Blad 64 Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998 Een tweede opmerking die ik wil maken is dat wij achter de motie blijven staan, zoals die ook ingediend is door de collegepartijen en door de overige partijen. De heer Brinks (weth.): Eén opmerking in de richting van de CDA-fractie. Het gaat niet om de 105% belastbaar inkomen, maar om het netto-inkomen, dus het inkomen wat iemand heeft nadat de belasting er af gehaald is, wat je dus elke maand in handen krijgt. Daar gaat die 105% om. Verder gaat het in feite om de standpunten over de moties. In de eerste termijn heb ik iets gezegd over die systema tiek, maar ik begrijp dat mevrouw De Haan daarover ook nog iets zou willen zeggen. Mevrouw De Haan (weth.Ik wil er graag als wethouder van financiën wat van zeggen. Wij hebben als college, namens de raad en in het belang van de raad, met de ambtelijke organisatie afgesproken dat bij budgetten die aan het eind van het jaar overblijven en waar niet een heel nadrukkelijk plan onder ligt, gewoon af te rekenen. Op het moment dat men nu zegt, dat willen we bij dit budget niet, wordt er een uitzondering gemaakt op een regel en daar wordt de raad dan niet geloofwaardiger op. Maar los daarvan denk ik dat dit volstrekt niet nodig is, want op het moment dat wij volgend jaar beginnen met deze regeling en halverwege het jaar gaan evalueren waar we nu staan, kan de raad zien hoe we uitkomen. Dan staat er f 750.000,- op de begroting, die staat voor dit doel. Op basis van de ramingen zouden we daar niet komen. Maar stel dat we er wel komen, dan staat die er. Op dat moment kan de raad zeggen, we vinden het te weinig, dan kan zij voor het volgend jaar zeggen, wij willen het nog ruimer en we maken er f 1 miljoen van. Dat is volstrekt aan u. Dan maken we in de begroting van 2000 een budget van f 1 miljoen. Daarmee blijft overeind dat aan het eind van het jaar wat over blijft gewoon afgerekend wordt. Ik denk dat het absoluut niet nodig is om angstig te zijn. Het helpt dus niks om een f 1 ton of f 2 ton die overblijft in 1997 daarbij op te plussen. Er moet dan een structurele regeling komen, enzo voort. De raad kan heel gerust zijn en zich gewoon aan de afspraken houden die we hebben gemaakt. Afrekenen aan het eind van het jaar. Evalueren op tijd zodat zij op tijd kan bijsturen, nieuwe regelingen maken, structureel geld op de begroting zetten, waarvan zij vindt dat het nodig is. Dat heeft niks te maken met de vrijheid, het heeft te maken met geloofwaardigheid in je eigen beleid ten aanzien van je fi nanciën. De raad heeft ons opgedragen om de financiën ge zond te maken. Wij hebben daar met elkaar regels voor opge steld. Alsjeblief laten we ons daar aan houden, anders we Blad 65 Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998 gaan even hardhollend terug naar een situatie waar we uit komen. Dat zou ik heel erg graag voorkomen. Mevrouw WaandersIk denk dat het probleem minder groot is dan wij nu misschien denken en laten we niet over dat soort punten nog eens gaan steggelen. Als het gaat om die tweede overweging: *dat een tekort of overschot van dat beschikba re bedrag naar het volgend jaar wordt overgeheveld'dat kan wat mij betreft vervallen. Wij gaan er van uit dat ie der jaar die f 750.000,- beschikbaar is. Mocht op het eind van het jaar blijken dat er een tekort is, dan gaan wij er van uit dat er niet gezegd wordt: sorry de pot is leeg, er wordt in december niet meer uitgekeerd. We gaan er vanuit dat als er een tekort optreedt, dat betekent dat de raad dan aan zet is om aan te geven of ze dat zo willen laten of we tot een bijstelling van de regeling moeten komen. Dat heeft ook te maken met dat laatste punt van het besluit, omdat halverwege volgend jaar hopelijk bekend is wat de de claratieregeling, waartoe we nu hopelijk besluiten, gekost heeft. Dan kun je ook goed nagaan wat die over het hele jaar zal kosten, dus kun je een redelijke inschatting maken van die regeling, zoals we die nu treffen. Of die ongeveer overeenkomst met dat budget waarvan we met z'n allen gezegd hebben dat moet jaarlijks ten goede komen aan die doelgroep of dat redelijk uitkomt of niet. Probleem is alleen, daarom hechten wij toch aan het handhaven van het tweede besluit, dat de f 750.000,- met ingang van 1999 beschikbaar zal ko men. Er ligt nu een regeling, we weten dat daar eventueel nog een aanvulling op komt of een verruiming. Het staatje dat in het raadsbrief staat gaat uit van f 4,zoveel ton. Dat betekent dat we er nu welbewust voor kiezen om te star ten met een regeling die niet het volledige budget voor 1999 opmaakt. Dat was wel de inzet van de collegepartijen. Daar komt dat tweede besluit vandaan. Waar het ons om gaat is dat het bedrag van f 750.000,- ook in 1999 ten goede komt aan de doelgroep, overeenkomstig dat wat we in het ka der van het Bestuursprogramma hebben afgesproken. Hoe dat precies wordt uitgewerkt is voor ons punt twee, maar het moet wel voor die doelgroep beschikbaar zijn. De heer Krol: Ik wil nog één verduidelijking doen waarom de motie luidt zoals ze luidt. Het gaat ons er om dat er f 750.000,- per jaar maximaal beschikbaar is voor minimabe leid. Dat zou over vier jaren wat de collegeperiode betreft f 3 miljoen zijn, dat is voor ons de limiet. Hoe dat nu wordt verrekend öf via de Algemene Reserve öf via een fonds, zal ons een worst zijn, maar daar gaat het om.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 33