Blad 110 Verslag van de raadsvergadering van 25 mei 1998 aan de leden van de Commissie Stadsontwikkeling van 18 mei j1 voorts overwegende dat er momenteel verschillende interpretaties van artikel 49 WRO bestaan. Vanuit de VNG is een procedure gestart om meer duidelijkheid te krijgen over waar het met deze 'kantelende' wetgeving naar toe gaat. Vooralsnog is het onduidelijk wat de uitkomst zal zijn. Daarom is in dit stadium een bredere afweging, zeker geplaatst tegenover toekomstige ontwikkelingen, noodzakelijk; besluit het College van b. en w. op te dragen een ander onafhan kelijk bureau of een andere advocaat in te schakelen, die ervaren is op het terrein van verzoeken om planschade en bovendien de mogelijkheid heeft om zelf een makelaar taxateur hierbij aan te trekken, voor het geven van een tweede advies en gaat over tot de orde van de dag." De motie is ondertekend door mijzelf namens de PvcLA- fractie, mevrouw Inberg namens de D66-fractie, mevrouw Haf kamp namens de PAL/GL-fractie en de heer Kalsbeek namens de SP-fractie Wij willen hiernaast nog van de wethouder vragen wat hij zelf vindt van het inwinnen van een tweede opinie op grond van punten die wij genoemd hebben. (De VoorzitterDe motie maakt onderdeel uit van de beraad slagingen Mevrouw Inberg: De D66-fractie heeft moeite met de manier waarop het Adviesbureau Onroerende Zaken de argumenten ten aanzien van planschade weegt. Navraag bij de Vereniging Friese Gemeenten en de Vereniging Nederlandse Gemeenten leert dat er rondom deze problematiek veel gaande is. VNG is hierover een overleg met VROM aangegaan om meer duide lijkheid te krijgen. Het is namelijk heel onduidelijk hoe artikel 49 uitgelegd moet worden in het licht van het door VROM zelf uitgezette beleid. Met het aannemen van de VINEX- nota's is namelijk gekozen voor de aanwijzing van VINEX- locaties, de zogenaamde stedelijke knooppunten, waarmee aangegeven werd dat op die locaties de verdichting, verste ning, verstedelijking, compacte stad, hoe je het ook maar wilt noemen, moest plaatsvinden. D66 heeft de compacte stad en het concentreren van de verstedelijking rondom de stede lijke knooppunten altijd als juist beleid gezien om daarmee ook de schaarse open ruimte veilig te stellen. Nu lijkt zich dit tegen ons te keren. Compacte stad wordt afge straft. Deze hele afweging ten aanzien van het VINEX-beleid missen wij in het rapport van het Adviesbureau Onroerende Zaken. Zonder de afweging over binnenschijnende autolampen te kort te doen vinden wij de afweging over hoe het beleid Blad 111 Verslag van de raadsvergadering van 2 5 mei 1998 te interpreteren zeer zwaar wegen. Bij het aanzoeken van een ander adviesbureau vinden wij dat er gekeken moet wor den of men juist op dit gebied expertise in huis heeft. Dit dient voorrang te hebben boven het aantrekken van de kennis van makelaar en taxateurs, die is overal ruim voldoende aanwezig Aangezien het er voor ons juist om gaat welke argumenten in het geding zijn, spreken wij geen waardeoordeel uit over de hoogte van de schadevergoeding op de argumenten die het Ad viesbureau Onroerende Zaken nu heeft gewogen. De overwegin gen onder het tweede aandachtsstreepje van deze motie geldt dus niet voor de D66-fractie. Wij ondersteunen echter het besluit van de motie. De heer Stoker: De GPV/RPF/SGP-fractie zal de voorliggende motie niet steunen. Wij vinden het een vreemde situatie naar burgers toe die rechten hebben om wanneer het je niet past opeens een ander advies te gaan vragen. Het komt wat glibberig over en maakt volgens mij geen goede indruk bij de betrokkenen. Wij behoren betrouwbaar beleid te hebben. Wij hebben met elkaar de regels afgesproken dat wij advies vragen bij het bureau zoals wij dat gedaan hebben. Ik vind dat wij daar dan nu niet over moeten lopen mokken, zeker niet gezien het feit dat ik een jaar geleden gekomen ben met een voorstel om het bedrag van planschade te verhogen. De fracties die daar nu over roepen, hebben toen die motie niet gesteund om dat bedrag te verhogen. De wethouder heeft in de commissie toegezegd in september a.s. te zullen komen met een notitie over de planschade. Ik hoop dat dat ook ge beurt. De problematiek neemt steeds toe. Ik vind dat je niet zomaar kunt morrelen aan de rechten van burgers. Ik zeg ook niet dat dat nu gebeurt, maar de indruk wordt wel gewekt en dat vind ik gevaarlijk. De heer DrewelEerst een paar opmerkingen van onze kant. Ten eerste over de procedure. Wij hebben destijds als ge meente bewust gekozen voor het in het leven roepen van een procedureverordening voor de behandeling van dit soort schadeclaims. De burger heeft ook recht op een met waarbor gen omklede procedure met betrekking tot de schadevaststel ling. Die waarborgen zitten in een onafhankelijk adviesbu reau en een heldere procedure. Bij het ontbreken van een zorgvuldige procedurebehandeling komt de burger toch al gauw in het gedrang tegenover een overheid, die enerzijds de spelregels bepaalt, die van de ruimtelijke ordening, en anderzijds de schade moet vaststellen. De CDA-fractie hecht er aan ook in dit geval te handelen conform de eigen door de raad vastgestelde regels. In dit geval moet je de spel regels maar niet veranderen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 56