Blad 8
Verslag van de begrotingsvergadering van 2 november 1998
aliseerd zou moeten worden. In het overzicht van uitzettin
gen en inkrimpingen is deze tegenvaller dan ook niet opgeno
men. Graag een reactie van het college.
Dan nog een opmerking over de dienstegalisatiereserves
daarover hebben we een aparte bijlage ontvangen. De PvdA-
fractie steunt het voorstel. We hebben in een vroeg stadium
al aangegeven dat een dienstegalisatiereserve een gewenst
bedrijfsvoeringinstrument is, dat kan bijdragen aan het ge
wenst budgetbeheer en aan het sturen op hoofdlijnen door de
raad. De voorstellen die het college doet met betrekking tot
de aanwending en de omvang van de reserves steunen wijWe
zijn alleen niet echt gelukkig met het voorstel de voeding
van de reserve na de eenmalige dotatie te laten bestaan uit
een - en dan citeer ik - "jaarlijkse dotatie uit de positie
ve rekeningresultaten voorzover de rekeningresultaten niet
zijn veroorzaakt door het in onvoldoende mate uitvoeren van
de te leveren prestaties".
In de productbegroting is nog onvoldoende nauwkeurig om
schreven hoeveel van welk product of welke dienst met welke
kwaliteit geleverd moet worden om goed te kunnen bepalen in
hoeverre positieve saldi het gevolg zijn van het feit dat te
leveren prestaties onvoldoende zijn uitgevoerd. Bovendien is
onderuitputting niet alleen het gevolg van niet of niet op
tijd uitgevoerde werkzaamheden, maar ook van nog bestaande
tekortkomingen in de financiële planningssystematiek. Daar
komt bij dat onderuitputting, blijkens de beantwoording van
een schriftelijke vraag van de NLP-fractie (vraag 44) ook
wordt benut voor het invullen van een taakstelling. Dat
heeft ons verbaasd, omdat taakstellingen weliswaar soms wat
ruim zijn geformuleerd maar voor zover wij weten nooit zoda
nig ruim dat aanwending van onderuitputting als een accepta
bele invulling beschouwd kan worden. Ook daarop wil ik graag
een reactie van het college. Het criterium dat het college
noemt voor de jaarlijkse dotatie vanuit de rekeningre
sultaten is op zichzelf echter wel logisch. Om aan genoemd
praktisch bezwaar tegemoet te komen vragen we het college om
in de jaarrekening aan te geven en te motiveren welk deel
van de positieve rekeningresultaten van de diensten als voe
ding van de dienstegalisatiereserves is aangewend.
Tot slot, voorzitter, vraag ik aandacht voor een aantal toe
zeggingen die het college bij de behandeling van de Perspec
tiefnota heeft gedaan maar die nog niet zij nagekomen.
1. Wethouder Bilker heeft toegezegd in de commissie terug te
komen op onze suggestie om burgers beter te informeren
over plaats en tijd van werk in uitvoering in en om de
stad.
2. Tevens heeft wethouder Bilker toegezegd om uitkomsten van
klantvriendelijkheidmetingen aan de commissie voor te
leggen
Blad 9
Verslag van de begrotingsvergadering van 2 november 1998
3. Van wethouder de Haan willen we graag weten of de Kader
nota Kinderopvang binnenkort wordt voorgelegd. Dit in
verband met de motie die bij de behandeling van de Per
spectiefnota uiteindelijk is aangehouden in afwachting
van die kadernota.
4. Tenslotte is de raad toegezegd dat niet lang na de zomer
vakantie het overzicht van afgesproken beleidsevaluaties
verspreid over de verschillende beleidssectoren aan de
raad zal worden voorgelegd. De zomervakantie ligt al weer
een tijd achter ons. In de raadsbrief bij de begroting
kondigt het college aan dat het plan van aanpak voor
doelmatigheidsonderzoeken voor het eind van het jaar be
schikbaar komt. Wellicht kan de bedoelde lijst van evalu
aties daaraan gekoppeld worden.
De heer Krol: De begroting voor 1999 is de vertaalslag van
de Perspectiefnota en zo u wilt ook deels van het Bestuurs-
programma. Gezien deze context mag je verwachten dat er
geen schokkende dingen in staan. Het is immers de finan
ciële vertaling van eerder genomen besluiten.
Wie de raadsbrief en de begroting doorleest krijgt een be
vestiging van dat beeld. Anderzijds staan er ook zaken in
die we zelfs bij de opstelling van het Bestuursprogramma
niet konden voorzien, zoals verkoop aandelen. Zo zie je dat
de wereld, het financieel perspectief snel kan veranderen.
Ook zien we dat helaas dingen nog niet goed geregeld zijn.
Misschien nog niet konden worden geregeld, hoewel de nood
zaak daartoe wel degelijk aanwezig is. Ik noem in dit ver
band het formuleren van een visie en uitwerking van de ko
mende herstructurering van de woningvoorraad, het op peil
brengen en houden van verhardingen en het openbaar groen.
Op papier staat de gemeente Leeuwarden er beter voor dan ik
me als raadslid kan herinneren. De meerjarenbegroting is
sluitend en de reservepositie is aardig te noemen. Nochtans
is een relativerende opmerking op z'n plaats.
Als je kijkt naar de doelen, naar wat we met elkaar nastre
ven, en dan hebben we het niet over luxe zaken, dan is het
nog geen goud wat er blinkt. Ik noem wensen met betrekking
tot de infrastructuur, bodemsanering en de reeds eerder ge
noemde onderwerpen herstructurering en het achterstallig
onderhoud. Onderwerpen die in de komende jaren grote bedra
gen vragen. Daarenboven blijven we wellicht nog steeds bij
zonder afhankelijk van derden. Van subsidies van rijk, pro
vincie en Brussel.
Met andere woorden, zoals altijd, heeft ook deze medaille
een keerzijde. Terughoudend opereren is en blijft nog
steeds nodig en meer dan wenselijk.
Het is de bedoeling om het stadsvernieuwingsfonds en het
investeringsfonds op te heffen en daarvoor in de plaats een