Blad 50 Verslag van de raadsvergadering van maandag 28 september 1998 zelf ontbreekt. Dat is heel vervelend, want zo stellen we hem uiteraard niet vast. Ik stel voor dat u dit terugneemt. De derde opmerking die gaat over de afschrijvingen. Wij hebben met elkaar, ik denk bij de behandeling van de begro ting van vorig jaar of in ieder geval bij de behandeling bij het Bestuursprogrammaafgesproken dat wij naar de toe komst toe, dat was dus vanaf dat moment, uit zouden gaan van reële afschrijvingstermijnen. Wij hebben toen gepleit om dat ook met terugwerkende kracht te doen, echter dat was in ieder geval niet financieel niet haalbaar. Wij hebben toen ingestemd met feit dat wij dat dus met ingang van dat moment zouden doen. Als we hier nu weer kijken, dan moeten we constateren dat meubilair voor een lagere school wordt afgeschreven in 20 jaar, dat is lang, dat is heel lang. Maar als je kijkt naar het onderwijsleerpakket van 20 jaar dan is dat, met het moderne onderwijs, een onmogelijkheid. Als je alleen al kijkt wat de gevolgen zullen zijn van het millennium, wat de gevolgen zullen zijn van de invulling van de Euro, alles moet omgezet worden in Euro's in plaats van in guldens, de sommetjes bijvoorbeeld, dan kun je in ieder geval met de huidige ontwikkeling in het onderwijs niet zeggen dat het onderwijsleerpakket 20 jaar meegaat. Dus die afschrijvingstermijnen zijn niet reëel en dan houd je je zelf als gemeente puur voor de gek en dat zouden wij niet meer doen. Ik constateer dat het college zich niet aan toezeggingen houdt en ik vind dat het mijn taak is om erop toe te zien dat ze dat wel doen. Ik vind dus dat ik van het college een betere financiële onderbouwing mag krijgen en andere afschrijvingstermijnen dan hier staan vermeld. Mevrouw De Haan (weth.): Om met het eerste te beginnen bij Algemene Zaken, het schoonmaken van het Stadskantoor en de opdracht die de DSW daar in heeft gekregen. Ik ben zelf niet bij die commissievergadering geweest, maar het verhaal dat hier onder zit, is dat het uitgebreid aan de orde is geweest bij de commissie. Ik hoef dat niet opnieuw te ver tellen. Maar daaraan zit dus ook de manier vast van hoe we hier het probleem hebben opgelost, ook administratief. De heer Jacobse zegt dat hij het daar niet mee eens is. Ik heb begrepen dat de rest van de raad daar mee instemde. Ik heb de neiging om kennis te nemen van zijn standpunt, omdat ik ook niet een alternatief daarvoor heb. Het tweede, de begroting van de dienst Welzijn. Daarvan moet ik u zeggen dat ik de details van het verhaal, dat hier aan ten grondslag ligt, op dit moment niet ken. Ik heb aangenomen dat het een administratieve verwerking is van in feite een heel technisch verhaal. Als de heer Jacobse toch graag wil weten hoe dat zit, dan is het denk ik geen enkel probleem om die informatie nog even terug te halen en dat Blad 51 Verslag van de raadsvergadering van maandag 28 september 1998 bij de hele raad te brengen, als die er behoefte aan heeft en de begrotingswijziging dan ook pas formeel vast te stel len. Dat lijkt mij niet een groot probleem. Maar ik kan de inhoud daarvan nu niet aanleveren. Het derde probleem heb ik de neiging van te zeggen dat de heer Jacobse groot gelijk heeft dat bij onderwijs bij een aantal afschrijvingstermijnen wel degelijk vraagtekens ge zet kunnen worden. Dat hebben wij ook geconstateerd. Hij weet tegelijkertijd dat wij niet zelf dat soort afschrij vingstermijnen hebben bedacht, maar dat dat van het rijk komt en dat in een aantal opzichten nu de verantwoordelijk heid naar de gemeente komt. Ik vind er alle aanleiding voor om er opnieuw over te praten. Realiseert u zich wel dat wij dan wel over miljoenen praten. (De heer Jacobse: Dat reali seer ik mij wel, maar het probleem is dat je dat probleem toch krijgt.) Ik zeg dus toe dat wij erover gaan praten en dat wij zullen kijken of wij op de een of andere manier daar wat aan kunnen doen. De heer Jacobse heeft gelijk dat een aantal afschrijvingstermijnen niet deugt en dat wij daar tegen aanlopen en daar wat aan zouden moeten doen. Ik geef er alleen bij aan dat de oplossing daarvan niet zo heel eenvoudig is. Het is een problematiek die ongetwijfeld bij de raad terug komt. De Voorzitter: Ik constateer dat wethouder De Haan punt 1 dienst Welzijn, Wijziging productenmatrix heeft teruggeno men Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w., met de aantekening dat punt 1 dienst Welzijn, Wijziging productenmatrix wordt teruggeno men en dat de NLP-fractie geacht wil worden tegen punt 1 te hebben gestemd. De Voorzitter: De vergadering is gesloten. De Voorzitter sluit om 22.10 uur de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 27