Blad 40 Verslag van de raadsvergadering van 25 mei 1998 - dat de provinsje Fryslan toe wil werken naar regionale baggerdepots - dat er door de Grontmij een onderzoek wordt verricht naar de mogelijkheden van zo'n regionaal depot bij Leeuwarden; - dat Afvalsturing Friesland wellicht mogelijkheden ziet voor een baggerdepot op De Wierde; besluit het College van B. en W. op te dragen om in zijn hoeda nigheid van aandeelhouder en commissaris van Afvalsturing Friesland op de kortst mogelijke termijn aan te dringen op een notitie van Afvalsturing met betrekking tot de mo gelijkheden van een baggerdepot op De Wierde en deze ter kennis van de raad te brengen; en gaat over tot de orde van de dag." De motie is door mij en mevrouw Inberg ondertekend en mede- ondertekend door de heer Stoker van de GPV/RPF/SGP-fractie, de heer Kalsbeek van de SP-fractie en de heer De Jong van de NLP-fractie. (De VoorzitterDit is motie nr. 16.) Ten aanzien van de overschrijding van f 8 ton bij de afval inzameling het volgende. Blijkbaar is hier slecht begroot, want deze zaken hebben nooit in de risicoparagrafen ge staan. De cijfers die het college nu meldt in de raadsbrief gaan uit van een feitelijke stijging met 5% van het aange boden afval in 1997. Maar er vindt nu toch enig gegoochel met cijfers plaats. De rekening 1996 stelde een aanbod van ruim 42.000 ton afval vast. Het gekke is dat voor de begro ting 1997 de raming met 5% in neerwaartse richting werd bijgesteld. De rekening 1997 laat dus in onze ogen een stijging zien van 10% ten opzichte van de begroting. Wij blijven het lastig vinden die overschrijding louter en alleen te wijten aan economische groei, aan de stijging van het bevolkingsaantal kan het zeker niet hebben gelegen. De heer Krol heeft daar in de commissie onder andere op gewe zen. Als wij met elkaar willen sturen op het aanbieden van de hoeveelheden afval, dan is het duidelijk dat het college met een nadere onderbouwing zal moeten komen. De verant woordelijk wethouder heeft bij de behandeling in de Commis sie Bestuur en Middelen gezegd dat hij wel een cijfermatige onderbouwing van dit alles kon leveren, maar een nadere analyse van de oorzaken wilde hij niet toezeggen. Wij hech ten daar zeer aan, vandaar dat wij daar ook een motie over hebben geformuleerd. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 mei 1998; behandelende de Perspectiefnota 1999-2002; overwegende - dat er bij de afvalinzameling in 1997 sprake is van een verhoging van 10% van het aangeboden afval; Blad 41 Verslag van de raadsvergadering van 25 mei 1998 - dat het van het grootste belang is om ook als gemeente sturingsmogelijkheden te hebben ten aanzien van de aan te bieden hoeveelheden afval; besluit het College van B. en W. te vragen om op de kortst moge lijke termijn te komen met een nadere kwalitatieve analyse van de overschrijdingen in 1997; en gaat over tot de orde van de dag De motie is door mij en mevrouw Inberg ondertekend en mede- ondertekend door de heer Stoker van de GPV/RPF/SGP-fractie, de heer Kalsbeek van de SP-fractie, de heer Van Mourik van de WD-fractie en de heer Krol van de CDA-fractie. (De Voor zitter: Dit is motie nr. 17.) Waar het de D66-fractie om gaat is dat er uiteindelijk min der afval wordt aangeboden. Dat is wat ons betreft de inzet voor een duurzaam beleid. Daarbij geldt ook zeker dat er op landelijk niveau met bijvoorbeeld de verpakkingsindustrie afspraken gemaakt moeten worden. Het kan niet zo zijn dat producenten hun financiële verantwoordelijkheid blijven ont lopen en dat gemeenten deze vervolgens mogen afwentelen op de burgers De reactie van de OR op de Perspectiefnota, waar het gaat om het personeelsbeleid, toont aan dat er nog steeds sprake is van een zekere discrepantie tussen het politiek bestuurlijk engagement en de feitelijke beleving hiervan op de werk vloer. Het toont in onze ogen eens temeer aan dat en reorga nisatie nooit zonder cultuurveranderingsprocessen kan. Dat proces is in volle gang, zo hebben wij begrepen. Maar het is wel een proces van de lange adem en dit betekent dat het be stuur nadrukkelijk zal moeten blijven investeren in cultuur dragers binnen de organisatie. Het gevolg, veel dingen er even bij te moeten doen, zoals spreekt uit de OR-reactie, naast de going concernzaken, moet wel verdwijnen. Wij zijn het eens met de middelen die het college wil vrijmaken voor extra investeringen in de kwaliteit van onze organisatie. Uiteindelijk leidt dat tot betere gemeentelijke producten. Wij zullen dat proces met de nodige aandacht blijven volgen. Ik kom dan tot slot bij de voorstellen voor bezuinigingen en nieuw beleid. Ten aanzien van de bezuinigingsvoorstellen is de D66-fractie tegen het voorstel onder nr. 417, de milieuvoorlichting voor 70% te dekken uit de verhoging van de afvalstoffenheffing. Hoewel de argumenten van het college in de Perspectiefnota en de raadsbrief redelijk lijken, leidt dit voorstel tot een lastenverhoging voor de burgers. Wij zijn daar tegen en ver zoeken het college de kosten van milieuvoorlichting te blij ven dekken uit de algemene middelen. Wij hebben ook de motie die door de heer Van Mourik hierover is ingediend mede- ondertekend

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 21