Blad 22
Verslag van de raadsvergadering van 2 0 april 1998
ment met gratis openbaar vervoer met parkeergelegenheden
aan de rand van de stad.
Om het idee van 'laten wij er maar mee instemmen, omdat het
op dit moment van de besluitvorming de beste oplossing is'
te voorkomen, willen wij duidelijk maken dat wij tegen het
aanleggen van de parkeergarage zijn. Ons realiserend dat
het instemmen met het voorstel van het college instemmen
met de plannen betekent, stemmen wij op basis van genoemde
argumenten tegen het voorstel van het college van b. en w.
De heer Feddema: Toch een beetje een positief geluid, want
'sjoch dizze stêd' en zo moeten wij eigenlijk ook tegen het
Hofsingelproject aankijken. Is het realistischer geworden,
vroeg de heer Stoker. Ik denk het wel. Ik denk dat als je
kijkt naar het thans voorliggende voorstel, dat het stukken
realistische is geworden. Wij hebben zelf als raad er be
langrijke elementen uitgehaald in de afgelopen maanden,
daar waar het misschien ten opzichte van kostendragers be
ter had gekund, het zij zo. Dat neemt niet weg, dat hetgeen
waar ook op gedoeld wordt, en dan met name het onderdeel
Bastion, dat ook onze fractie daar enige zorg over heeft.
In de commissiebehandeling heb ik gevraagd om in ieder ge
val op korte termijn contact op te nemen met de Stichting
Parkeergarage, om te kijken wat de mogelijkheden zijn en om
straks misschien sneller te kunnen gaan starten met de
Stichting Parkeergarage op het OldehoofsterkerkhofDat wij
dan niet met een lege pot blijven zitten! Misschien dat de
wethouder iets kan zeggen over de stand van zaken, ook wat
betreft het Oldehoofsterkerkhofde parkeergarage aldaar.
Wij hadden in de commissie al onze instemming gegeven aan
dit stuk en dat willen wij nogmaals onderstrepen met de
korte woorden: wij vinden dat dit onderdeel een stuk rea
listischer is geworden.
De heer De Vries: Toen mijnheer Sluiter lekker op gang was
heb ik even om mij heen gevraagd of het maandag of dinsdag
was, maar het bleek toch maandag te zijn. De woorden die
hij uitsprak, waar best een aantal goede elementen in za
ten, heeft hij ook breed weergegeven in de commissie. (De
heer Sluiter: Dan mist de heer De Vries toch even het punt
dat ik een vergelijking heh gemaakt tussen de plannen waar
eerder iedereen kennelijk zo enthousiast over is geweest en
wat er nu is gebeurd. Het is niet alleen breedvoerigheid
van mijn kant geweest, er zat ook zeker een kern in. Die
heb ik van tevoren ook aangegeven, dus dat wist iedereen,
neem ik aan
Waar wij vanavond over besluiten is het inrichtingsplan en
daar moet nog van alles aan gebeuren. Wanneer wij menen dat
wij gebouwen weg moeten laten of gebouwen moeten veranderen
of op een andere plaats neer moeten zetten, vind ik daar de
Blad 23
Verslag van de raadsvergadering van 20 april 1998
plaats de Commissie Stadsontwikkeling voor is en niet de
raad.
Wij wensen dus in te stemmen met het schetsplan zoals het
er nu ligt. Ik denk dat het voor de duidelijkheid goed is
dat deze vraag in zijn algemeenheid even wordt gesteld,
zonder alternatieven die inmiddels worden aangedragen.
De heer Den Oudsten: Het ligt nu ongeveer gelijk aan hoe
het in de commissie lag, behalve dat er een partij bij is
gekomen die daar inmiddels ook haar standpunt over bepaald
heeft. Ik moet u wel zeggen dat ik voel dat de emoties
rondom de kwaliteitsbeoordeling van het geheel wat naar de
positieve kant zijn opgeschoven. Ik merk dat er nu toch een
toonzetting in de raad is die het project een grotere kwa
liteit en meerwaarde toekennen dan de wat kritische houding
die in de commissie indertijd aan de orde was. Ik zuig dat
natuurlijk op, dat begrijpt u wel, omdat ik ook vind dat
dat volkomen terecht is. Er zijn eigenlijk drie woorden die
in het kader van dit project nog steeds gelden. Die golden
toen het vorige college met het verhaal bij u kwam en ook
de inspraak inging en die gelden nog steeds
Dat is 'kwaliteit'er is absoluut nog steeds sprake van
topkwaliteit op een toplocatie.
Het tweede woord is 'uitzonderlijkheid' Je vindt nergens
in Noord-Nederland een dergelijke stadsrand terug die op
een dergelijke manier wordt ingevuld.
Dat betekent dat dit automatisch komt naar mijn derde woord
en dat is 'uniciteit'Dit is een unieke zaak, die ook zijn
gelijke niet kent.
Ik gebruik deze superlatieven nu maar even op deze manier,
omdat wij snel geneigd zijn om te vergeten dat wij toch ook
in en om de binnenstad een aantal kwaliteiten hebben die
wij maximaal moeten benutten. Daar kun je verschillend over
denken. Je kunt ook verschillend oordelen over kwaliteits
aspecten, over of je wel of niet op het Wissesdwingerter-
rein moet bouwen, of je wel of niet grondgebonden woningen,
waar dan ook, moet neerzetten. Maar niemand zal kunnen ont
kennen dat wij hier uitgaan van een kwaliteitsplan dat ook
daadwerkelijk in zijn aanpak en zijn controle topkwaliteit
moet blijven. Dat even ter algemene inleiding.
Dat neemt niet weg dat er nog steeds een aantal fracties
zijn die zeggen dat zij toch wat kritisch tegen de zaak
aankijken. Sommigen concentreren dat op het financierings-
aspect en dan specifiek als het gaat om de parkeergarages.
Anderen zoals mevrouw Inberg van de D66-fractie zeggen dat
het hele plan hun eigenlijk te mager is geworden. Dat laat
ste begrijp ik niet, eerlijk gezegd. Want wij zijn wel uit
gegaan van een aantal wisselingen van ruimtegebruik. Bij de
Arendstuin zou een woongebouw worden neergezet. Als mevrouw
Inberg daar meer kwaliteit aan toekent dan de grondgebonden