Blad 16
Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1998
kondigd dat wij als SP-fractie constructief mee willen en
zullen denken.
Een artikel in de Leeuwarder Courant van 13 maart j.l. be
vestigde onze houding tijdens de collegeonderhandelingen
door ons inderdaad als constructief te betitelen. Dat
standpunt zijn wij nog steeds toegedaan en wij hopen dat in
de komende raadsperiode verder te bewijzen.
Tijdens de eerste ronde van de collegeonderhandelingen werd
door de meeste partijen de wens uitgesproken een zo breed
mogelijk college van b. en w. te vormen. Gezien de verkie
zingsoverwinning van de SP zou hierin voor ons ook een
plaats weggelegd kunnen zijn, sterker nog er gingen gelui
den dat de SP juist op basis van die overwinning eigenlijk
collegeverantwoordelijkheid zou moeten nemen. Van het begin
af aan hebben wij aangekondigd onbevangen de raadsperiode
in te gaan, zonder te azen op een wethouderspositie en wij
kozen dus voor de oppositie. Hier hadden wij goede redenen
voor.
Ten eerste zijn wij vergeleken met de PvdA, CDA en WD met
drie zetels een relatief kleine fractie. Een aantal voor
ons zeer belangrijke punten zijn onverenigbaar met de
standpunten van andere partijen. Met deze partijen in het
college stappen zou zeer waarschijnlijk betekenen dat wij
veel water bij de wijn zouden moeten doen. Zoveel zelfs dat
de wijn niet meer naar wijn zou smaken.
Wij willen ons zelf niet voorbij lopen, wij steken niet on
der stoelen en banken dat wij onervaren zijn op het poli
tiek toneel en nog veel moeten leren. Het eerste jaar zal
voor ons dan ook een leerjaar worden, bovendien kent onze
afdeling een relatief korte bestaansgeschiedenisEr is in
deze tijd door een twintigtal vrijwilligers op verschillen
de manieren keihard gewerkt om de zaak op de rails te krij
gen. Een wethouderspost zou voorlopig even te veel van het
goede zijn. Met andere woorden, wij achter ons er zelf nog
niet klaar voor. Daarnaast zijn wij niet van mening dat een
verkiezingsoverwinning automatisch moet worden vertaald in
collegeverantwoordelijkheid. Vooral onze kiezers hebben
daar ook geen moment bij stil gestaan op het moment dat zij
voor lijst 10 kozen. Overigens geldt ook hier dat oppositie
voeren voor de SP geen principe kwestie is. De wethouders
in verschillende gemeenten bewijzen dat de Socialistische
Partij wel degelijk collegeverantwoordelijkheid wil en ook
kan dragen.
Reeds in een vroeg stadium stelde D66 voor een samenwer
kingsverband met PAL/GL aan te gaan om een gezamenlijke
wethouder naar voren te schuiven. Dit voorstel werd door
ons van de hand gewezen. Aangezien wij waarschijnlijk een
groep voormalige PAL/GL-stemmers onder onze kiezers hebben,
zou er sprake zijn van kiezersbedrog, ex-Pallers hebben de
overstap naar de SP niet voor niets gemaakt. Bovendien lig
gen de standpunten van beide partijen over belangrijke on
Blad 17
Verslag van de raadsvergadering van 14 april 1998
derdelen ver uit elkaar. Hierbij moet gedacht worden aan
onderwerpen als de relatie tussen de aangeboden hoeveelheid
afval en het afvalstoffentarief en de minimumpas.
Hiermee zijn wij beland bij het Bestuursprogramma
De wetenschap dat wij geen collegepartij zijn en dat het
opstellen van het Bestuursprogramma niet automatisch bete
kent dat het ook daadwerkelijk zal worden uitgevoerd en het
tekort aan kennis op een aantal gebieden, hebben ons doen
besluiten gedoceerd en selectief te werk te gaan. Wij zijn
de grote partijen en de gespreksleiders dankbaar dat elke
partij, dus ook de SP, in de gelegenheid werd gesteld een
bijdrage te leveren. Ook zijn wij alle betrokkenen dankbaar
dat er niet alleen werd geluisterd naar onze inbreng, maar
dat een aantal punten ook zijn verwerkt in het Bestuurspro
gramma, zij het meestal wat genuanceerder dan ons voor ogen
stond. Dit is volgens ons het gevolg van de doelstelling de
inbreng van nagenoeg alle partijen zoveel mogelijk te ver
wezenlijken.
Het programma zoals het er nu ligt laat daarom aan duide
lijkheid te wensen over. Ook wordt er volgens ons te vaak
een zekere terughoudendheid gekoesterd door naar lopende of
nog komende onderzoeken te verwijzen. Toch hebben wij als
SP een zekere invloed kunnen uitoefenen. De asbestproblema-
tiek in gemeentelijke gebouwen is door ons aangekaart en in
het programma aan de orde gekomen. Van een volledig inven
tarisatieplan is helaas nog geen sprake. Wij hebben in het
kader van het veiligheidsbeleid voorlichting op scholen en
aan burgers weten toe te voegen en er is betere openbare
verlichting toegezegd. Wij hebben weten toe te voegen dat
niet alleen wijkvertegenwoodigers en gemeenten, maar ook
woningbouwverenigingen mede kunnen zorgen voor een aantrek
kelijker en schoner leefmilieu. De door de SP ingebrachte
wens voor meer aandacht voor ondersteuning van hulpvragers
bij het indienen van aanvragen en invullen van formulieren
etc. is in het programma opgenomen, evenals de ondersteu
ning van de inzet van het buurt- en wijkwerk. Op ons initi
atief zal er kritisch worden gekeken naar de betaalbaarheid
van de verschillende sportvoorzieningen voor sportbeoefe
naars. Projecten voor jonge allochtone werkzoekenden hebben
wij weten te veranderen in projecten voor allochtone werk
zoekenden in het algemeen.
Om alle partijen toch zoveel mogelijk tevreden te stellen
moest de formulering van de ingebrachte punten hier en daar
dusdanig worden bijgeschaafd dat die veel minder concreet
is geworden. Wij realiseren ons terdege dat dit doorgaans
het maximaal haalbare bleek, helemaal indien een partij
geen deel uitmaakt van een college, zoals de SP bijvoor
beeld. Een voorbeeld hiervan is het voorstel voor het hou
den van een proef met gratis openbaar vervoer. In het Be
stuursprogramma wordt echter gesproken over een onderzoek