Blad 108 Verslag van de raadsvergadering van 25 mei 1998 Aan de orde is de stemming over motie nr. 16, baggerdepot op De Wierde. De motie van de heer De Jong namens de D66-fractie, mede- ondertekend door mevrouw Inberg van de D66-fractie, de heer Stoker namens de GPV/RPF/SGP-fractiede heer Boorsma na mens de SP-fractie en de heer De Jong namens de D66-fractie wordt aangenomen met 19 tegen 17 stemmen. Voor stemden de leden van de fracties van CDA, WD, SP, NLP, D66 en GPV/RPF/SGP met uitzondering van de wethouders Aan de orde is de stemming over motie nr. 17, overschrij ding aangeboden afval De motie van de heer De Jong namens de D66-fractie, mede- ondertekend door mevrouw Inberg van de D66-fractie, de heer Stoker namens de GPV/RPF/SGP-fractiede heer Boorsma na mens de SP-fractie, de heer Van Mourik namens de WD- fractie en de heer Krol namens de CDA-fractie, wordt aange nomen met 26 tegen 9 stemmen. Tegen stemden de leden van de PAL/GL-fractie, de NLP-fractie en het college. Aan de orde is de stemming over de Perspectiefnota 1999- 2002, bijlage nr. 76, met inachtneming van de aangenomen moties en de gedane toezeggingen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met inachtneming van de aangeno men motie en de toezeggingen van het college. De Voorzitter: Ik stel u voor een korte pauze te houden. De Voorzitter schorst om 21.45 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 22.05 de vergadering. Punt 4 (bijlage nr. 74) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Blad 109 Verslag van de raadsvergadering van 25 mei 1998 Punt 5 (bijlage nr. 71) De Voorzitter: Aan de orde is Verzoeken om vergoeding van schade ex artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke ordening van de bewoners van de Tolve en Oer de Feart te Goutum. Mevrouw De Jong: Wij hebben in de commissie hier uitgebreid over gesproken, wij hebben twee dingen aangevoerd. Eén, dat wij op grond van de argumenten die door het SAOZ zijn genoemd en op grond waarvan een bedrag is genoemd om tot schadevergoeding over te gaan onze voorkeur niet had. Twee, dat wij kritiek op de wet als zodanig hadden. Veel gemeenten delen dit gevoel en raadsbreed hebben wij de wethouder gevraagd om de wet als zodanig opnieuw te beoor delen en aan te passen aan de huidige tijd. De argumenten van de wet zijn te vaag, te subjectief, niet meer van deze tijd en ingehaald door maatschappelijke ontwikkelingen als compact wonen, met name bij centrumgemeenten. De wethouder heeft toegezegd mogelijk met andere gemeenten in VNG- verband hierin acties te ondernemen richting Tweede Kamer. Daar hoeven wij nu niet meer op in te gaan. Het gaat ons nu nog met name om het inwinnen van een tweede opinie en daartoe hebben wij een motie opgesteld, welke luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 2 5 mei 1998; behandelende het verzoek om vergoeding van schade ex ar tikel 2 9 van de Wet op de ruimtelijke ordening van de be woners van de Tolve en Oer de Feart te Goutum; overwegende - dat op zich wel tot uitkering van schadevergoeding moet worden overgegaan indien de schade is aangetoond; - dat de raad evenwel op grond van de door de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam, de SAOZ, aangevoerde argumenten, de door hen voorgestelde toe te kennen schadevergoeding ten bedrage van f 292.388,77 (inclusief de wettelijke rente) te hoog vindt en derhalve niet akkoord gaat met dit SAOZ- advies - dat het daarom van belang is om een tweede advies in te winnen zodat een weloverwogen besluit door de raad kan worden genomen; - dat aan het inwinnen van een tweede advies ondanks de overschreden termijn volgens de Procedureverordening planschadevergoeding geen rechtsgevolgen zijn verbon den - dat de kosten van het inwinnen van een tweede advies niet hoger zijn dan de bedragen genoemd in de brief

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 55