Blad 24
Verslag van de begrotingsvergadering van 2 november 1998
college in dit kader bijvoorbeeld stilgestaan bij het idee
om minima toch te laten profiteren van de positieve ontwik
kelingen, door een gebaar te maken door bijvoorbeeld over te
gaan tot een eenmalige uitkering van een bepaald bedrag?
Het college gaat inzetten op verminderingen van het aantal
bijstandsgerechtigden met 1.200 personen. Wij steunen de po
gingen van harte. Maar wij hebben ook aangegeven dat wij het
plan nogal ambitieus vinden. Komen er niet inmiddels
dreigende berichten over economische crisissen her en der
over de wereld? Of bent u van mening dat Nederland, dus ook
Leeuwarden, dit bespaart zal blijven?
Eén ding wil ik in ieder geval duidelijk stellen. De daling
van het aantal bijstandsgerechtigden mag nooit een doel op
zich zijn. Het doel heiligt niet alle middelen. Van verdrin
gen op de arbeidsmarkt mag absoluut geen sprake zijn en de
beloning moet navenant de inspanningen zijn.
Verder willen wij onze zorg uitspreken over de rampenbe
strijding. Niet alleen is het budget gedaald, maar volgens
de ambtelijke antwoorden is ook de formatieruimte van de
sector ontoereikend de taak behoorlijk uit de voeren, waar
door de activiteiten 1999 uitgevoerd worden door een boven
tallig personeelslid. We willen van het college weten of dit
niet tot gevaarlijke situaties kan leiden en of dit niet
eerder in de commissie moet worden besproken dan in het ka
der van de Perspectiefnota 2000. Graag uw reactie hierop.
Tot slot vragen wij nog aandacht voor de Zalmsnip. We zijn
hier de afgelopen tijd behoorlijk diep op ingegaan en ook
hebben we schriftelijk vragen gesteld aan de ambtenaren. Er
zijn drie dingen die opvallen aan zowel de antwoorden van de
wethouder als die van de ambtenaren. Dit is ten eerste het
feit dat er heel gemakkelijk voorbij wordt gegaan aan het
gegeven dat de snip ook bedoeld is voor alle kamerbewoners,
zoals het Kabinet destijds duidelijk heeft gemaakt, maar dat
de gemeente om financiële redenen hier onderscheid maakt en
dus voorbijgaat aan de instructies van het Kabinet. Heeft de
wethouder bij politiek Den Haag duidelijk gemaakt dat de ge
meente niet voldoende financiële middelen heeft gekregen om
aan de instructie van het Kabinet te voldoen? Graag uw reac
tie hierop.
Het tweede wat opvalt, is dat we drie keer een financieel
overzicht hebben gekregen, dat er constant andere cijfers
aan ons worden voorgelegd. De ene keer zoveel uitbetalingen
aan niet-zelfstandige woonruimte, de andere keer zoveel be
lastingplichtigen, enz. De wethouder reageerde daar in de
commissiebehandeling op, dat er een onderscheid moest worden
gemaakt tussen de verschillende groepen belanghebbenden.
Maar dat wisten we al lang en het was dus ook geen antwoord
op onze vraag. Van de ambtenaren hebben we te horen gekregen
dat er in bepaalde overzichten geen rekening was gehouden
met leegstand. Dat is al heel wat duidelijker. We stellen de
Blad 25
Verslag van de begrotingsvergadering van 2 november 1998
vraag dus nog eens een keer. Wat zijn nu definitieve cijfers
en wanneer kunnen we die tegemoet zien?
Het derde opvallende aspect hieraan is de onduidelijkheid
over het bedrag dat er nu nog over is van de uitkering van
de Zalmsnip en nog belangrijker wat daar nou eigenlijk mee
gebeurt. We hebben deze vraag al drie keer aan de wethouder
en ambtenaren voorgelegd en drie keer hebben we geen of een
onvolledig antwoord gekregen. Uit de laatste ambtelijke cij
fers blijkt dat er maar liefst ruim f 307.000,- over is ge
houden. We stellen dus nu weer de vragen: klopt dit en wat
gebeurt hiermee? Want wat die laatste vraag betreft, daar
over blijven ook de ambtenaren in nevelen gehuld.
Wat we tot slot willen vragen is of de wethouder bereid is
een definitief overzicht te presenteren met daarop alle be
schikbare gegevens, inclusief het uitbetaalde geld en be
stemming voor het eventueel overschot. We hebben over de
Zalmsnip een motie klaar liggen, maar voor we die indienen
wachten we nog het antwoord van de wethouder af.
De heer P. de Jong: Wat wij gedaan hebben bij de voorberei
ding van deze begrotingsbehandeling is dat wij gekeken heb
ben naar de behandeling van de Perspectiefnota en of de re
sultaten van het debat, dat we in juni gevoerd hebben, op
die resultaten vertaald zijn op adequate wijze door het col
lege in de huidige begrotingsvoorstellen. Ik zal daarnaast
overigens ook een paar aanvullende opmerkingen maken.
Het economische tij zit mee, alhoewel een waarschuwing op
zijn plaats is, gezien de omgeving waarin wij verkeren. An
derzijds zegt het college ook dat er sprake is van een
strakker begrotingsregiem. Er zijn een aantal collega's ge
weest die daar ook al op gewezen hebben. Ik denk dat het een
samenspel van een aantal factoren is geweest, dat geleid
heeft tot dit redelijk positieve beeld. Maar daar past een
nuancering bij, want als je ziet naar wat wij allemaal op de
schop hebben en wellicht is de chaotische behandeling van
begroting en de heffingen en de tarieven in de Commissie Be
stuur en Middelen, toch wel symptomatisch voor datgene wat
wij allemaal op de schop hebben, namelijk dat wij misschien
wel teveel op de schop hebben, dat we dat toch niet allemaal
op de goede wijze kunnen organiseren. Met andere woorden, de
D66-fractie heeft daar grote zorgen over en de risico's zul
len naar ons inzicht alleen maar groter worden.
We gaan akkoord met de afboeking van de immateriële activa
en zullen ook verdere voorstellen voor een vervolgprocedure
afwachten
Dan het Stedelijke Investeringsfonds.
We hebben gezegd bij de behandeling van de Perspectiefnota
dat er inderdaad nog forse investeringen nodig zijn, al was
het alleen maar in het kader van het Langman-projeetIk ben