Blad 14
Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999
De VVD-fractie kan zich vinden in de vaststelling van het
bestemmingsplan en hoopt dat de plannen met snelheid worden
uitgevoerd.
De heer De Vries: De D66-fractie wil Achmea hebben op de
publieke tribune en ik moet u zeggen dat ik mij afvraag wat
zij daar te zoeken hebben. (Mevrouw Inberg: Dan zien wij ze
misschien ook nog een keer)Dan moet u toch eens vertellen
wat ze hier moeten doen. Ze hebben geen klantvriendelijk
gezicht naar Leeuwarden stelt de D66-fractie. Misschien kan
mevrouw Inberg dat wat nader preciseren. Wij vinden als
CDA-fractie dat Achmea de stad allure geeft en Achmea de
stad werkgelegenheid geeft. Als ik dan in de krant vorige
week lees dat de stad Leeuwarden uit moet kijken voor een
uittocht uit Leeuwarden, door gedeputeerde Van Klaveren,
dan denk ik dat we initiatieven zoals die hier liggen moe
ten koesteren.
Het gedrag van Hüs en Hiem op de wijze, zoals dat zich
heeft afgespeeld, hebben wij ook weinig goede woorden voor.
Als de commissie en aanstonds de raad het plan goedkeurt en
daarmee het advies van Hüs en Hiem afkeurt, denk ik niet
dat we daar wakker van liggen, het zou meer moeten gebeu
ren
Wat wij zeker in dit hele verhaal zullen doen en Achmea
heeft het toegezegd, maar wij zullen dat volgen, is dat
Achmea zich zal houden aan deelname aan het vervoersmanage
ment. Dat is ook waar de Vosseparkwijk op heeft aangedron
gen. De Vosseparkwijk heeft op zich niets tegen het nieuwe
bouwplan, maar maakt zich terecht zorgen over het geheel
rond het parkeren.
De bewoners hebben gezegd, we zitten voortdurend in de
bouwplannen van Achmea. Achmea is een bedrijf dat zich
uitbreidt. Het moet mij toch van het hart, dat één van de
bewoners, die in een woonboot woont, daarvan hebben wij in
de commissie gevraagd of er een andere plaats voor deze
bewoners is te vinden. Die was er wel, maar vervolgens zei
de bewoner dat hij daar niet weg wilde. Dan vraag ik mij af
waar we met bezig zijn.
Of kleine of grote bedrijven de voorkeur hebben voor de te
volgen procedure, ik denk het niet, wij volgen de gewone
normale route, alleen we moeten af en toe wat harder lopen.
Daar is niets mis mee. Dan heb je ook de concurrentie met
Heerenveen. Waarschijnlijk spelen wij een schaakspel in de
werkgelegenheid tussen twee gemeenten. Iemand die een
beetje kan schaken weet dat de kracht van twee torens on
misbaar is in dit spel.
Het CDA is voor.
Blad 15
Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999
Mevrouw Hafkamp: In de commissie heeft de PAL/GL-fractie al
eerder aangegeven dat het voor ons heel belangrijk is dat
dit nieuwe gebouw zo'n enorme uitbreiding van het aantal
arbeidsplaatsen met zich meebrengt. Dat is ook voor de
PAL/GL-fractie een belangrijk argument geweest om voor dit
plan te zijn. Een zorgenpunt was voor ons de verkeersdruk,
die ook al aangegeven is door de bewoners van de Vosse
parkwi jk. Ook in de commissie is dat al aan de orde ge
weest. Maar hier in het bestemmingsplan wordt opnieuw aan
gegeven dat die zorg voor een belangrijk deel weggenomen is
en zal die verkeersdruk er opnieuw zijn, dan zal daar op
nieuw ook aandacht voor zijn. Dus in die zin vind ik dat
wel redelijk geruststellend. Er werd gezegd, of het nu mooi
is of niet, dat is een heel subjectief begrip. Ik wil van
deze gelegenheid toch wel gebruikmaken, hoe subjectief het
misschien ook klinkt, maar dat ik het een prachtig ontwerp
vind
Er is al eerder gezegd. Het mobiliteitsmanagement wordt
benadrukt, dat heeft wel voldoende aandacht en ik denk dat
dat zeker de aandacht zal blijven vragen.
U zult hieruit kunnen concluderen dat wij voor het vast
stellen van het bestemmingsplan zijn.
Mevrouw T. de Haan: Wij zijn ook voor het bestemmingsplan
in ieder geval. Maar wij hebben ook gelezen in het stuk dat
de huidige parkeercapaciteit meer dan voldoende is, dat in
het complex op dit moment ongeveer 1800 werknemers zijn.
Men beschikt over 306 parkeerplaatsen en dat dat veel te
veel zouden zijn, er zouden eigenlijk 126 parkeerplaatsen
teveel zijn. Is ook nagegaan of al die parkeerplaatsen
bezet zijn en of er dagelijks 126 leeg zijn, zodat wij
straks niet met te weinig zitten?
De Voorzitter: De opmerkingen die gemaakt zijn concentreren
zich rond een aantal punten. Laat ik beginnen met Hüs en
Hiem. Er hebben, wat ik maar even noem, abrupte berichtge
vingen in de kranten gestaan over in ieder geval irritatie
van één architect die in de commissie zat die het plan
beoordeelde. Ik wil niet ingaan op iemand die uit irritatie
wat zegt, maar het is wel zo, dat men het niet eens was met
de manier waarop wij het ontwerp beoordeelden en ook hoe de
verdere procedure zou verlopen. Waar het met name om ging
waren twee elementen. Mevrouw Inberg heeft er al iets van
gezegd. Eén is het feit dat wij zelf de stedenbouwkundige
voorwaarden vaststellen van wat binnen een plan tot stand
kan komen. Zij hadden gehoopt en ook gewenst dat zij daar
ook een oordeel over konden geven.
Ten tweede hebben zij een aantal opmerkingen gemaakt over
de passage en met name over de glaswand en de kleur van die
glaswand die de passage voor een deel zou afschermen van de