Blad 112 Verslag van de raadsvergadering van 25 mei 1998 Een inhoudelijk aspect, in de commissievergadering hebben wij hier al uitvoerig over gesproken. Het viel op dat in de commissievergadering de kwaliteit van het advies nauwelijks in het geding was, de argumenten niet, alleen het resul taat, de hoogte van de bedragen, leidde er toe dat sommige partijen zeiden dat wij deze kant niet op moeten. Er is in de commissie ook nog gewezen op artikel 4 9 en nu is ook door mevrouw De Jong dit artikel nog genoemd. Het is prima dat daar onderzoek naar wordt gedaan. De wethouder heeft toegezegd in de commissievergadering dat hij in sep tember met een nota komt met de stand van zaken. Misschien dat hij dan ook nog kan meenemen dat als er voortaan hogere claims uit komen dan de bedragen die nu in de begroting zijn genoemd, hij daar dan ook op kan ingaan. Wij zullen de motie van de PvdA-fractie niet ondersteunen. De hear J. de Jong: Sa as ek yn de kommisje ferwurde sjogge wy in second oppinjen yn dit gefal net as ferstannich. Ik kin my goed foarstelle wêrom it foarsteld wurdt, de bedra gen binne heech. Ik wyt noch goed dat wy mei de GPV/RPF/SGP-fraksje der foar warsköge hawweDer wie doe f 25.000,- op de begrutting, dêr is it no fier oerhinneIt kin miskien ek net kwea om ris in oar kantoar yn te skea- keljen sa as it SAOZ. Dat binne de feründerstellings fan de PvdA-fraksjeDat is foar te stellen. Dochs liket üs dat no net goed. Wat as de nije skatting heger ütfalle sil? Dat sil konsekwinsjes hawwe. It kin ek oarsIn nij buro wyt wêrom se ynskeakele wurdt en sil miskien har bést dwaan om no leger te sitten, mar dat seit neat fan de kearen dêrnei Boppedat sille de bewenners de heechste taksaasje easkje. Dus dy f 3 ton binne wy altyd kwytNo wit eltsenien wêr't hy oan ta is. De taksaasjes binne krekt en fakkundich dien, mei help fan in regionaal kantoar. De bewenners kinne har ren fine yn dizze planskeadefergoedingwat mar in diel is fan wat se easke hawwe. In nije taksaasje en prosedueres jouwe wer op'e nij opskuor. Yn in nij planskeadegefal soene wy bést in oar kantoar ynskeakelje kinne om ris te sjen hoe of dat giet. De ekstra kosten kinne wy üs no better bespar- je. Wy stypje wol it idee om it fenomeen planskeade oan te kaarten yn Den Haag, om te sjen of dat noch wol fan dizze tiid is. Yn de kommisje hawwe wy it dêr wiidweidich oer han. Wy geane akkoard mei it kolleezjefoarstel Mevrouw Van Ulzen: Ik wil eerst een enkele opmerking vooraf maken In de commissievergadering heeft de wethouder een opmerking gemaakt - en op zich had hij daar geen ongelijk in - over advocaten die mensen zelf op het spoor zetten om hem er op Blad 113 Verslag van de raadsvergadering van 25 mei 1998 te wijzen dat zij eventueel voor planschadevergoeding in aanmerking komen. Ik wil nadrukkelijk zeggen dat dat in dit geval absoluut niet zo is. Ik vind dat vervelend, de bewo ners zijn zelf naar advocaat Langhout gegaan en niet an dersom. Ik hecht er in dit speciale geval aan om dit duide lijk te maken. Ik ga toch even weer terug naar de geschiedenis. De bewo ners zijn in een planologisch nadelige positie komen te verkeren in vergelijking met 1980, toen men de woning kochtEr was toen sprake van een agrarische bestemming zonder subbestemming. Kortom, door toen genomen raadsbe sluiten vanaf 1989 heeft er vermindering van waarde plaats gevonden. De betreffende eigenaren hebben al in een vroeg stadium laten weten dat men een beroep zou gaan doen op ar tikel 49 van de wet en er zelf op gewezen of het niet ver standig zou zijn om hiervoor een voorziening te treffen. Daar is door de gemeente in december 1992 en in 1993 door de provincie van gezegd dat zoiets niet gebruikelijk is. In de raadsvergadering van 16 december 1996 hebben wij tot ons aller ongenoegen, mag ik wel zeggen, te doen gehad met toekenning van artikel 49 en toen gold het de aanleg van een tennisbaan in Wirdum. Ik vroeg toen aan de toenmalige wethouder of het mogelijk was een model te ontwikkelen om dit soort claims af te kunnen wentelen, want bij het ont wikkelen van plannen blijf je anders altijd met de zwarte Piet zitten. Wethouder Timmermans zegt dat toe (december 1996) gezien het feit dat meerdere gemeenten op zoek zijn naar een oplossing om zich over het probleem te buigen. Op 3 november 1997, weer tijdens een raadsvergadering, her haal ik mijn verzoek ten tweede male en ten tweede male zegt de heer Timmermans mij toe dat hij met een notitie zal komen en dat de problematiek uitvoerig zal worden bediscus sieerd. Ik waag deze poging nu ten derde male bij de nieuwe wethouder, in de hoop dat hij dit keer gevolg zal geven aan dit verzoek. Ik denk dat hij dat wel zal doen. De slechte juridische positie van de gemeente in deze zou natuurlijk kunnen leiden tot het voeren van een heel terug houdend beleid, een planologisch risicomijdend beleid, en dat kan Leeuwarden zich onzes inziens eigenlijk niet per mitteren. De ambities van onze gemeente om onze economie verder te versterken, de komende jaren forse investeringen te stimuleren, de woningbouw op te voeren, kunnen niet zon der een snel en adequaat uitgevoerd bijpassend planologisch beleid. Dat aspect is ook een reden waarom de WD-fractie dit onderwerp in dit kader aan de orde stelt. Kan het college op redelijk korte termijn en in een korte notitie aan de Commissie Stadsontwikkeling aangeven wat de mogelijkheden zijn om eventuele risico's om planschade door te schuiven naar een initiatiefnemer van een plan? Bij het Christiaanpark heeft men dat wel gedaan. Het zou mogelijk moeten zijn om dat in de toekomst ook zo toe te passen. Het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 57