Blad 6 Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998 willen gebruiken niet in verlegenheid worden gebracht door de volgorde van de agenda in zoverre te missen dat dat niet meer kan. Ik stel u voor te beginnen met agendapunt 2 Punt 2 De Voorzitter: Aan de orde is Vragen-halfuurtje voor raadsleden Mevrouw Van Ulzen: 6 maart jl. zijn de verkiezingen ge weest, dezelfde avond - in tegenstelling tot andere lan den - was duidelijk hoe de verhoudingen lagen. Ook toen bleek dat voor sommige leden van de raad de Leeskamer niet toegankelijk zou zijn. Wij zijn inmiddels vier maanden ver der en nog steeds is die Leeskamer niet toegankelijk. Er is in onze ogen ontzettend veel mis met de provincie, maar ik kan u wel vertellen dat de faciliteiten die ze daar voor statenleden hebben aanmerkelijk beter zijn dan de facili teiten die men hier heeft voor de raadsleden. Men kan er bijvoorbeeld zijn auto parkeren en men heeft er ook nog ruimte om te vergaderen en de leeskamer is ook toeganke lijk. Wanneer denkt u dat er eindelijk een oplossing komt, dat de Leeskamer niet weer achteraf helemaal bovenin is en dat hij voor iedereen toegankelijk is. De heer Bilker (weth.)Mevrouw Van Ulzen heeft volkomen gelijk. De vraag die vanmorgen werd ingediend heeft sinds dien ook vele creatieve gedachten boven gebracht. Dit bete kent dus dat wij aan een oplossing werken en dat na de zo mervakantie een voorstel daarover naar de raad gaat. Daar moet natuurlijk een en ander voor geregeld worden. Daarom is het goed dat wij dat na de vakantie in iets bredere zet ting aan de raad presenteren. Er wordt aan gewerkt. De heer Nijzink: Op de slotbijeenkomst van Levi-2030 hebben Gedeputeerde Heidoorn en statenlid Atsma bijna tot ontroe ring stemmende woorden gebezigd als het gaat om de positie van Leeuwarden als hoofdstad van deze provincie. Met name op het punt van Leeuwarden als cultuurhoofdstad, als stad van hoger onderwijs, waren er allerlei prachtige uitspra ken. Er is een convenant tussen de provincie en de gemeente Leeuwarden waarin ook over dit soort zaken nadrukkelijk wordt gesproken en de rol van Leeuwarden van groot belang wordt geacht. Ik was dan ook met stomheid geslagen - ik dacht eerst dat het een soort van verlate 1 april grap was, maar het bleek serieus te zijn - dat men in Franeker een Blad 7 Verslag van de raadsvergadering van 29 juni en 6 juli 1998 Cartesius-instituut gaat vestigen. Dat is een leerstoel plus een aantal formatieplaatsen voor wetenschappelijk me dewerkers op het gebied van milieutechnologie. Het wordt nog verbazingwekkender als je een paar dagen later in de krant leest dat er ook nog een soort van leerstoel aan het Van Hall-instituut wordt opgericht, waarbij ook milieutech nologie nadrukkelijk aan de orde is. Het gaat dan met name over de membraamtechnologie Wat ik zou willen vragen is of het college hiervan wist. Zo nee, hoe kan dat? Zo ja, wat heeft het college gedaan om deze heilloze stap te keren en het Cartesius-instituut in Leeuwarden te krijgen? Mevrouw De Haan (weth.)Ik heb dit bericht net als de heer Nijzink uit de krant moeten lezen, met de nodige teleur stelling tegelijkertijd omdat ik eenzelfde type reactie had als hem. Een dergelijk instituut zou prachtig passen in de Leeuwarder plannen om tot een milieu-universiteit te komen. Ik was dus ook zeer verbaasd. Ik had aanvankelijk het ge voel dat het misschien aan mij lag, want ik ben nieuw en misschien heb ik de voorgeschiedenis gemist. Maar bij amb telijke navraag bleek dat de gemeente op geen enkele manier betrokken is geweest bij de verdere uitvoering van dit plan. Het idee van een onderzoeksinstituut lag er wel al een poosje, maar de hele uitwerking is ter hand genomen door een klein groepje invloedrijke personen en daar is de gemeente helemaal qua besluitvorming overgeslagen, overi gens niet alleen de gemeente, voor een deel ook de provin cie en zelfs de hogescholen. Er is een klein groepje ge weest dat dit verder heeft uitgewerkt en men heeft de ge meente daar op geen enkele manier bij betrokken. Dus wij zijn ook via de kranten geïnformeerd dat dit plaatsvond. Wat ik vanmiddag nog gehoord heb, is dat er een half jaar terug er al een onderzoeksbureau is geweest dat een enquête heeft gestuurd, waarbij ook mensen van de gemeente die en quête hebben gevraagd om in te vullen. Daarbij is in bedek te termen dit type plannen aan de orde geweest. Ik heb mij vanmiddag laten verzekeren dat in ieder geval de mensen van Leeuwarden die de enquête hebben ingevuld zeer afhoudend hebben gereageerd, juist ook vanuit dezelfde gedachte dat dit soort plannen in Leeuwarden zou moeten worden uitge werkt en dat je zou moeten voorkomen dat er versnippering op dit terrein komt. De onderbouwing van degenen die wel het besluit genomen hebben, is dat men zocht naar iets zeer exclusiefs, iets dat los van de hogescholen zou staan, iets dat daar bovenuit zou stijgen. Uiteindelijk heeft wellicht het feit dat in Franeker historisch gezien een koppeling gemaakt kon worden, wellicht ook Friesland 500, een rol ge speeld dat uiteindelijk de keus voor Franeker is gemaakt. Maar nogmaals, volstrekt buiten ons om en ook teleurstel ling van onze kant.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 4