Blad 16 Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999 straat. Op dat detailniveau is het ontwerp nog niet uitge werkt. We hebben ook met Hüs en Hiem besproken, en zullen dat in de bouwvergunning opnemen, dat over een nadere de taillering van juist dat gedeelte waar Hüs en Hiem nog een aantal opmerkingen over heeft gemaakt, opnieuw overleg gevoerd zal worden met Hüs en Hiem. Dan verwacht ik dat daar uiteindelijk geen groot probleem zal blijven. Dat is iets volstrekt anders dan wat mevrouw Inberg zegt dat het Abe-gevaarte er hoe dan ook komt en dat deze archi tect ongelimiteerd en zonder gehinderd te worden door een gemeente zijn gang kan gaan. Dat is een volstrekt verkeerde voorstelling van zaken. Ik begrijp dat de fractie van D66 dit gebouw niet wil. Dat is ook een consistente lijn. Men heeft vanaf het begin dat gebouw niet gewild. Maar om dat nu uit te drukken in deze bewoordingen en daarmee ook als het ware de kwalitatieve inbreng van de gemeente in dat geheel en de wijze waarop het geheel is voorbereid in een wat amateuristisch daglicht te stellen, dat gaat mij toch veel te ver. Ik begrijp dat zij het niet eens zijn met dingen, maar misschien is het toch verstandig om op een gegeven moment te accepteren dat sommige dingen onomkeerbaar zijn en niet anders lopen dan dat ze lopen. Dat neemt niet weg dat ook haar opmerking over het feit dat wij met Hüs en Hiem in een verschil van mening terecht zijn gekomen, we daar serieus mee omgaan en ook vinden dat wij met Hüs en Hiem uiteindelijk toch op detail dat nog zouden moeten regelen. Dus dat komt nog. Dat is een situatie die van onvoldoende belang is om nu de hele procedure op te houden. Zo hebben wij dat beoordeeld. Of dat nu moet leiden tot een veranderende verhouding, zoals de heer Sluiter zegt, met Hüs en Hiem, ik moet zeggen dat mij dat op dit moment wat te ver gaat. Ik vind wel dat het verstandig is om op niet al te lange termijn, de verhouding überhaupt tussen Leeuwarden en Hüs en Hiem eens te bespre ken en aan een naderende discussie te onderwerpen. Ik vind dat dat sowieso zou moeten. Na verloop van tijd is dat altijd goed. Ik denk dat, daar waar wij een aantal jaren niet over die relatie met elkaar gesproken hebben, het in ieder geval goed is om dat wel te doen. Maar ik zou daar niet de vooronderstelling onderleggen dat het misschien op dit moment al nuttig is om naar een andere situatie uit te kijken. Het zou best kunnen dat je daar op uitkomt, maar ik denk dat daar op dit moment geen aanleiding toe is. Zelfs niet als wij ook nog één of misschien wel twee andere pun ten hebben waarover wij verschil van mening hebben met deze organisatie. In grote lijnen denk ik dat Hüs en Hiem voor Leeuwarden uitstekend werk doet. Een tweede punt wat aan de orde is gekomen dat is de onder handelingspositie van de gemeente. De heer Sluiter heeft gezegd, ik ga er wel vanuit dat Achmea een substantiële bijdrage levert aan het omgevingsplan. Ons uitgangspunt bij Blad 17 Verslag van de raadsvergadering van 15 februari 1999 die onderhandelingen, die overigens deze week worden afge sloten, is dat wij natuurlijk de kosten die door de bouw van de toren in de omgeving gemaakt worden in relatie tot de bouw van die toren, natuurlijk niet kunnen afwentelen op de Leeuwarder bevolking. Dat betekent dat dat ook de uit gangssituatie is van de gemeente waarin wij met Achmea praten. Wij zijn in ieder geval zover dat we verzekerd zijn van het feit dat Achmea ook substantieel wil bijdragen in die kosten. Dat is altijd een vrij ingewikkelde zaak. We zitten nog met het uitzoeken van een aantal bedragen. Ik ga er vanuit dat wij binnen een week, maar misschien duurt het nog een week langer, daar volledig overeenstemming over bereiken. Ik denk dat daar geen vuiltje aan de lucht zit. Een ander punt wat aan de orde is geweest is de parkeer- norm. De heer Boorsma heeft met name nog gesproken over de verkeersdruk in dat gebied. Er is ook gerefereerd aan de opmerkingen die gedeputeerde Van Klaveren vorige week in Heerenveen gemaakt heeft over die parkeernorm. Ik wil daar twee dingen van zeggen. Ten eerste vind ik het zelf uitermate vervelend dat dit soort geluiden vanuit Gedeputeerde Staten komen, vooral ook omdat ze niet waar zijn. Wat hier aan de hand is, is dat wij een parkeernorm hanteren die zelfs nog ruimer is dan waartoe wij wettelijk verplicht zijn. Daar worden wij ove rigens ook nog voor op de jas getikt door het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, omdat daar wordt gezegd, dat wij wel een beetje stringent die parkeer norm moeten hanteren die wij vanuit het rijk hebben opge legd gekregen, anders voldoen wij niet aan hun voorwaarden. Dat is een situatie die we hier hebben ingebracht. We heb ben overigens meer parkeerplaatsen dan die norm aangeeft op dit moment. Het staat gemeenten natuurlijk altijd vrij om in het openbaar gebied meer parkeerplaatsen aan te leggen, maar dan moet je ook in de situatie zitten waarin dat ook feitelijk mogelijk is. Wij hebben overigens deze informatie ook aan de heer Van Klaveren meegedeeld, zodat we niet de kans lopen dat hij in de verkiezingsstrijd ergens anders nog dergelijke opmerkingen ook maakt. Wat, denk ik wel, nog even genoemd moet worden is de opmer king die mevrouw De Haan maakt of wij ook hebben uitgezocht hoe leeg die parkeerplaatsen zijn. Ik moet zeggen dat ik dat niet weet. Waarschijnlijk is het wel uitgezocht, maar ik weet het niet. Ik zal het nagaan en de raad daarvan op de hoogte stellen. Op dit moment is er volstrekt geen aan leiding, bij welk bedrijf dan ook, om vanwege de parkeer norm mogelijk uitwijking naar een andere gemeente te over wegen, zeker niet in dit gebied. Wat niet wegneemt dat in dit gebied natuurlijk die verkeerssituatie kwetsbaar is en dat dus ook aan bedrijven gevraagd wordt - dat hebben ze ook al toegezegd, het gaat niet alleen om Achmea maar ook om de Postbank en om andere bedrijven die daar zitten - om

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 9