
bouwstad' Uiteraard betreuren wij deze stap van het FLTO.
Wij hebben ook gelezen dat de Provinciale Staten en Gedepu
teerde Staten daarover hebben gediscussieerd en dat die ook
Blad 9
Verslag van de raadsvergadering van 16 februari 1998
een streng protest hebben laten klinken en dat Gedeputeerde
Staten alsnog om de tafel gaat met de FLTO om hierover te
spreken. Wij verzoeken het College van B. en W. om het
liefst samen met de provincie met de FLTO hierover te pra
ten en de achtergronden te vernemen en mocht het mogelijk
zijn de beslissing terug te draaien.
De Voorzitter: Toen die onheilstijding ons bereikte, hebben
wij diezelfde ochtend spoorslags uiteraard contact opgeno
men met het secretariaat van de FLTO. Dat heeft in de loop
van die dag geleid tot diverse interviews en zelfs
's avonds al tot een duo-interview met zowel de secretaris
van de FLTO als met uw portefeuillehouder. De lijn daarbij
is dat wij de argumenten inbrengen dat de projecten waar
wij mee bezig zijn nu en de wijze waarop de afgelopen drie
jaar een gedeelte van de FEC-zone is bebouwd met agri-
nutri-diensten, de hoofdreden is om FLTO en LTO te vragen
haar beslissing ter heroverwegen. De mededeling is ons zeer
ontijdig geworden. In een voortraject drie maanden geleden
hebben wij gevraagd of er een fusie aan zat te komen, want
daar was wel eens eerder sprake van geweest. Dit leidde tot
het bericht dat die fusie op dat moment (drie maanden gele
den) niet aan de orde was. Totdat tien dagen geleden bleek
dat dat wel het geval was en is. Wij hebben nadien ook
langdurig telefonisch contact gehad met het secretariaat
van LTO, die vanuit de beweegredenen die bij die organisa
tie golden, hebben duidelijk gemaakt dat zij in een hevig
en langdurend, bijna nachtelijk overleg met elkaar hebben
gezeten en dat men er uiteindelijk uit wilde komen met een
duidelijkheid, ook op het punt van de locatiekeuze. Er is
tijdens dat overleg wel aan de orde geweest om die locatie
keuze niet zodanig helder te laten zijn dat dat meteen zou
leiden tot 'dan moet het daar maar'ik laat even in het
midden vanuit welke partij dat is bepleit. Maar men heeft
uiteindelijk gevonden dat toch zo te moeten doen. Wij heb
ben inmiddels op het niveau van het college een brief ge
stuurd onder het motto van de bevestiging van uitgewisselde
argumenten en het aanbieden van een nader gesprek, waarin
wij niet alleen de argumenten herhalen, maar ook wijzen op
de voor de hand liggende uitbreidingsmogelijkheden ter
plekke van het kantoor. Daar ligt nog een stuk terrein
braak aan de waterpartij richting de ingang van de vee
markthal FEC. Kortom, wij wijzen er op, zowel aan beide or
ganisaties als aan de provincie die wij meteen rechtstreeks
in deze correspondentielijn betrokken hebben, om in een na
der gesprek te willen komen met deze gefuseerde organisa
tie. Welke fusie wij als zodanig toejuichen, want dat ver
sterkt in onze ogen alleen maar onze argumenten, omdat je
dan zou kunnen spreken van drie Noord-Nederlandse organisa
ties, de landbouworganisatie zelf, het Landbouwinstituut
wat hier nog moet komen en het EATC, wat vanuit die ene