Blad 54 Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998 nog wel eens in royaler verband denk ik. Dat speelt voor ons toch op de achtergrond mee. Alles afwegende kunnen wij instemmen met het voorstel, zo als het college dat hier doet. De opmerking die door de heer Van Olffen in eerste termijn heeft gedaan, daar heeft hij het ook in de commissie over gehad, ten aanzien van het geld, dat als dat op zou zijn, dat zou te gek voor woorden zijn. Ik herinner mij althans een toezegging van de wethouder in de Commissie Welzijn: als het geld op is dan zullen wij naar de raad toekomen. Ik ga er vanuit dat hij die toezegging gestand doet, dan kun nen wij daar op zich mee instemmen. Ten aanzien van de motie, die door de collegepartijen is ingediend, wij hebben helaas geen gelegenheid gehad om te gen de PvdA-fractie te zeggen dat wij die ook graag hadden willen ondertekenen, never mind. Wij zijn het van harte eens met het voorstel, zoals dat nu in de motie ligt. Het is misschien wel wat onorthodox, met name dat doorschuiven naar volgend jaar, maar als je kijkt naar de doelgroep waar we het over hebben, zullen wij dit voorstel van harte on dersteunen De heer Boorsma: Eindelijk ligt het voorstel er dan. Daar hebben we lang op gewacht. Het resultaat komt ons enigszins bekend voor. Desalniettemin zijn wij blij dat er nu einde lijk een voorstel is. Wij zijn echter nog niet geheel te vreden. Wij hebben problemen, zoals al duidelijk is ge maakt, met een duurzaamheidcriterium van een jaar. De frac ties van PAL/GL en de SP hebben een gezamenlijke motie om trent dit probleem ingediend en ik heb nu het idee dat som mige partijen van mening zijn, dat de motie die door de fracties van SP en PAL/GL is ingediend, min of meer een aanvulling is op hetgeen hier ligt. Ik zou willen vragen, maak duidelijk dat bij Perspectief het punt dat de PAL/GL- fractie en wij aansnijden, meegenomen wordt. Dan zou ik kunnen zeggen, wellicht zouden we de motie dan kunnen in trekken, maar dat moet dan wel meegenomen worden. Dat wil len wij wel graag heel helder op tafel hebben. Want volgens mij, als er wordt gesproken over onderzoeken, waar in de motie van de PvdA-fractie onder andere sprake van is, dan lijkt het mij helemaal niet nodig om te onderzoeken dat be paalde groepen in de huidige regeling met het duurzaamheid criterium buiten de boot vallen, want het is namelijk een feit De heer Roekiman heeft een aantal groepen genoemd, wij zou den ook nog studenten kunnen noemen die net afgestudeerd zijn, die eerst wel gebruik hebben gemaakt van kortingsre gelingen van school, daarom nu geen gebruik kunnen maken van deze regeling, het lijkt mij terecht dat studenten dat niet hoeven. Als ze afgestudeerd zijn kunnen ze in de bij Blad 55 Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998 stand komen met het gevolg dat zij financieel ook in aan merking zouden komen, maar aan de hand van de huidige situ atie zou dat niet kunnen. Daarom hebben wij die motie ook samen met de PAL/GL-fractie opgesteld. Daarnaast hebben wij in de commissie gesproken over de re geling in de zin van Fonds voor duurzame gebruiksgoederen. Daar gebeurt nu nog niets mee, maar we willen het wel in het achterhoofd houden en eventueel bij de behandeling van de Perspectiefnota hierop terugkomen. De kadernota spreekt in artikel 2.3 uit, dat: ^tegemoetko- mingen uit de declaratieregelingen slechts worden verleend, indien en voor zover daarin aanwezige middelen toereikend zijn'Dit kan dus betekenen dat, indien de kostenregeling een doorslaand succes is, er te weinig geld voor zou zijn. Dit betekent dan weer dat er een situatie kan ontstaan, waarin mensen met recht een beroep doen op de regeling, maar dat de gemeente zegt: jammer, maar helaas het geld is op, u krijgt niks. Net is er ook al even aan gerefereerd. De regeling zou in dat geval ten onder gaan aan zijn eigen succes. Dit mag en kan niet de bedoeling zijn. Wij hebben ons de afgelopen periode ook nooit vastgelegd op de f 750.000,- die er nu voor uit is getrokken. Ik vind dat in de motie, die door de PvdA-fractie is neergelegd, er aan dacht aan wordt besteed. Als ik vooral denk aan de tweede overweging, dat er sprake is van een tekort of een over schot, kan ik hieruit concluderen - maar daar wil ik even een bevestiging van over mijn uitleg van de kant van de heer Van Olffen - dat indien een tekort blijkt, dat er dan bij Perspectief zal worden gekeken naar extra middelen. Ik zou dat graag even bevestigd willen zien, want in dat geval zouden wij ook wel vrij sympathiek ten opzichte van die mo tie staan, maar dat wacht ik nog eventjes af. De heer Feddema: 3,5 a 4 jaar geleden hebben wij een start gemaakt met het eerste onderzoek wat betreft de kortingsre geling, zo'n anderhalve ton. Vervolgens hebben wij moeten constateren terug te komen op het oude FMA, dan wel in een nieuw jasje. Mijn fractie heeft gezegd in de commissiebe handeling daarmee akkoord te gaan. Wij hebben een aantal opmerkingen gemaakt, waar ik nog even in het kort op wil inhaken en dat is onder andere de armoedeval. Op het moment dat wij de 105% nemen, zoals u dat in het voorstel heeft staan, moeten wij er rekening mee houden, en dat zal onder zocht worden, maar ik zeg dat maar bij deze, dat 130% bruto uitkomt op netto iets lager dan 105% van het bijstandsni veau. Die bronnen zijn bekend. Dit is een gegeven uit een onderzoek van het FNV. Desalniettemin, we wachten rustig af, want de motie hebben wij inmiddels ondertekend wat be treft het onderzoeken van dit. Maar toch wil ik er alvast bij stilstaan, dat dit toch een grote zorg is voor onze fractie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 28