Blad 60
Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998
(De heer FeddemaMil de wethouder nog even ingaan op het
systeem van het bedrag lenen?)
Daar komen we op een ander moment op terug. Als we tot zo'n
lening overgaan dan weten we in ieder geval dat we vier
keer het bedrag kwijt zijn dan er nu voor geraamd is. Dan
geef je aan de totale doelgroep het totale bedrag, dat moet
je achteraf controleren. Dat zal uitvoeringstechnisch las
tig zijn. Maar daar wil ik nog wel op terugkomen.
De heer Roekiman: Er is een motie door de PAL/GroenLinks-
fractie en de SP-fractie ingediend. Je kunt verschillend
naar de motie kijken. Je kunt zeggen het staat haaks op de
motie, die ook mede door de PAL/GroenLinks-fractie is on
dertekend en ingediend is door de heer Van Olffen van de
PvdA-fractie, of je kunt zeggen, als gevonden wordt dat de
ze motie verweven is in de eerste motie, dat de tweede mo
tie overbodig is. Maar dat wil ik zometeen hardop van di
verse fracties horen. Misschien heb ik niet als zodanig be
grepen dat dat er in meegenomen is, maar dat wil ik graag
horen. De heer Boorsma heeft terecht gezegd, als dat het
geval is, dat hij dan overbodig is en dan kunnen we hem in
trekken. Maar dat moet ik van diverse fracties hardop ho
ren
De heer Van Olffen: In alle oprechtheid, ik dacht dat dit
een hele duidelijke motie was. Daar is overleg over geweest
als coalitiepartijen. Even naar de heer De Jong toe, daar
is helemaal niks mis mee, want het is logisch als je met
elkaar een coalitie vormt, dat je dan ook wel eens met el
kaar van gedachten wisselt over een aantal vraagstukken
binnen deze gemeente.
(De heer De Jong: Dat recht heb ik u niet ontzegd.)
Nee precies, het staat iedere partij uiteraard vrij. Als er
moties ingediend worden, die op grote sympathie bij andere
partijen kunnen rekenen, dan kunnen zij altijd meestemmen
en daar zijn de indieners altijd heel blij mee.
Ik dacht dat die motie duidelijk was, omdat alle argumenten
die door de verschillende partijen zijn ingediend, dat is
nu juist het aardige van deze motie, hier in verwerkt zit
ten. Het college geeft zelf aan dat zij een aantal onder
zoeken wil plegen, armoedeval, vouchersysteem, aantal aan
vragen. Het verleden heeft uitgemaakt dat dit soort nieuwe
fondsen altijd op gang moet komen. Wij hopen dat wij mei-
juni - als die rapportages bekend zijn en als wij de Per
spectiefnota met elkaar gaan behandelen - een duidelijker
inzicht hebben over wat ons te wachten staat de komende ja
ren, hoe verloopt het aantal aanvragen, wat zijn de effec
ten van de armoedevalHet aardige van deze motie is ook
nog dat alle ondertekenaars van deze motie daar hun inter
Blad 61
Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998
pretatie, een eigen politieke doelstelling, in kunnen uit
dragen. Iedereen kan de onderzoeken gaan interpreteren zo
als hij/zij wil. Alles zit er in, daarom dacht ik dat de
motie zo mogelijk was. De bedoeling is dat we willen komen
tot één effectief minimabeleid, waarbij iedereen zoveel mo
gelijk aan zijn of haar trekken komt, niet meer en niet
minder. Maar vanwege de onzekerheden hebben wij gemeend de
ze vragen, deze opdracht aan het college mee te geven. Je
zou het ook nog anders kunnen stellen, de echte discussie
over de definitieve vaststelling van de regeling vindt in
feite in juni plaats. Nogmaals iedereen heeft alle vrijheid
om de uitkomsten van de diverse onderzoeken naar eigen
goeddunken in te vullen en er ontstaat een nieuwe politieke
discussie. In die zin is de motie van de PAL/GroenLinks-
fractie en de SP-fractie volstrekt overbodig. Want als zij
zien dat er een schrijnend tekort is aan middelen, dan kan
zij om meer middelen vragen. Als er geld over is, als de
aanvragen moeizaam op gang komen, dan zegt niet voor niets
de regeling dat er met terugwerkende kracht naar verruiming
van de declaratiemogelijkheden tot 1 januari moet komen.
Daarom is die motie overbodig. Ik zou in het licht daarvan
de PAL/GroenLinks-fractie en de SP-fractie willen vragen
deze motie in te trekken en deze discussie aan te gaan als
alle onderzoekgegevens er zijn en zij heeft alle vrijheid
om al haar wensen in die discussie te werpen, maar het
heeft nu geen zin.
(De heer Roekiman: Zegt de heer Van Olffen daarmee: houd de
motie aan of trek hem in? Hij heeft een heel betoog dat al
les open staat. Je kunt op twee manier je betoog interpre
teren. Je kunt zeggen: PAL/GroenLinkshou je motie aan en
dien hem bij Perspectief in of je zegt
Nee, ik zeg niet PAL/GroenLinks hou hem aan, ik zeg
PAL/GroenLinks trekt hem in. Dat was toch duidelijk, dacht
ik. (De heer Roekiman: Het betoog is daaromtrent niet con
sistent.) Het is hartstikke consistent, omdat ik zeg als de
onderzoekgegevens bekend zijn bij Perspectief - dan ga ik
terug naar het tweede deel van het besluit - heeft men alle
ruimte om tot verruiming van de declaratieregeling met te
rugwerkende kracht tot 1 januari 1999 te komen. Dat staat
er in. Als de heer Roekiman zegt: ik vind op grond van deze
onderzoekgegevens dat ook mensen die korter dan één jaar in
de bijstand zitten in aanmerking moeten komen, dan brengt
hij dat in en gaan wij die discussie aan en kunnen wij een
zuiverder afweging maken dan we op dit moment doen, omdat
we over een aantal gegevens nog niet kunnen beschikken.
Er is door het college nog één belangrijke vraag gesteld.
Wat mij betreft kan de tweede overweging ter discussie ko
men. Maar het laatste zou ik overeind willen houden om de
eenvoudige reden dat we eigenlijk heel weinig tijd hebben
om met de regeling aan de gang te gaan. Ik heb in mijn eer
ste termijn gezegd dat zo'n nieuwe regeling altijd moeizaam