Blad 44 Verslag van de raadsvergadering van maandag 28 september 1998 dom zijn van de heer Kwint als persoon en dus ook als zoda nig gekozen kon worden voor de formulering zoals is geko zen, dat is het antwoord. De Voorzitter: Er zijn twee zaken die, denk ik, nog enige toelichting behoeven. De ene is een opmerking van mevrouw Inberg over de regiefunctie van de provincie. We hebben in de afgelopen weken vrij vaak gesproken over hoe de regie functie inhoud zou moeten krijgen. Ik moet u zeggen dat wij nog niet precies met elkaar hebben afgemeten op wat voor onderwerpen dat slaat. Dat accent ligt natuurlijk toch op woningbouw, zoals u weet, maar ik sluit helemaal niet uit dat het ook gaat over dit soort situaties. In het verleden is al eens sprake geweest van weide winkels in de gemeente BoarnsterhimDat is ook door de stellingname van de pro vincie uiteindelijk niet doorgegaan. Ik kan mij heel goed voorstellen dat je, als je praat over Leeuwarden en omlig gende gemeenten, ook kijkt naar de regionale dan wel de lo kaal verzorgende functie van detailhandel, dat je daar ook met elkaar nadere afspraken over maakt. We zullen dit punt meenemen Het tweede punt, de solitaire vestiging, is vrij vaak over gepraat in hoeverre je als gemeente kunt garanderen die plekken die de vestigingen achterlaten, die verhuizen naar de Centrale ook daadwerkelijk te onttrekken aan het winkel bestand. Daarvan heb ik steeds gezegd dat dat niet te ga randeren is. Maar ik vind wel, er ik denk dat het LOV en het college elkaar heel goed verstaan op dat onderwerp, dat wij ons tot het uiterste zullen moeten inspannen om dat wel proberen te bewerkstelligen. Maar verder dan dat kan ik op dit moment niet gaan. De hear J. de Jong: Even nei oanlieding fan wat it LOV sein hat yn it fragenhealoerkeWy hienen ek in punt oer it ket- tingbeding foar eventueel takomstige ünreplik guod transaksjes foar units op de Centrale. Dêr soe ik ek noch graach in reaksje op hawwe wolle. Mevrouw De Jong: Ik was nog één punt vergeten. Wij hebben in de commissie nogal aangedrongen op een jaarlijkse evalu atie en dan bedoel ik dus niet een evaluatie in de zin zo als in het vorige agendapunt aan de orde is geweest, maar meer een soort monitoringssysteem, bijhouden wat de stand van zaken is elk jaar. Dat is wel toegezegd, we hebben het ook in het verslag kunnen lezen, maar we kunnen het hier niet in terug vinden. Maar ik ga er vanuit, dat de toezeg ging wel gestand is. (De Voorzitter: Ik stel u voor dat wij dit koppelen aan de toezegging op de opmerking van de heer Jacobse. Want je Blad 45 Verslag van de raadsvergadering van maandag 28 september 1998 kunt natuurlijk je detailhandelsbeleid niet in orde hebben zonder ook in de gaten te houden wat er op die Centrale ge beurt Mevrouw Inberg: Ik ben blij met de aanvulling van mevrouw De Jong. Want ik had het nu inderdaad een beetje gemist. Het is ook onze bedoeling om juist die bewaking van die branchering een beetje uit de incidentensfeer te halen. Je moet zeker geen negatieve geluiden horen over en weer, want het is juist de bedoeling dat je iets aan de koopkrachtver- sterkende functie van Leeuwarden doet. Ik ben blij dat dit nu toch even naar voren komt. Voor wat betreft de toezegging om toch ook in dit geval met de provincie te kijken hoe dit allemaal ingepast wordt in het beleid wat van rijkswege is neergelegd, denk ik dat het ook heel goed past in de 'sjoch dizze stêd-convenanten' die ook over ruimtelijke programma's gaan en ook over winkel centra's. Dus dat wachten wij af. Mag ik nog even toevoegen dat de notulen onjuist zijn, want daar staat in dat ik gezegd zou hebben van dat men moest kijken in de binnenstad en kopen op de Centrale, maar dat moet een misverstand zijn. (De Voorzitter: U bedoelt het andersombegrijp ik.) Wethouder Brok: Met betrekking tot het kettingbeding is het zo dat daar ook in het convenant ook bepalingen over zijn opgenomen. Dus wat ons betreft kan daar geen onduidelijk verder meer over bestaan. Met betrekking tot de evaluatie monitoring, dat had het college inderdaad reeds toegezegd. Ik denk dat we dat in ieder geval in één keer kunnen doen samen met het vorige agendapunt. Daar zal het college zich ook aan houden. De Voorzitter: Aan de orde is de in stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 15 (bijlage nr. 141). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 24