Blad 14
Verslag van de raadsvergadering van 31 augustus 1998
Toen had ik echt het gevoel afscheid te nemen, niet ge
pland, van een hele mooi baan waar niet alleen veel dingen
in gang zijn gezet, maar waar ook nog veel dingen staan te
gebeuren, die nu nog niet gepland zijn. Dat voel je en dat
weet je als je na vijf jaar Leeuwarden met die dingen bezig
bent, die dan al wel aan de gang zijn.
Kortom, de beslissing om iets anders te gaan doen, en of je
daar nu kort of lang over doet, is in ieder geval zwaar.
Want het is waar, het burgemeesterschap van Leeuwarden is
niet alleen eervol, maar is ook uitermate boeiend. Het is
echt de hoofdstad, waar een hoofdstad nog hoofdstad is.
Na vier weken onderdompeling en daaruit nu na een maand te
voorschijn zijn gekomen en de eerste riten en handelingen
en ervaringen meegemaakt te hebben als minister, doet het
mij dan ook goed in een wat afgewogener sfeer hier mijn
dank aan u uit te spreken, want daarin wil ik het motto
zoeken van mijn afscheidstoespraak.
Ik dank u voor de ruimte die u mij hebt gegeven. Ik heb ge
meend ook meteen na de beëdiging u daarvan schriftelijk op
de hoogte te moeten stellen. Het gebeurt niet zo vaak dat
een burgemeester een brief stuurt aan de leden van de raad,
maar ik heb gemeend u dat meteen te moeten zeggen, dat ik u
niet in die hectische weken zou zijn vergeten. Want de kern
daarvan is ook datgene wat voor mij het burgemeesterschap
van Leeuwarden is geweestU hebt ruimte gegeven en ik heb
die ruimte genomen. Ik ben er van overtuigd dat een modern
burgemeesterschap, ook in de huidige benoemingsprocedure,
niet anders kan zijn dan het geven van ruimte aan een be
noemde bestuurder. Alleen hij moet dan aan één voorwaarde
voldoen, en ik hoop dat ik daaraan heb voldaan, hij moet
een toegevoegde waarde meebrengen voor zijn of haar gemeen
te. Zijn die twee dingen aanwezig, dan kan ruimte geven en
ruimte nemen ook echt inhoud krijgen.
Een belangrijk punt daar binnen en dat geven van ruimte is
dat u - de loco-burgemeester heeft daar aan gerefereerd -
portefeuilles aan de burgemeester hebt gegeven, meer dan de
wettelijk verplichte, die niet gegeven behoeven te worden.
Met name de portefeuille Economische Zaken, ik kan en wil
daar niet omheen, heeft voor mijzelf een grote betekenis
gehad in het invulling geven van het algemeen bestuurder
zijn van deze mooie gemeente. Want het gaf de mogelijkheid
langs drie belangrijke elementen van de gemeentelijke ont
wikkeling inhoud te geven aan bestuurdersschap. Het had te
maken en heeft te maken met een belangrijk stuk sociale
werkelijkheid als het gaat om de portefeuille Economische
Zaken in een duale stad, een stad met veel banen, maar ook
een stad met veel werkloosheid. Je krijgt te maken met be
slissingen, waar bestuurders moeite mee hebben, waar ze mee
worstelen en die een duwtje nodig hebben. Je krijgt te ma
ken ook met werknemers, die in een positie zitten waarvan
Blad 15
Verslag van de raadsvergadering van 31 augustus 1998
je denkt: als het bedrijf zou kunnen doorgroeien zou hun
positie veilig zijn gesteld. Je hebt te maken, minder want
je ziet ze niet helaas, met de werklozen die uiteindelijk
de ontvanger zullen moeten zijn van die verdere ontwikke
ling. Je hebt rechtstreeks te maken met starters, die een
kans willen benutten en met doorgroeiers die er aan toe
zijn om een stevige steun in de rug te krijgen.
Die concrete, sociale werkelijkheid is een belangrijke voe
dingsbron voor mij geweest om gemotiveerd als bestuurder
van Leeuwarden aan de slag te gaan en te blijven.
Het tweede belangrijke punt wat een mooie kans is om je met
de gemeente als geheel bezig te houden in die portefeuille
is dat je ook bezig bent, Peter den Oudsten heeft daar te
recht aan gerefereerd, met de ruimtelijke ontwikkeling. Je
kunt met de portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening, ik heb
dat zowel met Ab als met Peter gedaan, in een rechtstreeks
verband praten over de hoofdontwikkeling van de gemeente.
Dat kon in Leeuwarden en dat heb ik gedaan met hart en
ziel. Als oud-planoloog gaf dat mij de mogelijkheid om ook
langs die lijn een voeding aan de stadsontwikkeling te ge
ven.
Het derde punt is natuurlijk waar het meest over wordt ge
schreven, dat is dat je de stad verder brengt, dat je het
respect van de stad verder brengt, dat de omgeving anders
over de gemeente gaat denken, omdat de economische positie
toeneemt. Niet alleen de economische positie van de stad
als zodanig maar ook als drager - ik heb dat inderdaad vaak
gezegd tot vervelendst toe voor velen - van de provinciale,
regionale economische ontwikkeling. Ik heb het altijd zo
gezien, dat Leeuwarden niet zonder een Friesland kon. Ik
ben blij dat de loco-commissaris hier in ons midden is, die
de hoofdstad steunt. Ik ben ook altijd de omgekeerde mening
toegedaan geweest, dat het met Friesland slecht gaat als
Leeuwarden niet op de nationale kaart een stevige rol
speelt
Door dit alles kun je niet alleen voorzitter en coördinator
zijn, maar zoals gezegd, ook medespeler in het team van
burgemeester en wethouders. Dan kun je ook een keer licht
verliezen als je zelf een portefeuille hebt en je denkt dat
je aandeel in nieuw beleid iets groter zou moeten zijn dan
het uiteindelijk is geworden. Maar gelukkig, Economische
Zaken was nooit echt een grote opvreter van nieuwe beleids
ruimte, dus dat viel wel mee.
Waar ik de raad overigens zeer veel wil dankzeggen, ik vind
ook dat daarin de verantwoordelijkheid van de raad zeer
sterk tot uiting is gekomen, is dat zij de verantwoorde
lijkheid heeft genomen om de dreigende tekorten op dat gro
te bedrijventerrein De Hemrik, dat goed loopt, voor reke
ning van de algemene middelen te nemen en daarnaast een