de raadsvergadering van 23 maart 1998 'waar haalt hij het vandaan-prijs'De prijs voor het meest gezochte of absurde argument Het feit dat de provincie afziet van de inflatiecorrectie op haar deel van het tarief, kan natuurlijk nooit argument zijn om te zeggen, dat pikken wij als gemeente, als andere overheid, maar even in. Dat zou, datgene wat wij afgespro ken hebben bij de collegeonderhandelingen om de OZB- tarieven niet te corrigeren voor inflatie, een aardig argu ment geven aan andere overheden om dat dan maar te gebrui ken. Dat vindt mijn fractie een onzinnig argument. Ook het tweede argument komt voor nominatie in aanmerking. Het Mercuriusbestuur schrijft dat de f 2,- wordt geind door het rijk en dus niet op de gemeentelijke belastingnota staat. Blijkbaar gaat Mercurius, wat vreemd is voor een persorgaan, uit van het principe 'wat niet goed weet, wat niet zo deert'Het zal duidelijk zijn dat het hier wel de gelijk om een lokale heffing gaat. Een belastingverhoging is ook nog altijd in strijd met het Collegeprogramma. Wij moeten trouwens sowieso oppassen dat wij de lastenverlich ting die wij geven aan burgers via andere heffingen niet weer net zo hard terug halen. Indien de raad van mening is dat Mercurius een betere ruimere en structurelere financie ring behoeft, moet zij daar uit haar begroting ruimte voor maken, maar dit niet extra aan de burgers opleggen. Ik kom daarover met een motie, welke luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 23 maart 1998; behandelende bijlage nr. 41, Tussen de stenen het cement, gemeentelijke nota cultuur 1998-2000; overwegende - dat in het Collegeprogramma is afgesproken uiterst te rughoudend te zullen zijn met lastenverhogingen en zo mogelijk te komen tot lastenverlichting; - dat het wenselijk is een meerjarig contract met Mercu rius aan te gaan over te leveren prestaties en de door de gemeente te betalen vergoedingen; besluit het college te verzoeken met het bestuur van Mercurius een meerjarig contract af te sluiten en de voor de uit voering van dat contract benodigde middelen via een be grotingsvoorstel aan de raad aan te bieden." De motie is ondertekend door de heer Stoker namens de GPV/RPF/SGP-fractie en door mijzelf namens de NLP-fractie. (De VoorzitterMotie nr. 3 maakt onderdeel uit van de be raadslagingen. De extra middelen voor de Harmonie en het afzien van de taakstelling gaat mijn fractie te ver. In totaal wordt het budget van de Harmonie zo met ruim 20% verhoogd, het gaat dan om een bedrag van f 4 ton. Op zichzelf is een verhoging Blad 23 Verslag van de raadsvergadering van 23 maart 1998 van het budget wel bespreekbaar, maar op dit moment, zonder dat een integrale afweging met andere beleidsterreinen en taakstelling plaatsvindt, is mijn fractie daartoe niet be reid. Hetzelfde geldt in grote lijnen voor het project 'Artists in residence'Mijn fractie heeft grote twijfels of dit wel een dusdanige prioriteit moet hebben. In ieder geval wil mijn fractie daar nu geen preprioriteit van maken. Wij vinden de aandacht voor de amateuristische kunstbeoefe ning wat te gering. U wilt het wel steunen, maar daarbij letten op kwaliteit, zo schrijft u op bladzijde 58. Mijn fractie vraagt zich ernstig af of dat nu bepalend moet zijn bij dit soort kunstbeoefening, het gaat om het plezier dat men heeft met anderen en met de cultuur. Ook het bedrag acht mijn fractie, gelet op de hoeveelheid verenigingen, wat te laag. Bij toekomstige perspectiefnota's zal mijn fractie proberen daar meer middelen voor vrij te spelen. Het zal duidelijk zijn dat wij ook hier tegen de financie ring zijn op basis van de preprioritering U beperkt de speelruimte van de nieuw gekozen raad. Alles bij elkaar optellend heeft u in de laatste maanden vrijwel alle voorziene ruimte voor nieuw beleid al ingevuld. Dat is niet netjes. Daarnaast wil ik toch blijven wijzen op het belang van het maken van een integrale afweging. Concluderend kan ik u meedelen dat mijn fractie vooralsnog alleen kan instemmen met besluit l.a. Het enige wat wij als onderdeel van de cultuur gemist heb ben in de Cultuurnota is dat er niks wordt geschreven over de vergadercultuur. De heer De Beer (weth.)Ik wil graag op de eerste plaats de woorden van waardering en lof tot mij nemen en ze ook graag doorgeven aan de mensen die inderdaad, vooral de eer ste maanden vanaf september, daar dag en nacht en zelfs de weekenden mee bezig zijn geweest. Ik heb ook begrepen uit de woorden van de fracties dat de nota veel waardering oogst. Ik ben ook van mening dat wij geprobeerd hebben om in een redelijk korte tijd in ieder geval duidelijk in beeld te brengen hoe de situatie op dat moment is en hoe de situatie op dit moment is met alle mogelijkheden die daar het gevolg van kunnen zijn. Ik heb ook in de commissiever gadering al gezegd en ik herhaal dat hier nog eens, dit is beslist niet het eindplaatje, dit is pas het begin. Wij hebben hier de basis gelegd voor datgene wat wij de komende jaren met onze cultuur willen doen. Dit is het uitgangs punt. Daarom ben ik ook blij dat deze nota, met uitzonde ring van enkelen die wat financiële problemen hebben met dit hele verhaal, toch breed wordt ondersteund.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 12