Blad 38 Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998 De heer Van Mourik: Het initiatiefvoorstel van de PAL/GroenLinks-fractie heeft de nodige beroering teweeg ge bracht. Het heeft elke partij in deze gemeenteraad gedwon gen na te denken op welke wijze men aankijkt tegen het pro bleem van mensen die zonder een legale status in ons land verblijven. De Koppelingswet, die met brede politieke steun in de Tweede en Eerste Kamer is vastgesteld, heeft op lo kaal niveau gevolgen. Het voorstel van de PAL/GroenLinks- fractie strekt er toe om deze gevolgen te verzachten. Nadat oorspronkelijk geopteerd werd voor een bed- brood- en bad- regeling, is er nu een concept-besluit toegevoegd, waarin een eenmalige bijdrage wordt voorgesteld. Het college laat in haar standpunt een andere benadering zien. Er wordt vrij systematisch aangegeven welke verplich tingen de Koppelingswet een gemeentebestuur oplegt. Hierbij is er van eigen beleidsruimte geen sprake. Op het moment dat je er voor kiest om een eigen lijn te volgen is er in de ogen van het rijk al snel sprake van bestuurlijke onge hoorzaamheid. In de commissiebehandeling is het punt in feite via een andere weg aan de orde gekomen. Er werd van de kant van een tweetal inspreeksters gesteld dat het ver lenen van een bijdrage aan Respons los moet staan van de discussie over de aard en wijze van de uitvoering van de Koppelingswet. De grootst mogelijke meerderheid van mijn fractie deelt deze opvatting van Respons. Er kan een eenma lige bijdrage worden verstrekt uit humanitair oogpunt, los van de discussie over de Koppelingswet. Op het moment dat je het anders zou doen, of die relatie wel zou leggen, dan kom je in strijd met de wet en krijg je het met het rijk aan de stok, zoals de gemeenten Eindhoven en Leiden. Deze meerderheid in mijn fractie vindt het gevraagde bedrag ech ter te hoog en dat is de reden waarom wij de motie van de PvdA-fractie hebben medeondertekend De kleinst mogelijke minderheid van mijn fractie kan zich niet vinden in het verstrekken van een bijdrage, omdat dit het doorkruisen van rijksbeleid zou inhouden en het verle nen van hulp in deze vorm, bij de mensen die het betreft, valse verwachtingen zou kunnen wekken. Wat is het perspec tief dat je de mensen kunt bieden? Deze minderheid in de fractie vindt dat er geen eenmalige bijdrage behoeft te worden verstrekt. De totale fractie is van mening dat het hier om een eenma lige exercitie gaat die zich niet voor herhaling leent. Met het verstrekken van de gevraagde bijdrage wordt een zetje in de rug gegeven aan die instellingen die zich inzetten voor mensen die in uiterst moeilijke omstandigheden verke ren. Het gaat echter om rijksbeleid en structurele antwoor den zullen dan ook van het rijk moeten komen. Mevrouw Inberg: Wij zijn in de commissie duidelijk geweest. Wij vinden het koppelen van bestanden waardoor niet recht Blad 39 Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998 matig verblijvende vreemdelingen van uitkeringen worden uitgesloten, terecht. Zij houden dan overigens wel toegang tot rechtsbijstand, onderwijs en acute medische zorg. Daar is vaak veel onduidelijkheid over. Wij hebben ook in de commissie gezegd dat het gevaar bestaat dat met het voor stel van de PAL/GroenLinks-fractie opnieuw een vervolgcir- cuit in gang wordt gezet. Wij moeten oppassen voor een schijnregelingIn dat verband willen we wel een eenmalige bijdrage overwegen - met nadruk op het woordje eenmalig - omdat we vinden dat het probleem structureel in Den Haag ligt. Wij denken dat onze inspanningen, ook op gemeentelijk niveau, in Den Haag verhoogd moeten worden om het beoorde- lings- en uitzetbeleid beter en correcter te maken. Hoewel we het daarnaast fundamenteel onjuist blijven vinden dat vrijwilligersorganisaties opgescheept worden met het dweilen met de kraan open op dit moment, in verband met het onvolmaakte systeem verderop, hebben we toch ingestemd met deze eenmalige bijdrage. Wij gaan akkoord met de motie die is voorgelegd door de collegepartijen Mevrouw T. de Haan: De Koppelingswet is rijksbeleid, al de len wij de kritiek dat het op sommige onderdelen best beter zou kunnen. Wij zijn echter van mening dat het niet zo mag zijn dat de gemeente buiten de wet gaat staan. Wij vinden dat de Koppelingswet onverkort dient te worden uitgevoerd. Wel vinden wij dat als het college vindt dat de Koppelings wet niet goed wordt uitgevoerd, zij zich hier hard voor moet maken bij haar achterban in Den Haag en ons hier niet een soort schuldgevoel aan moeten praten. Het rijk moet oog hebben voor de gemeentelijke situatie. Wij vinden dat de fracties met hun achterban in Den Haag dit op de politieke agenda in Den Haag moeten aankaarten. Het probleem moet structureel opgelost worden in Den Haag. Daar kan men ge meenten en andere instanties niet mee opzadelen. Als mevrouw Otje, dat heb ik gelezen in het stuk wat ik toegestuurd heb omdat ik er niet was op die donderdag, dan stelt dat het geld wel geaccepteerd wordt, maar zal worden besteed aan alle mensen zonder verblijfsvergunning, dan vraag ik mij af of het initiatiefvoorstel dan niet zijn doel voorbij schiet. In het antwoord van wethouder Brok staat: op gegeven ogen blik is vanuit het rijk die gemeenten - dat gaat over Lei den, Nijmegen en Eindhoven - duidelijk gemaakt dat men het uitvoeren van de Koppelingswet niet aanvaardbaar vindt. Dat is vanuit het rijk aan de gemeenten gemeld. Kan de wethou der dit uitleggen. Mijn fractie vindt, ondanks dat wij het initiatiefvoorstel zeer sympathiek vinden, dat het niet zo kan zijn dat wij als gemeente een door het rijk opgelegde beslissing naast ons neerleggen. Tevens zijn wij van mening dat de gemeente,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 20