Blad 26
Verslag van de raadsvergadering van 20 april 1998
lijkertijd op dit moment kansen aan het bekijken zijn om
toch de parkeergarage Oldehoofsterkerkhof op een redelijk
snelle termijn te bouwen. Want ook daar speelt natuurlijk
dat zo'n parkeergarage ook weer zijn eigen economie krijgt.
Daar zitten ook weer baten en lasten aan die opnieuw moeten
worden afgewogen. Het is niet zo dat wij dat op de lange
baan hebben geschoven, ik begreep dat de heer Feddema daar
bevreesd voor was, maar het wordt in een andere zetting op
nieuw bekeken. Het is dus ook niet zo dat als men tegen de
financiering van de parkeergarages is, men automatisch te
gen het hele plan is. Ik zou het erg plezierig vinden als u
datgene waar u tegen bent tot een minimum zou willen beper
ken. Ik zeg dat er even bij omdat er natuurlijk een hele
boel aspecten zijn. Ik denk dat mevrouw Inberg ook best een
aantal aspecten kan noemen van het plan waarmee zij het wel
eens is, dat heeft zij net ook al aangegeven. Maar dat er
een aantal kritische factoren zijn waarop zij een andere
afweging maakt
Als ik kijk naar de vragen die gesteld zijn, dan heb ik
zelf de indruk dat ik in mijn beantwoording in eerste ter
mijn op alle aspecten die aan de orde zijn gebracht ben in
gegaan
(Mevrouw Inberg: Mijn vraag is niet beantwoord voor wat be
treft de inspraak op het WissesdwingerprojeetDit is ge
wijzigd en nu moet het opnieuw in de inspraak ingebracht
worden
Mevrouw Inberg heeft gelijk, dat moet opnieuw in de in
spraak gebracht worden. Ik begrijp dat het ook een wijzi
ging betekent op het bouwbesluit, dus er zal een procedure
aan gekoppeld worden. Ik moet nog even navragen wanneer die
precies kan worden uitgevoerd. Als mevrouw Inberg het goed
vindt, wil ik haar dat antwoord morgenavond geven, want dan
hebben wij het plan toch aan de orde. Overigens komt het
hele plan nog in een inspraakronde. (Mevrouw Inberg: Ik zou
dat in samenhang met de rotonde Groeneweg willen bekijken.
Ik begrijp dat daar het punt zit, maar er komt nog volledig
de gelegenheid om op die detaillering in te gaan.
De Voorzitter: De vergadering wordt geschorst.
De Voorzitter schorst om 20.55 uur de vergadering.
De Voorzitter heropent om 21.15 uur de vergadering.
De heer Sluiter: Ik zal zeer kort zijn. Ik heb in mijn eer
ste termijn mijn kruit bijna verschoten.
Blad 27
Verslag van de raadsvergadering van 20 april 1998
Ik heb in de pauze opgevangen dat de plannen zoals ze er nu
liggen niet zozeer vergeleken zijn met de schetsen die wij
hebben aangenomen, maar met de schetsplannen die er lagen,
wat een soort groengolvend landschap was. Dan is er mis
schien enige teleurstelling nu je er echte plannen van
maakt. Maar ook als ik deze plannen zie en deze schets als
tekening bekijk, vind ik deze in kwaliteit niet onderdoen
voor eerdere plannen.
Wat er verder gezegd is, heeft mij niet zozeer overtuigd,
dus ik houd staande wat ik in eerste termijn gezegd heb.
Nog even over de financiering, alhoewel wij daar niet in
detail op ingaan. In de commissie heb ik begrepen uit de
beantwoording van de wethouder dat juist het contact met de
Stichting Parkeerfonds in de kwestie van de parkeergarage
Bastion in zekere zin ook een garantie zou inhouden voor de
toekomst voor de mogelijkheid om de parkeergarage op het
Oldehoofsterkerkhof verwezenlijkt te krijgen. Ik heb de
aantekening die ik toen heb gemaakt nu even niet bij de
hand, dat is jammer, maar misschien kan de wethouder, na
enig denkwerk, nog wat maken van wat ik nu gezegd heb.
De heer Roekiman: De wethouder heeft in zijn eerste termijn
aangegeven dat op deelprojecten een besluit kan worden ge
nomen. Dit is blijkbaar anders dan hij in de commissiever
gadering op 24 maart jl. heeft aangegeven. Mijn fractie
heeft in ieder geval in eerste termijn aangegeven een hoge
re prioriteit te geven aan de parkeergarage aan het Olde
hoof sterkerkhof Dat op grond van de plannen in het kader
van de herinrichting van de Nieuwestad-Binnenstad. Als de
wethouder nu zegt dat de parkeergarage Bastion wel losge
koppeld kan worden van het Hofsingelproject, dan wil mijn
fractie uitspreken tegen besluit nr. 3 te zijn.
Mevrouw Inberg: De heer Den Oudsten overtuigt ons niet met
zijn superlatieven, omdat namelijk het eerste bindende ele
ment, het herkenbaar neerzetten van een stadswal, niet is
waargemaakt en dat blijft ook zo. Dat is een gemiste kans.
Dan kan de heer Sluiter wel een beetje badinerend zeggen
dat mensen in groene golven geloofden die in de eerste te
kening zaten, ik proef uit zijn toon dat dat een beetje na-
ief is geweest. Maar zo ligt het natuurlijk niet. Het had
wel waar gemaakt kunnen worden en dan bestaat het heus niet
alleen uit groen, maar dan zit er een echte herkenbare vorm
in. Wij blijven er toch vanuit gaan dat ieder onderdeel
alsnog op zijn kwaliteit, voor zover mogelijk, bevochten
moet worden. Dat is al begonnen met het Gymnasium, dat wij
toen voor de heisdeuren hebben moeten wegslepen. Ik denk
dat dat voor de rest ook weer zo zal gaan. Ik begrijp dat
de heer Den Oudsten morgenavond voor wat betreft welke vor-