Blad 6 Verslag van de raadsvergadering van 25 mei 1998 gers worden omgesprongen. De raad moet erop toezien dat ver zelfstandigde instellingen niet al te eigengereid een mede door eigenbelang ingegeven voorschot gaan nemen op gemeente lijk beleid, waarbij de raad nog slechts het nakijken heeft. Voorwaarde voor een succesvol beleid in dezen is dat er vol doende vaart zit in de gemeentelijke beleidsontwikkeling, dat alle betrokken partijen de verantwoordelijkheid voor het gezamenlijk optrekken nakomen en dat in dat gezamenlijk op trekken steeds blijk wordt gegeven van de belangen van indi viduele burgers Een ander punt waarvoor ik aandacht vraag is het belang van beleidsevaluatie. Vanwege de samenhang van mijn verhaal loop ik daarbij vooruit op onze standpuntbepaling over de voor stellen voor nieuw beleid. In het collegeprogramma is opge nomen dat een systeem van permanente beleidsdoorlichting wordt ontwikkeld dat vooral gericht is de doelmatigheid en effectiviteit van de besteding van middelen. Eén van de voorstellen voor nieuw beleid betreft het uitvoeren van ex terne doelmatigheidsonderzoeken. Dat wij op dit moment dat voorstel niet ondersteunen, doet niets af aan het belang dat ook wij hechten aan beleidsevaluaties. We vinden echter dat de voorgestelde besteding van f 1 ton onvoldoende is onder bouwd. Het systeem van permanente bedrijfsdoorlichting moet nog ontwikkeld worden en er zijn meer dan voldoende moge lijkheden om bij de vertaling van belang van beleidsevalua ties en uitvoering van evaluaties de evaluaties ook daadwer kelijk uit te voeren. Het college geeft in de raadsbrief ook aan dat het grootste deel van de benodigde inspanning voor doelmatigheids- een effectiviteitsonderzoek door de eigen organisatie geleverd moet worden. We stellen het college dan ook voor om, in relatie tot het te ontwikkelen systeem voor bedrijfsdoorlichting, de raad meer inzicht te verschaffen in de mate waarin inschakeling van aanvullende, externe deskun digheid ten behoeve van beleidsevaluatie noodzakelijk is. Indien die aanvullende deskundigheid noodzakelijk blijkt, is de PvdA-fractie bereid daar geld voor vrij te maken. Ook van de raad mag een actieve bijdrage worden verwacht op het terrein van beleidsevaluatie. In de afgelopen raadsperi ode is die actieve bijdrage vooral geleverd door de raads commissie die het minimabeleid van de gemeente heeft geëva lueerd en op grond van de uitkomsten aanbevelingen heeft ge daan. Het voorstel om taakveldsgewijs de raad periodiek be leidsevaluaties te laten uitvoeren stamt uit een iets verder verleden, maar dient wat ons betreft overeind te blijven. De PvdA-fractie stelt dan ook voor om op korte termijn opnieuw een evaluatiecommissie vanuit de raad samen te stellen. Als object van evaluatie stellen wij de wijkaanpak voor. Het voorstel voor evaluatie van de wijkaanpak door raadsleden vinden wij om de volgende redenen zinvol beleidsevaluaties zijn niet alleen vanwege een gedegen be drijfsvoering van belang, ze leveren ook instrumenten aan Blad 7 Verslag van de raadsvergadering van 25 mei 1998 om de betrokkenheid te vergroten van de doelgroepen van de verschillende beleidsonderdelen. Beleidsevaluatie door de raad komt de betrokkenheid van burgers bij het bestuur en omgekeerd ten goede het versterken van de relatie tussen burgers en bestuur wordt breed gedragen door de raad en is één van de rand voorwaarden waarbinnen het Collegeprogramma uitgevoerd dient te worden; de wijkaanpak is een onderwerp dat een groot bereik heeft onder de Leeuwarder bevolking; een evaluatie veronderstelt dus veel contacten met een groot deel van de Leeuwarder bevolking, althans met een vertegenwoordiging daarvan; het wijkgericht werken zou volgens de visitatiecommissie van het GSBondanks de goede resultaten, verbeterd moeten worden; in het collegeprogramma is uitgesproken de wijkaanpak te bevorderen en de verantwoordelijkheden van wijkorganisa- ties uit te breiden. Voorzitter, wij hebben het voorstel verwoord in de volgende motie "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 25 mei 1998; behandelende de Perspectiefnota 1999-2002; overwegende - dat beleidsevaluaties door de raad een bijdrage kunnen leveren aan een sterkere relatie tussen burgers en be stuur; - dat het versterken van de relatie tussen burgers en be stuur breed wordt gedragen door de raad; - dat de wijkaanpak een onderwerp is dat een groot bereik heeft onder de Leeuwarder bevolking; - dat het wijkgericht werken volgens de visitatiecommis sie van het GSB, ondanks de goede resultaten, verbeterd moet worden; - dat in het Collegeprogramma het voornemen is opgenomen om de wijkaanpak te bevorderen; besluit een tijdelijke evaluatiecommissie van raadsleden in te stellen die, met ambtelijke ondersteuning en in overleg met de verantwoordelijk wethouder en de verantwoordelijke ambtelijke medewerkers, de wijkaanpak van de gemeente Leeuwarden evalueert en op basis van de uitkomsten aanbe velingen formuleert voor de bevordering van de wijkaanpak; en gaat over tot de orde van de dag De motie is ondertekend door de heer Krol van de CDA- fractie, de heer Van Mourik van de WD-fractie, mevrouw Haf kamp van de PAL/GL-fractiede heer Stoker van de GPV/RPF/SGP-fractie en de heer De Jong van de D66-fractie en mijzelf namens de PvdA-fractie(De Voorzitter: Dit is motie nr. 1.)

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 4