Blad 40
Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998
die zich juist hard maakt voor een handhavingsbeleid, nu
reeds daar vanaf wijkt en uitzonderingen laat ontstaan. Wij
vinden dan ook dat de Koppelingswet onverkort dient te wor
den uitgevoerd.
Mevrouw Mol: Hoe meer je je verdiept in de illegalenproble
matiek hoe schrijnender de situaties in beeld komen. Dat
vervult ons met zorg. Want hoe dan ook, het zijn medeschep
selen en daar moeten wij aandacht en zorg voor hebben en zo
mogelijk hen de aller noodzakelijkste levensbehoeften niet
onthouden. De CDA-fractie is echter van mening dat de ge
meente wel de landelijke wetgeving moet uitvoeren. Een de
mocratie is aan de wet gebonden. Ik las afgelopen weekend
een citaat van professor Van Boven, oud-voorzitter van de
Verenigde Naties, sectie mensenrechten, en ik citeer: ook
de democratische wetgeving kan in strijd zijn met de rech
ten van de mens. Laat het Europese Hof voor de rechten van
de mens onze Koppelingswet eens toetsen. Het is nu al dui
delijk dat die zo geen stand houdt, zoals bij eerdere ju
risprudentie al bleek" (einde citaat)Een uitspraak van
niet de eerste de beste. Hieruit blijkt dat de uitvoering
van de Koppelingswet naar de mensen toe niet rechtvaardig
is. Daarom willen wij het college opdragen bij de evaluatie
van de Koppelingswet over ongeveer een half jaar, dit naar
de landelijke overheid duidelijk te maken. Wij zullen dat
als politieke partij ook doen. Het moet snel duidelijk wor
den hoe we met de grote stroom vluchtelingen, die ons land
binnenkomen, moeten omgaan. Het rijk draagt hiervoor de
verantwoordelijkheid en mag dit niet in het kader van de
centralisatie op de gemeente afwenden. Maar wij willen er
hier wel over praten en niet weglopen voor de discussie,
zoals de NLP-fractie, die niet thuis geeft als ze iets kan
doen voor haar naasten. Er moet voor schrijnende gevallen,
overigens een heel akelige term want het gaat om medemen
sen, een oplossing komen, ook nu. Daarom wil de CDA-fractie
een eenmalige gift beschikbaar stellen om de ergste nood te
lenigen. Wij denken daarbij aan een bedrag van f 25.000,-
te geven aan Respons. Daarom hebben wij de motie mede on
dertekend, zoals die is ingediend door mevrouw Sijtsma van
de PvdA-fractieWij weten dat Respons goed werk doet. Wij
hopen dat zij, die gedupeerd zijn als gevolg van de Koppe
lingswet, hiervan dan ook zullen profiteren. Het is bekend,
na de behandeling in de commissie, dat Respons dit niet al
leen hieraan gebonden aanvaardt maar wij vertrouwen er op
dat dit geld gebruikt wordt voor hen die dit zeer nodig
hebben. Wij hopen dat er een tijd komt dat niemand meer in
illegaliteit hoeft te leven. Helaas zijn de rechten van de
mens in veel landen nog niet zo ver dat dat op korte ter
mijn werkelijkheid zal zijn.
Blad 41
Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998
De heer Brok (weth.): Het behandelingsvoorstel voorziet nu
in een toelichting op het collegestandpunt. Ik zal me daar
toe beperken. Van de week in de commissie zijn wij al uit
voerig ingegaan op het collegestandpunt. Eigenlijk zijn
hier vanavond in de raad geen nieuwe punten meer naar voren
gebracht die mij uitnodigen een reactie te geven. Er is nog
een beperkt aantal nieuwe zaken aangetipt. Daar wil ik nog
wel even op ingaan.
Mevrouw Hafkamp zegt bij de f 50.000,-, waarvan haar frac
tie voorstelt die beschikbaar te stellen, dat ze daaraan
directe koppeling legt met de bed-, bad- en broodregeling.
In het voorstel zoals wij dat geformuleerd hebben, de een
malige donatie, leggen wij die koppeling niet. Wij hebben
ook aangegeven in het collegestandpunt waarom we die koppe
ling niet leggen. Ik hecht er toch aan dat hier vanavond
nogmaals bij de raadsbehandeling te herhalen, dat bij de
donatie zoals wij die voorstaan geen koppeling wordt gelegd
met die regeling.
Voorts heeft mevrouw Hafkamp gesproken over de maatschappe
lijke opvang. Moeten instellingen in de stad mensen de deur
wijzen, mensen die gedupeerden zijn van de Koppelingswet?
Daarop zou ik namens het college willen reageren dat het
niet aan ons is om dat te verbieden, mevrouw Hafkamp.
(Mevrouw Hafkamp: De situatie kan zich voordoen dat dit nu
wel gaat gebeuren. Net als het voorbeeld dat ik vorige keer
aanhaalde van een vrouw die het Blijf van Mijn Lij f-huis
belt en dat de directeur zegt dat hij in feite na 1 januari
moet vragen of zij wel een verblijfsvergunning heeft, zo
niet, dat zij dan hier niet welkom is. Ik denk dat het col
lege zich daar niet de ogen voor kan sluiten)
Dat is wat anders. Het ogen sluiten en het verbieden om
mensen op te nemen, zijn twee hele andere zaken. Ik kies de
formulering zoals ik die zojuist gekozen heb.
Voorts is het zo dat ook vanavond weer voor de Koppelings
wet als zodanig aandacht wordt gevraagd en ook voor de il
legaliteit als zodanig. Ik ben deze week uitvoerig ingegaan
op dat het twee verschillende trajecten zijn, maar dat
heeft u zelf in uw voorstel goed verwoord. Mensen die gedu
peerd zijn door de Koppelingswet worden illegaal en daar
vraagt zij met name aandacht voor. Maar de groep waar we
ook vanuit Respons over hebben gesproken is veel breder.
Dat wil ik voor de duidelijkheid hier nog even herhalen.
Dan is er nog een opmerking gemaakt, waar ik op moet reage
ren, door mevrouw De Haan. Ik heb gezegd dat het rijk tegen
het beleid is zoals het geformuleerd is in een aantal ande
re gemeenten in het land. Daarvan heb ik gezegd dat het mi
nisterie te kennen heeft gegeven bij die gemeenten dat het
afgekeurd wordt dat die gemeenten beleid hebben geformu
leerd. Dat is ook de reden geweest voor het Leeuwarder col-