Blad 34 Verslag van de raadsvergadering van maandag 28 september 1998 wil ik wel overnemen, voor zover dat kan, want we hebben ook wel eens discussie gehad dat het moeilijk is om deze suggestie op te nemen, maar daar sta ik open voor om het zo maar te formuleren. Tegelijkertijd denk ik, dan kijk ik naar de formulering onder het besluit en ik hoop dat het college daarin ook tegemoet komt aan de wens zoals die leeft bij de NLP-fractie en D66-fractie. Daar wordt name lijk gesproken over een jarenevaluatie notitie van het be leid te presenteren in de commissie. Als we ook de andere partijen tevreden kunnen stellen om het inderdaad op die manier te presenteren aan de commissie, zoals de heer Ja- cobse het zo juist geschetst heeft, wil ik daar graag aan voldoen. Maar dat betekent dat we de zware (als ik zo mag formuleren) evaluatie, waar de heer Van Mourik over gespro ken heeft, over tweeëneenhalf jaar kunnen doen, dan is dat wat mij betreft akkoord. Maar dat betekent wel dat de heer Van Mourik bereid moet zijn om bij zijn besluit het eerste woordje te schrappen, want dat mag dan niet verwijzen naar het derde streepje van het dictum onder dit raadsvoorstel, want dat is een ander evaluatie. (De heer Van MourikDaar ga ik mee akkoord, voorzitter De heer Van Mourik: Ik kan mij vinden in de beantwoording van de wethouder, ook omdat ik de heer Jacobse en de heer De Jong zag knikken. Ik heb uiteraard niet bedoeld om de evaluatie anderhalf jaar uit te stellen. Als er in de tus sentijd iets zou gebeuren dan heeft het college uiteraard de verplichting om de gemeenteraad te informeren. (De heer Jacobse: Dat is iets anders. We moeten het helder afspre ken. Ik vind het belangrijk dat we eens per jaar over de- tailhandelsbeleid in de commissie spreken, dat moeten we gewoon standaard op de agenda zetten. De eerste vergadering in september bijvoorbeeld spreken we af dat we dat jaar lijks gaan doen. Dan hoeft het niet de evaluatie te zijn, de algemene evaluatiemaar dat we gewoon eens even spreken over detailhandelsbeleid(De Voorzitter: Dat is naar mijn mening ook toegezegd door de wethouder en hij heeft zelfs nog toegezegd dat hij daar zelf nog een A-4tje aan wil be steden ter voorbereiding De heer Brok (weth.): Voorzitter, ik doe onrecht aan de in breng van de heer De Jong want hij heeft nog gesproken dat we een paar onorthodoxe maatregelen nemen om toch meer dif ferentiatie in de binnenstad te krijgen. Hij heeft mij daartoe ook uitgenodigd in de commissiebehandeling en ik heb toen gezegd dat het inderdaad heel erg moeilijk is voor het college om instrumenten in te zetten om die differen tiatie ook daadwerkelijk door te voeren. Het is in ieder geval zo, dat weet u, dat we verschillende maatregelen heb ben genomen op dit moment in de binnenstad. De herinrich- Blad 35 Verslag van de raadsvergadering van maandag 28 september 1998 ting, ook het tweesporenbeleid waar het college en de raad ook hopelijk op inzet, komen we ook bij het volgend agenda punt nog over te praten, ook met betrekking tot andere ont wikkelingen in de binnenstad. Ik heb u toen verwezen naar bijvoorbeeld de GDV-ontwikkeling die ook nog in de binnen stad kan plaatsvinden, dat kan ook een positieve ontwikke ling zijn. Ik heb toen ook het voorbeeld genoemd aan het eind van de winkelbanaan bij de Voorstreek en het Bastion, waar op dit moment plannen lopen. Vooralsnog is het hele maal niet zeker dat daar een bepaald soort winkeltype komt. De mogelijkheid ligt nog open wat daar uiteindelijk gaat komen. Ik weet dat u met mij of met het college van mening bent dat dit in ieder geval ook een positieve impuls zou kunnen zijn. Mevrouw WaandersVoorzittervoordat u de tweede termijn afsluit zou ik de wethouder willen vragen om nog even te reageren op mijn opmerking over de wijze van evalueren.) Ik stel mij voor zoals dat meestal gebeurt hier in de raad alvorens er overgegaan wordt op de evaluatie, dat we nog met elkaar spreken over hoe die evaluatie dan precies vorm gegeven zal gaan worden. Tenzij u vindt dat we op dit mo ment wel de criteria moeten bespreken voor die evaluatie over tweeëneenhalf jaar. (Mevrouw Waanders: Eigenlijk zou dat moeten, vind ik.) Het lijkt mij dat als blijkt bij de eerste bespreking van de notitie over detailhandelsbeleid, zoals dat dan gaat plaatsvinden september 1999, dan duide lijk moet zijn waar de evaluatie zich op moet gaan richten. Ik denk dat we met elkaar wel weten over welke kant we de discussie dan willen gaan voeren, namelijk over een bepaal de paragraaf uit de notitie. Ik denk dat er tijd genoeg is om dan ook preciezer over te zijn. De Voorzitter: De motie is overgenomen door het college en bovendien, voor zover ik de geluiden hebben geproefd, is een meerderheid er voor. Aan de orde is de stemming over punt 13. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Wij gaan nu naar agendapunt 14. Dat zal toch wel een minuut of wat vergen. Ik zie dat er ook mensen op de tribune zitten voor agendapunt 16 en agendapunt 17. De anderen ken ik niet, maar daarvan weet ik het zeker. Zullen wij proberen om die mensen tegemoet te komen door die twee agendapunten eerst te behandelen? Akkoord.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 19