Blad 48 Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998 Een minderheid in mijn fractie is van mening dat de lokale overheid niet als ondernemer op moet willen treden, maar zich bezig moet houden met publieke taken. De opvatting dat op uitvoering gerichte gemeentelijke taken meer op afstand gezet moeten worden, een opvatting die in het Collegepro gramma is verwoord ook met betrekking tot de sportsector, wordt in de opvatting van die minderheid te veel van middel tot doel verheven en de effectiviteit en doelmatigheid van de sector Sport zou door invoering van een prestatiebegro ting als onderdeel van een managementcontract, zo men wil een interne verzelfstandiging, verhoogd kunnen worden. Dezelfde minderheid wijst er op dat er voor de gemeente geen voordeel te behalen is voor een BV Sport die vrijwel uitsluitend taken uit zal voeren in opdracht van de gemeen telijke overheid. De desbetreffende fractieleden verwijzen naar ervaringen elders, die naar hun mening de voorspelling rechtvaardigt dat externe verzelfstandiging tot hogere kos ten leidt en de bestuurlijke helderheid doet afnemen. Los van de verdeeldheid ten aar.zier. van de verzelfstandi ging van de sportsector nog ever. zwee opmerkingen. De eerste heeft betrekking op de taakstelling die rust op de sector Sport. Ik heb meer dan eens in de commissie ge steld dat de voorstellen voor het realiseren van die taak stelling, zoals die in het rapport Indoor - Outdoor worden verwoord, niet reëel zijn omdat ze afhankelijk worden ge maakt, voor een belangrijk deel althans, van de realisatie van de sportboulevard Kalverdijkje en voor een ander deel van een indikkingsoperatie ten aanzien van de sportvelden. Het is dan ook een goede zaak - dat heb ik in het verslag van de commissievergadering ook kunnen lezen - dat wij daar bij de begrotingsbehandeling op terug komen, want ik denk niet dat de raad akkoord zou moeten gaan met een dergelijk voorstel om een taakstelling te realiseren. Een laatste opmerking heeft betrekking op de sportboulevard Kalverdijkje. Wij gaan ervan uit dat wij vanavond beslist niet besluiten tot deelname van de BV Sport (ervan uitgaan de dat die er komt) in een CV ter realisering van de sport boulevard. Het college vraagt de raad alleen toestemming om een proces te mogen voortzetten van het in samenwerking met geïnteresseerde derden verder ontwikkelen van een toekom stige alliantie voor de BV Sport. Daartegen hebben wij geen bezwaar. Wel is het dan van belang dat de raad zich bij voorkeur bij de begrotingsbehandeling uitspreekt over de bestemming voor nieuw beleidsmiddelen op de wat langere termijn. Bovendien kan de raad pas definitieve uitspraken doen over een eventuele sportboulevard als er een stevige onderbouwing van de plannen ligt en als duidelijk is of er überhaupt nieuw beleidsmiddelen vrijvallen en of dat vol doende is om de ambitieuze plannen zoals die tot nu toe zijn gepresenteerd, ook waar te maken. Blad 49 Verslag van de raadsvergadering van 7 september 1998 De heer Brinks (weth.): Om te beginnen, waar mevrouw Waan- ders mee eindigde, het Kalverdijkje en de onderbouwing van de plannen, zoals die er tot op dit moment liggen. Wat wij gedaan hebben is een beeld schetsen van wat een eventueel verzelfstandigde organisatie voor sport zou kun nen betekenen op het gebied van Kalverdijkje als het gaat samenwerken met de andere partijen. Dat beeld is nog niet verder uitgewerkt, daar heeft iedereen gelijk in die daar opmerkingen over gemaakt heeft. Dat kon ook niet, omdat de andere partijen tegen ons zeiden: wij willen wel verder gaan met het uitwerken daarvan, maar dan willen wij wel ze kerheid hebben dat de externe verzelfstandiging werkelijk doorgaat, anders stoppen wij er ontzettend veel geld in en aan het eind van het verhaal wordt er dan nog een keertje nee tegen gezegd. Dus op het moment dat er vanavond beslo ten wordt om de sector Sport te verzelfstandigen in een BV Sport, is er ook de mogelijkheid om een nadere uitwerking te geven van wat je nou exact cc het Kalverdijkje gaat doen. Ook dan kom je met investeringsplannen, dan kom je ook met een nadere precisering van wie nu met wie gaat sa menwerken op welke manier en dergelijke. Dat zijn uitwer kingszaken die allemaal weer terug komen in de gemeente raad. Dat moet ook wel, voor een deel omdat het planologi sche beslissingen zijn, het moet aan de andere kant natuur lijk ook wel omdat het waarschijnlijk ook om investerings beslissingen van de BV zal gaan middels de CV. In die zin is de raad volledig aan spel als het gaat over de nadere uitwerking van het Kalverdijkje. Daar zullen wij zeker in de commissie dan wel in de raad op terug komen. Er werd onder ander door de heer Jacobse gezegd dat ik nog geen groen licht kreeg voor het uitwerken van het master- plan, in die zin heeft hij in ieder geval het een en ander hier over gezegd. Ik heb aangegeven dat wij wel verder gaan met het uitwerken, maar die uitwerking komt hier zeker te rug en op dat moment kan de raad daar nog het een en ander van vinden. Ik ben er overigens van overtuigd dat men dan nog enthousiaster zal worden over de plannen die gereali seerd kunnen worden door de BV Sport met het Kalverdijkje, maar dat zullen wij dan zeker zien. De motie van de NLP-fractie. Ik denk dat het goed is om de wens van de NLP-fractie in ieder geval mee te nemen in de voorstellen die gedaan zullen worden bij het oprichtingsdo cument. Wij richten nu dus nog niet op. De motie zegt, ga dit doen en houd rekening met, ik heb in de commissieverga dering ook al begrepen dat er toch wel meerdere partijen waren in de raad die zeiden dat de invloed vanuit de ge meente door middel van het benoemen van een lid van het College van B. en W. in de Raad van Commissarissen hun niet eens zo'n slecht idee lijkt. Wij zullen daar bij het op richtingsdocument zeker rekening mee houden. Mochten wij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 25