Blad 10 Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998 Een tweede opmerking heeft betrekking op de intentieover eenkomst en de aankoop van de gronden zelf. Wie ja zegt tegen deze grondaankoop, zal ook in principe bereid moeten zijn mee te werken aan de volgende stap. In principe, zeg ik, want wij weten nog niet precies wat wij er mee willen. Ja woningbouw, dat is duidelijk. Vandaag praten wij echter niet over de planologische randvoorwaar den, dat doen wij nog in de commissie en in de raad in ja nuari 1999. Het aankopen van grond en dergelijke en het formuleren van de planologische randvoorwaarden voor dit gebied zijn eigenlijk twee onderwerpen die niet te scheiden zijn, hoogstens te onderscheiden, daarom wil ik er toch nog iets over zeggen. Het is bekend dat Leeuwarden te weinig bestemmingsplancapa citeit heeft. Jarenlang hebben wij het accent gelegd op de sociale woningbouw. De zogenaamde middengroepen vertrekken uit de stad, kwaliteitswonen is in. Je merkt het inmiddels ook in je naaste omgeving. Het is niet alleen een kwestie meer van het raadplegen van de gemeentelijke statistieken of het bevolkingsregister om er achter te komen dat bepaal de groepen onze stad verlaten. Nee, het is veel erger, wij merken het in onze stedelijke samenleving. Het is mij opge vallen hoeveel mensen uit de besturen van organisaties, kerken, scholenverenigingen, wijkverenigingen hun functies en lidmaatschappen opgeven wegens vertrek naar elders, men sen die toch participeerden in onze samenleving. Zij ver trekken soms node, omdat de stad niet kan bieden wat zij vragen op het gebied van wonen. Stedelijke vernieuwing vin den wij allen belangrijk, het is alleen haalbaar als ook middengroepen hier blijven en anderen. Nu zijn wij bezig een inhaalslag te maken, herstructurering van de woning voorraad is de eerste stap, maar ook het Grote Stedenbeleid hoort daar zeker bij. Nieuwbouw in wijken, ook het eventu eel bebouwen van de Bullepolder is daar één aspect van. Tegen die achtergrond is de CDA-fractie voor grondaankoop en het onderzoek dat zal worden verricht naar de mogelijk heden voor de ontwikkeling van dit gebied. Wij zijn over de geuite bezwaren van de natuurbelangenorga- nisaties en van de bewoners van Lekkum en Snakkerburen heen gestapt. Het stelt hun bezwaren in een ander licht. Hun be zwaren zijn begrijpelijk. Zijn ze juist? Ja, tot op zekere hoogte zijn ze ook juist. Maar ze moeten wel afgezet worden tegen andere belangen. Dat is uiteindelijk het doen van een keuze. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen, luidt een bekend gezegde. De balans slaat bij onze fractie door in het voordeel van de grondaankoop, een bewuste keuze, waarmee de fractie de bezwaren naar onze mening beslist niet bagatelliseert, maar in een juiste andere context plaatst Een slotopmerking over de planologische uitgangspunten voor dit gebied. Blad 11 Verslag van de raadsvergadering van 14 december 1998 Het college zal nog met een voorstel komen voor de januari vergadering. Kernvraag is daarbij dan: voor welke doelgroep ontwikkelen wij het gebied? Voor enkel een hoog marktseg ment, grote kavels, betaalbaar voor een enkeling? Met ande re woorden, bouwen wij voor de rijken of ook juist voor de doelgroep die ons in grote getale gaat verlaten en dan doel ik weer op de middengroep. Ik kan het ook anders zeggen. Moeten wij niet, gezien de groep die vertrekt, ook voor dit gebied meer differentiatie aanbrengen in de woningbouw? Waarom niet twee onder één kappers? Voor ons staat dat ge heel open en wij willen ons ook niet vastleggen op een aan tal van een paar honderd woningen, een getal dat steeds weer terug komt. Niet de kwantiteit moet in die zin bepa lend zijn, maar de kwaliteit. In elk geval zal mijn fractie dit aspect zwaar laten wegen bij de beoordeling van het formuleren van de planologische randvoorwaarden in de maand januari. Wij zien dan ook graag dit aspect in de voorstel len, die u aan de raad doet, onderbouwd terug. De heer Stoker: Ontwikkelingen in het kader van wonen in dit gebied vragen een kritische opstelling. Met name met betrekking tot aan te leggen infrastructuur is dat ook heel belangrijk. Hierin verkeerde keuzes maken kan grote gevol gen hebben met het oog op toekomstige ontwikkelingen. Ik denk aan de ontsluiting van dit gebied en de aansluiting op de ontwikkeling van de Noordtangent. Bouwen in dit gebied vraagt zorgvuldigheid en kwaliteit met het oog op de aanwe zige natuurwaarden. Het niet doorgaan van de door ons begeerde herindeling brengt met zich mee dat Leeuwarden de ruimte voor de jaar lijks te bouwen nieuwbouwwoningen, een capaciteit van 550 woningen per jaar, binnen de huidige grenzen zal moeten re aliseren. Dat is een beperking van onze mogelijkheden, in die zin dat je nu misschien moet bouwen daar waar je het anders niet gedaan zou hebben. En de gedeputeerde krijgt weer eens zijn zin, want die heeft altijd in de richting van dit gebied gewezen. Het niet doorgaan van de herinde ling is duidelijk niet zonder consequenties. Ik kan alleen maar vaststellen, had men maar beter naar Leeuwarden ge luisterd, maar helaas. Mevrouw Van Ulzen: Wij gaan akkoord met hetgeen u ons hier voorlegt, de intentieovereenkomst met de Wind Groep. U heeft ons ook duidelijk uitgelegd wat de volgende stappen zullen zijn. Wij begrijpen dat mocht zich een verschil van inzicht voordoen, onze wegen zich kunnen gaan scheiden. Wij hebben als VVD-fractie vaker gememoreerd dat wij graag alle lagen van de bevolking willen huisvesten, dus ook mensen met hogere inkomens.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1998 | | pagina 6