Blad 46 Verslag van de begrotingsvergadering van 2 november 1998 gefinancierd moeten worden of niet via verdiscontering bin nen de tarieven. Daar heeft de wethouder op gereageerd en gezegd dat we nu niet in discussie moeten gaan. Wat ons be treft zou dat ook niet moeten. Maar ik wil er wel op wijzen dat de kwijtschelding vanuit de OZB niet binnen de tarieven verdisconteerd wordt. Vorige jaar bij de begrotingsbehande ling, toen we het hadden over de afvalstoffenheffing, hebben wij besloten - volgens mij was dat de hele raad, misschien met uitzondering van zijn partij - om dat wel vanuit de ta rieven te verdisconteren, omdat het helemaal niets uitmaakt voor de belastingbetaler of dat nu wel of niet vanuit de verdiscontering van de tarieven zou gebeuren. Het had zelfs een voordeel. Maar het was een vrij ingewikkelde systematiek die er toen was opgezet. Er was een keuze uit drie opties. Zo goed als de hele raad ging er toen mee akkoord om dat wat de afvalstoffenheffing betreft via een verdiscontering van de tarieven te regelen. Bij de rioolheffing is tot nu toe nauwelijks sprake van kwijtschelding, dat wordt misschien anders, maar dat is op dit moment wat ons betreft in ieder geval niet aan de orde. De motie van de D66-fractie wijzen wij af, die zullen wij niet steunen om de reden die wethouder heeft genoemd. Wij willen ook de mogelijkheid hebben om de afweging te maken van waar de bagger naar toe zou moeten, of dat De Wierde zou moeten zijn of Schenkenschans. De motie, zoals de D66- fractie die nu heeft ingediend, gaat toch in de richting dat er duidelijk een voorkeur wordt uitgesproken voor storten op De Wierde. Dat is voor ons een stap te ver. Het instrument voor minimabeleid zoals de NLP-fractie dat voorstelt. De NLP-fractie heeft ook aangegeven dat ze wel licht in tweede instantie nog met een motie komt, met een strekking die er op neerkomt dat er per 1 januari a.s. het Fonds maatschappelijke activiteiten opnieuw ingesteld moet worden. Wij kiezen voor het voorstel dat het college doet. De wethouder heeft aangegeven dat we er vanuit mogen gaan dat er voor 1 januari een instrument beschikbaar is. Ik ga ervan uit dat dit een instrument is dat ook past bij de uit spraken zoals die in de commissie onlangs zijn gedaan. Of dat een kopie is van het Fonds maatschappelijke activi teiten, valt nog te betwijfelen. Aan dat fonds zat ook een aantal haken en ogen. Als er nu een voorziening komt waarbij die haken en ogen zijn verdwenen, dan zal dat onze voorkeur hebben. Dus dat voorstel van het college wachten wij graag af Ik heb verder nog één vraag gesteld waarop ik nog geen ant woord heb gehad. Die vraag heb ik ergens tussendoor gesteld. Toen had ik het over de voeding van de dienstegalisatiereservesToen heb ik zijdelings verwezen naar een antwoord op een vraag die door de NLP-fractie was Blad 47 Verslag van de begrotingsvergadering van 2 november 1998 gesteld, een schriftelijke vraag, namelijk dat in die beant woording werd gesteld dat taakstellingen soms ook ingevuld worden door gebruik te maken van onderuitputting. Dat kwam ons vreemd voor. Daar wil ik nog graag een reactie op. De heer Krol: Ik dank het college voor de antwoorden. Datge ne wat ons aanspreekt, zal ik niet op terug komen en daar waar nog enige twijfel bestaat, zal ik nog een reactie op geven Ik begin bij de criteria met betrekking tot het Stedelijk Investerings- en Ontwikkelingsfonds. Mevrouw De Haan zegt dat zij het globaal in grote lijnen met de CDA-fractie eens is en met betrekking tot details valt er hier en daar nog wat aan te scherpen. Ik ben daar blij om, want dan zijn we het in ieder geval eens over het karakter van het fonds, het langdurige karakter, over het duurzame karakter en al die zaken die ik genoemd heb, zoals rendabel, meetbaar, aanjaagfuncties, multipliereffect en de kernthema's, die daaruit gefinancierd moet worden. Dat stemt ons tot grote tevredenheid. Natuurlijk kan er in de Commissie Bestuur en Middelen wat ons betreft over details met betrekking tot die hoofdlijnen best gesproken worden. Wat betreft de Zalmsnip gaan wij akkoord met de motivering van de wethouder. Ik moet zeggen dat we best benieuwd zijn naar de plus die in de Zalmsnip zit, wat we daarmee gaan doen. Je zou inderdaad kunnen redeneren dat we gaan kijken of inderdaad die mensen die daar nu niet van profiteren geholpen kunnen worden een volgend jaar, waarbij er dan mis schien wéér een plus is, waarbij je dan zou kunnen nagaan of ook anderen daarvan kunnen profiteren. Aan de andere kant vind ik dat er ook geen geld op moet of mag worden toege legd. Dus hier moet heel zorgvuldig naar gekeken worden. Misschien zou je als je het over een plus hebt ook naar mi nima kunnen kijken. Wethouder Brinks zegt dat er vrij snel gepraat kan worden over de toekomst Kalverdijkje, wat gaan we daar precies mee gaan doen. Onze intentie is nog steeds dat daar een moge lijkheid blijft om te zwemmen, dat het Kalverdijkje vrij snel weer opengaat. We weten en beseffen dat dat geld kost, maar hebben dat daar ook voor over. Wat betreft de combina tie met de sportboulevard, op het moment dat je niets doet en een gebouw laat verpieteren, denk ik dat ook investeer ders minder gauw geneigd en bereid zijn daar iets aan te doen Wat de minima betreft. In de bestuursprogramma hebben we heel nadrukkelijke met elkaar afgesproken en opgeschreven dat er per 1 januari a.s. iets moet komen voor de minima.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 24