Blad 22
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
- Hoe moet de startpositie gedefinieerd zijn, wat zijn de
landelijke voorschriften hiervoor?
- Waarom zijn commissie en raad niet eerder en volledig bij
deze zaak betrokken?
De heer Wijmenga: Wij hebben het bij dit punt over het re
sultaat van de onderhandelingen rond het probleem dat al
gerezen is bij de eerdere fusie van het openbaar voortgezet
onderwijs. Ook wij vinden het jammer dat wij hier niet eer
der met elkaar over hebben kunnen spreken in de commissie
Wij spreken hier toch over een substantieel bedrag, f 5
miljoen, zoals al werd opgemerkt. Als dit in de commissie
behandeld was geworden, hadden wij ook over de inhoud van
dit voorstel kunnen spreken en hadden wij ook kunnen kijken
of de noodzaak aanwezig was om zo'n bedrag te voteren als
nu gevraagd wordt
Op dit moment is het zo dat als er geld doorbetaald wordt
aan het voortgezet onderwijs, er ook meteen verplichtingen
ontstaan voor het bijzonder onderwijs. Dat was niet zo op
het moment dat de onderhandelingen begonnen. Wij vragen ons
wel af of dat geld dat nu beschikbaar wordt gesteld ook
consequenties heeft voor het protestants christelijk onder
wijs in de gemeente.
Voor het overige sluit ik mij aan bij de vragen zoals die
ook al door de WD-fractie zijn gesteld.
Mevrouw De Haan (weth.)Ik wil beginnen met te zeggen dat
ik mij de kritiek vanuit de raad over het informeren rich
ting commissie aantrek. De sprekers hebben gelijk als zij
zeggen dat wij geen uitgebreide informatie-overdracht heb
ben kunnen doen als het gaat om het verloop van de onder
handelingen. Ik moet er wel bij zeggen dat deze onderhande
lingen in een vrij kort tijdsbestek hebben plaatsgevonden.
Het is weliswaar een zaak die jaren sleept, maar is pas ei
genlijk de laatste maanden serieus opgepakt en uitonderhan
deld. Op het moment dat dit in het college was hebben wij
afgesproken, wetend dat er geen commissie meer was, de in
formatie naar de commissie te sturen en de commissie te
vragen of er behoefte is aan een vergadering. Zo ja, dan
organiseerden wij die, dan maken wij het onderdeel van de
raadsvergadering. Op het moment dat die stukken de deur uit
zouden gaan lag de hele computerwereld op het Stadskantoor
stop, kon men die dag niet vooruit en heeft men moeten con
cluderen dat er tussen het verzenden van de raadsstukken en
het verzenden van dit stuk eigenlijk helemaal geen tijd
meer zat. Dus is het richting raad gegaan. Het feit dat
achterliggende stukken niet ter inzage hebben gelegen, moet
ik eerlijk zeggen, heb ik niet gecontroleerd. Ik neem dit
van u aan, maar het had wel gemoeten, want er waren natuur
lijk wel achterliggende stukken.
Blad 23
Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998
Op dit moment kan ik twee dingen doen. U vragen toch ak
koord te gaan met mededeling van mijn kant, voor zover wij
daar in het openbaar over kunnen spreken, dan wel nu er be
sloten is dat wij volgende week nog door vergaderen en we
tende dat er donderdag nog een vergadering van de Commissie
Welzijn is, zeggen dat wij donderdag in de Commissie Wel
zijn uitvoerig nog wat achtergrondinformatie verschaffen en
het besluit volgende week maandag nemen.
Ik zou het volgende er nog over willen zeggen.
De basis van de onderhandelingen is een rapport geweest dat
er lag gemaakt door onze eigen gemeentelijke organisatie
wat uitkwam op f 5,9 miljoen voor een voorziening van het
onderhoud dat in ieder geval nodig wasDaar overheen lag
een beslissing om het Gymnasium te blijven gebruiken als
onderwijsinstelling en ook die beslissing had nogal wat
consequenties voor extra onderhoud. Er kwam een bedrag van
f 2,1 miljoen overheen. Daarnaast waren er een aantal pos
ten die je daar in mindering op kon brengen, omdat bijvoor
beeld een school werd afgestoten en nog een paar van dat
soort posten. Toen was er aanvankelijk een bod van de ge
meente en een vraag van de scholengemeenschap waar een be
hoorlijk gat tussen zat. Dat hebben wij in goed overleg te
ruggebracht naar het voorstel zoals het er nu ligt. Dat be
tekent in feite dat de nieuwe gefuseerde school een voor
ziening krijgt van f 5 miljoen, waar een stukje in zit dat
het rijk al heeft betaald. Het rijk heeft een stukje nabe
taling gedaan, dat staat in feite al op de rekening van de
scholengemeenschap, dus dat kunnen wij van onze f 5 miljoen
aftrekken. Over die f 5 miljoen heen komt nog een stukje
geld dat in feite van de buitengemeenten zou moeten komen.
Wij hebben met de scholengemeenschap afgesproken dat wij
nog een poging gaan doen richting buitengemeenten om dat
bedrag aangevuld te krijgen, omdat in het rapport, waar ik
het net over had, uitgerekend was dat voor de gebouwen in
de buitengemeenten een bedrag van ruim f 5 ton zou moeten
komen en dat daar nog maar iets van f 2,5 ton voor betaald
is. Wij vinden eigenlijk dat buitengemeenten nu ook hun
verantwoordelijkheid zullen moeten nemen. Dat wat van de
buitengemeenten komt staat dus los van die f 5 miljoen, dat
komt er nog overheen.
Daarmee hebben wij een heel langslepende kwestie opgelost.
Dat betekent dat wij nu ook de verantwoordelijkheid voor
het onderhoud, voor zover dat niet onder het gewone regu
liere onderhoud dat wij als wettelijke taken hebben, daar
mee opgelost is en dat de nieuwe gefuseerde school die ver
antwoordelijkheid ook wenst te gaan nemen.
Dan is er nog gesproken over verplichtingen van doorbereke
ning. Daarover kan ik zeggen dat wij uitgaan van de situa
tie zoals die 1 augustus 1993 ontstond, waarbij er een ar
tikel 82-commissie, waarbij wij het bestuur op afstand ge-