Blad 78 Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1998 gaan met de motie van de D66-fractie. De wethouder heeft namelijk in zijn eerste termijn aangegeven dat dit niet binnen een maand te realiseren is. De consequentie van de motie van de D66-fractie zal dan zijn in mijn perceptie dat de tarieven ongewijzigd zullen blijven. Wij zullen dus de motie van D66-fractie niet steunen. Wel rest de vraag aan het college wanneer wij de gegevens kunnen verwachten. De heer Veldhuis: De D66-fractie heeft natuurlijk gelijk dat er gevraagd is bij Perspectief om een kwalitatieve ana lyse van de afvalstoffen. Het is natuurlijk niet zo dat dat enig effect heeft op de verhoging die wij op dit moment voor ons hebben gekregen. Dat soort dingen moet je onzes inziens goed scheiden. Daarom gaan wij niet mee met de mo tie van de D66-fractie. Mevrouw T. de Haan: Ook wij steunen de motie van de D66- fractie niet, want het uitstellen van de tariefvaststelling is ongewenst. De heer Kalsbeek: Wij zijn niet voor een prijsverhoging van 3% voor de afvalstoffenheffing, maar dat zal u niet verba zen. Terwijl het afval slechts met enkele promillen stijgt en de grootste stijging procentueel door takken wordt ver oorzaakt Daarnaast steunen wij de motie, in navolging van bij de Perspectiefnota, van de D66-fractie. Mevrouw De Haan (weth.): Ik ben alleen nog een antwoord schuldig op een vraag van de heer Van Mourik. Wat mij op breekt is het feit dat wij geen commissievergadering hebben gehad, omdat hij mij in feite een technische verklaring vraagt over een aantal cijfers. Ik kan op dit moment die verklaring niet geven. Ik stel voor dat wij hem dit doen toekomen, dat hij daar precies uitleg over krijgt. (De heer Van Mourik: Het is natuurlijk niet alleen een technische vraag, er wordt in stukken die je binnen een week bereiken aan de ene kant een meevaller gemeld en aan de andere kant een hele forse tegenvaller.) Het is in die zin technisch dat ik even moet uitzoeken wat daar dan precies de verkla ring voor is. Ik kan dat op dit moment niet leveren. De heer Brinks (weth.): Blijft liggen de motie. In feite heeft de heer Krol heel duidelijk geantwoord dat er een soort van analyse ligt, alleen als die verder uitgewerkt moet worden, hebben wij daar meer tijd voor nodig. Ik wil wel toezeggen dat wij voor Perspectief met een nadere kwa litatieve analyse komen. Als wij dat niet halen, bericht ik in ieder geval ver genoeg vantevoren dat wij het niet halen en waarom wij het niet halen. Ik denk dat dan het waarom in deze raad ook heel nadrukkelijk aan de orde moet komen. U weet dat wij een relatief klein apparaat hebben, als er niet extra geld beschikbaar gesteld zou wordt voor een kwa litatieve analyse vraag ik mij af of onze mensen dat kunnen Blad 79 Verslag van de raadsvergadering van 3 november 1998 doen. Ik probeer alles op alles te zetten een nadere kwali tatieve analyse te geven. Aan de ene kant vraagt u om enke le A-4tjes, aan de andere kant wordt er gevraagd om een na dere kwalitatieve analyse. Als de heer Krol wil dat wij een kwalitatieve analyse plegen, dan wil ik in ieder geval dat die ook goed gepleegd wordt en niet dat die op basis is van, zoals nu in de MUP staat, dat het waarschijnlijk zal komen van een verbetering van de economische situatie, want dan krijg ik de volgende keer hier in de raad, als ik met zo'n verhaal kom, te horen 'had u dat niet beter kunnen on derzoeken' Als de heer Krol zegt dat hij een kwalitatieve analyse wil hebben, dan moet het een goede zijn. Als hij zegt dat het wat hem betreft twee A-4tjes kunnen zijn, dan heeft hij die min of meer in de MUP gekregen. (De heer Krol: Wij vragen bij Perspectief om zo'n analyse. De wet houder zegt nu eigenlijk dat ik een jaar moet wachten tot ik antwoord heb, dat kan niet natuurlijk.) (De heer P. de Jong: Ik heb respect voor de opvatting dat er een klein ap paraat is, maar ik hrb ook gezegd dat ik ervan uitga dat er een professioneel apparaat is dat heel snel - ik heb heus niet om twee of drie maanden gevraagd - en de indruk is hier ook gewekt dat het wel werd gered voor het eind van het jaar. Die indruk zit bij mij in ieder geval heel duide lijk in het hoofd, dan vind ik het niet geloofwaardigver geef mij de uitdrukking, als het college nu zegt dat zij haar best zal doen om dat voor de volgende Perspectiefnota neer te leggen. Daar neem ik geen genoegen mee.) De Voorzitter: Ik zou u willen voorstellen dat wij u in de eerstvolgende vergadering van de Commissie Stadsontwikke ling informeren over de stand van zaken van het onderzoek en zullen kijken op welke wijze de resultaten eventueel versneld op tafel kunnen komen. Of dat een, twee of drie maanden scheelt, kunnen wij nu niet zeggen. Ik denk dat wethouder Brinks dat duidelijk heeft gemaakt. Maar ik denk dat het goed is dat wij dan even met de raad in overleg treden over wat er voor nodig is om dit eventueel wat naar voren te halen. Volgende week vergadert de Commissie Stads ontwikkeling, dan zullen wij met de juiste informatie ko men. (Mevrouw WaandersDe wethouder geeft aan dat het een behoorlijke operatie is, die dan doorgevoerd moet worden. Als dat zo is, betekent dat dan ook dat er flink wat kosten aan verbonden zijn? Als dat zo is zouden die ook met het voorstel mee moeten worden genomen.) Laten wij dan even mondeling op tafel leggen en met de commissie nader over leggen over welke weg we zouden moeten gaan. Ik beschouw motie nr. 1 als overgenomen, met dien verstande dat het gat wat door die motie geschoten wordt, door een mindere hoeveelheid papier als het ware weer een dekking wordt genomen. Motie nr. 2. Ik begrijp dat het de bedoeling van de D66- fractie is om wel het tarief voor 1 januari a.s. vast te stellen. Nu de vraag die zij in die motie hebben gesteld sowieso niet bevestigend kan worden beantwoord, zelfs al wordt die motie aangenomen, vraag ik mij even af of de mo-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 40