Blad 26
Verslag van de raadsvergadering van 18 mei 1998
niet hangende de vergadering als er twee fracties zijn die
vinden dat er nog eens nader over nagedacht moet worden dat
hij het daar eigenlijk wel mee eens is en dan nog eens gaat
nadenken. Nadenken vind ik wel goed, maar dat had hij ei
genlijk eerder moeten doen.) (Mevrouw WaandersIk mag aan
nemen dat de PAL/GL-fractie op het moment dat het voorstel
in de commissie aan de orde is geweest een voorbehoud heeft
gemaakt of tegen heeft gestemd?) (De heer JacobseSterker,
meerdere fracties.) Daarom is daar een reactie op gekomen
van de personeelsvereniging. Daarvan heeft men gezegd, nu
ik deze reactie hoor en in de raad ook weer bedenkingen
hoor, lijkt het mij goed dat wij daar even goed naar kijken
of het wel verstandig is wat wij doen. Ik merk dat.
De heer Boorsma heeft gevraagd waarom de DSW-ers uitgeslo
ten zijn. Dat komt omdat de DSW dat kenbaar heeft gemaakt,
met name omdat de DSW een eigen personeelsvereniging heeft
en ook wil houden.
De heer De Beer: Mijn fractie vindt dit een uitstekend
voorstel, wij zien geen enkele reden om dit nu terug te
trekken. Ik stel voor dat wij erover gaan stemmen.
Mevrouw Waanders: Het is ook een beetje van de zotte dat
wanneer een aantal raadsleden zegt dat zij twijfelen of het
wel goed is dat personeelsleden een jeu-de-boules-baan wil
len, dat op basis van dat soort geluiden de wethouder zegt
dat hij dit terug neemt. Ik ben daar ontzettend verbaasd
over. Als hij dat geluid wil doorgeven, zou ik ook het ge
luid willen doorgeven dat overeenkomt met dat van de heer
De Beer, dat wij dit een prima plan vinden.
De heer Stoker: Dat geldt ook voor mij.
De heer Jacobse: Dat lijkt mij ook weer geen goede zaak. Op
het moment dat er vanwege de personeelsvereniging al twij
fel is over de zin en het gebruik van zo'n baan, dan is het
natuurlijk aan de andere kant van de gekke dat je als werk
gever zegt dat je toch die baan aanlegt. Dat gaat mij ook
weer te ver. Ik denk dat het er hier om gaat - en dat is
uiteindelijk de afweging die wij ook als fractie hebben ge
maakt - dat je op een gegeven moment je afvraagt wat goed
werkgeverschap is. Goed werkgeverschap houdt ook in dat je
bepaalde faciliteiten voor je personeel beschikbaar stelt,
die het wij-gevoel en de arbeidsvreugde en dergelijke kun
nen bevorderen. Dat moet je als werkgever doen en welke we
gen daartoe het beste zijn, moet de personeelsvereniging
samen met het college maar ontwikkelen. Dat kan een jeu-de-
boules-baan zijn, maar dat kan ook heel iets anders zijn.
Blad 27
Verslag van de raadsvergadering van 18 mei 1998
Ik denk dat wij met elkaar de intentie hier neergelegd heb
ben dat wij bereid zijn wat aan het probleem van buiten
werktijden nog gezamenlijk bezig te zijn iets te doen. Hoe
dat verder ingevuld wordt, wachten wij maar af.
De heer Boorsma: Dat is ook denk ik het probleem niet. Het
gaat er om dat hier wel een krediet wordt voorgesteld voor
een jeu-de-boules-baan.
De heer Van Mourik: Ik stel voor dat wij dit krediet be
schikbaar stellen en dat over dit krediet voor de jeu-de-
boules-baan nog overleg plaatsvindt in de Commissie Bestuur
en Middelen.
De heer P. de Jong: Ik zou mij bij de suggestie van de heer
Van Mourik wel willen aansluiten. Ik ga ervan uit dat het
college met een voorstel komt dat gedragen wordt door de
organisatie. Als dat zo is, dat handhaaft het college van
avond dit voorstel. Ik wil pragmatisch gesproken wel aan
sluiten bij het voorstel dat de heer Van Mourik doet om
vanavond dit krediet beschikbaar te stellen en dat als er
sprake zou kunnen zijn van wellicht wat minder draagvlak
voor de jeu-de-boules-baan, dat wij daar op terug komen in
de Commissie Bestuur en Middelen.
De heer Bilker (weth.)De woorden van de heer Jacobse zijn
mij uit het hart gegrepen, derhalve ook die van de heren
Van Mourik en de Jong. Het lijkt mij goed dat de raad nu
kenbaar heeft gemaakt dat er in principe iets zal moeten
gebeuren. De eerste reactie was toch iets kritischer in de
commissie, daarop is dus een tegenreactie gekomen. Het zou
goed zijn dat wij weten dat er nu een krediet beschikbaar
wordt gesteld en dat wij nader terug komen in de commissie
hoe dat wordt dan wel is ingevuld. (De heer RoekimanIn
mijn eerste termijn heb ik aangegeven dat zoals het voor
stel er nu ligt wij een aantekening willen hebben. Wij heb
ben eerder aangegeven dat wij niet akkoord gaan met het
plan zoals het er nu ligt. Dus willen wij op voorhand geen
krediet voor dit plan beschikbaar stellen.)
De Voorzitter: Voordat de heer Roekiman die aantekening
handhaaft wij ik de raad procedureel melden dat hetgeen wat
nu door de heer Bilker is uitgelegd ook mede op initiatief
is van een aantal sprekers, waaronder de heer Van Mourik.
Dit betekent dat de raad een krediet vaststelt van
f 55.000,-, zich nu niet druk maakt over de specificatie en
de wethouder laat zeggen wat verstandig is om door te laten