Blad 26 Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999 wij vraagtekens bijOns voorstel of verzoek is dan ook om voorlopig de panden uit bijlage II maar even af te voeren van de agenda en er mee terug te gaan naar de desbetreffen de commissie. Punt 3, overdracht naar Frigem, hebben wij geen problemen mee, maar dan wel op basis van kosten-koperBij economi sche overdracht is dit bijna altijd gebruikelijk, dus waar om hierover niet onderhandelen? Bij voorbaat zelf de kosten al voor de kiezen nemen geeft weinig kracht in de onderhan delingen. De onderhandelingen 1992 liggen al ver achter ons en de wetgeving is ook aangepast op het verhaal economische en juridische overdracht. Eventuele nieuwe erfdienstbaarhe den kunnen achteraf niet meer worden gesteld, anders dan na goedkeuring van de economische eigenaar. De koper had di rect deze zaken op naam moeten nemen, maar heeft dit uitge steld om de kosten te voorkomen. Het rentevoordeel hierover hebben zij gehad, maar de kosten van overdracht zijn inmid dels wel behoorlijk verhoogd bij het notariaat en hiervan kunnen wij niet de dupe worden. Gaarne een reactie hierop. De heer Brok (weth.)Ik heb in de commissie al gezegd dat dit de eerste stap is in een fase waarin nog vele stappen genomen moeten worden. Het zal de komende jaren nog een paar keer meer voorkomen dat zowel in de commissie als in de raad gediscussieerd zal gaan worden over het afstoten van een deel van het nu nog bij de gemeente in bezit zijnde onroerend goed. Vanavond praten wij alleen over de verkoop van een zeventigtal woonhuizen en een vijftal bedrijfsruim ten, plus zesenzeventig trafo's. Met betrekking tot al datgene wat over bijlage II gezegd wordt, ik meen dat ik daar ook al uitvoerig op ingegaan ben bij de commissiebehandeling, zullen wij nog separaat een discussie voeren, ook in de daarvoor aangewezen commissies. Dus het is niet zo dat wij daar vanavond al besluiten over hoeven te nemen. (De heer Jacobse: Maar waarom staat dat dan bij het besluit?) Dat staat er wel, maar ik heb in de commissie een nuance aangebracht op hetgeen daar geformu leerd stond, omdat toen ook vanuit de commissie duidelijk is aangegeven: wees daar alstublieft zorgvuldig mee, ga eerst dat overleg in en besluit daarna, na behandeling met de commissie, wat het verdere traject zal zijn. Ik hoop in ieder geval dat mijn beantwoording op dat punt, al die panden die betrekking hebben op bijlage II, voldoen de is voor diegenen die daar een opmerking over gemaakt hebben Er wordt gesteld vanuit verschillende kanten dat een en ander marktconform verkocht moet gaan worden. Dat is ook de insteek van het college. Zo zullen wij ook te werk gaan. Het is overigens zo dat de richtlijnen, zoals die onlangs Blad 27 Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999 in de Commissie Stadsontwikkeling behandeld zijn, ook de richtlijnen zullen zijn bij deze verkoopexercitie. Dat betekent dat in eerste instantie de zittende huurder het recht krijgt om het object te kopen. In de commissie is ook al aangegeven dat een groot deel van de panden, ongeveer 75% van het aantal panden waar wij het hier over hebben, via een woningbouwvereniging moeten worden verkocht. Dan blijft er nog maar een heel klein deel over waar wij een andere oplossing voor moeten vinden. Dan is het maar de vraag hoeveel panden er concreet overblijven die wij op de markt moeten zetten, nadat de huurder verklaart heeft geen belangstelling te hebben voor het object. Want als wij zowel Luilekkerland als het Gabbemagasthuis al afsplitsen, dan zitten wij al ongeveer op 50 a 55 woningen. Mevrouw Waanders heeft nog een opmerking gemaakt om de opbrengst eventueel in het fonds te storten. Het is nog te vroeg om daar vanavond ook een beslissing over te nemen. Het is een mogelijkheid, maar wij zouden er ook toe kunnen besluiten om de gelden beschikbaar te stellen voor het wegwerken van het achterstallig en het groot onderhoud van die objecten die wel bij de gemeente in bezit blijven. Ik zeg niet dat dat het moet zijn, maar dat is wel één van de mogelij kheden Het concrete voorstel tot verkoop van deze objecten kan dat nog terugkomen in een commissievergadering? Ja, daarvoor geldt dezelfde gang als bij verkoop van andere objecten, via de Commissie Stadsontwikkeling. In die zin komt het daar nog gewoon terug. Ik hecht er nogmaals aan, ook over de objecten die in bij lage II genoemd zijn, dat die discussie natuurlijk niet gevoerd kan worden zonder ook uitvoerig en goed discussie te voeren met al die belanghebbenden die op dit moment ook gebruik maken van al die objecten. Het verbod van het opsplitsen van de verschillende objec ten, zoals de hofjes die ik al eerder genoemd heb, heb ik ook overgenomen. Dat heb ik gezegd in de commissievergade ring en dat zal ook een van de voorwaarden zijn waaronder verkocht zal gaan worden. De heer Feenstra vraagt heel concreet of wij die voorwaar den nog eens goed op een rijtje mogen krijgen bij de uit eindelijke doorsluizing via de Commissie Stadsontwikkeling naar de raad. Die toezegging wil ik doen. Ook voor de Frigem geldt voor de trafo's dat daar een apart onderhandelingstraject op zal volgen. Ook daarvoor geldt dat wij datgene zullen doen wat voor de Leeuwarder belas tingbetaler het beste zal uitkomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 14