Blad 14
Verslag van de raadsvergadering van 15 maart 1999
en dat het absoluut niet moet gelden voor de eventuele be
drijven waar misschien geen woonbestemming op zit, waar wel
de mogelijkheid bestaat tot een uitbreiding van werkvloer,
maar die niet in gebruik is. Ik vind dat dat duidelijk ge
scheiden moet blijven.
Dan is het van belang dat mijn fractie voorstander is van
het differentiëren van de verschillende niveaus. Dat bete
kent dat er op de Tuinen een ander niveau van belasting is
dan op de Nieuwestad en WirdumerdijkDat is overigens ook
conform onze opmerkingen gemaakt in de commissievergade
ring
Als ik op voorhand één ding mag zeggen over de motie die
ingediend is door de CDA-fractie, dan klinkt dit bijzonder
sympathiek als het gaat om de kwijtschelding voor de onder
nemers/eigenaren die onder de ziekenfondsinkomensgrens zou
den zitten. Ik wil er wel op wijzen dat het in de meeste
gevallen gaat om BV's of om dergelijke exploitaties, waar
bij het belastbaar inkomen een vertekend beeld geeft van
het feitelijke inkomen van de eigenaar/ondernemer. Ik vind
overigens dat wij hier in Leeuwarden niet een nieuw feno
meen moeten gaan uitvinden wat te maken zou krijgen met in
komenspolitiek. Wij hebben enige reserve wat betreft deze
motie. Hij is wel sympathiek, maar dat is mijn eerste op
merking.
Het amendement dat de heer Feenstra indient als het gaat om
de heffingsgrondslag op de WOZ. Wij hebben gezegd in de
commissie of het nu linksom of rechtsom gebeurt, dat maakt
ons eigenlijk niet zoveel uit. Wij kiezen dus voor de me
thodiek zoals het college ons dat voorstelt. Wij willen er
alleen nog één opmerking aan toevoegen, dat is ook een toe
zegging geweest van de wethouder in de commissie, die be
helst dat hij zal onderzoeken het verschil waar het gaat om
het WOZ-deel en daar waar het gaat om de vierkante meters,
dus om de meterlengte, de 50% norm, dat die ongeveer in ge
lijke orde zitten. Als we daar nogmaals de toezegging in
deze raad van de wethouder van krijgen zal er wat betreft
de VVD-fractie geen probleem over dat onderdeel ontstaan en
gaan wij daarmee akkoord.
De heer Sluiter: Wij hebben in de commissie ingestemd met
een notitie. Er is door middel van een aantal proefbereke
ningen, zo heb ik begrepen, uitgerekend hoe hoog het bedrag
is bij de WOZ-heffing en bij de regeling zoals die door het
college wordt voorgesteld. Het blijkt lood om oud ijzer te
zijn. Wij zijn verder natuurlijk onder de indruk gekomen
van de juridische specialiteit waarmee dit alles omringd
is, zowel in onze eigen fractie als ook door de VNG-
specialist, die op de avond in de commissie aanwezig was.
Blad 15
Verslag van de raadsvergadering van 15 maart 1999
Wij zijn ervan overtuigd geraakt dat deze regeling ook voor
de gemeente de minste risico zal inhouden.
Onder die argumentatie hebben wij geen enkele reden op dit
moment om op ons standpunt in de commissie terug te komen.
Ik vind het wat snel gaan als de CDA-fractie nu overweegt
om op grond van het feit dat er zeer tijdelijk een proef
stuk is afgescheiden, meteen aan de baatbelasting te gaan
knabbelen
Het amendement hebben wij geen behoefte aan, omdat we blij
ven instemmen met de notitie.
Voor wat betreft de motie, de vergelijking met het zieken
fonds vind ik misschien wel kunstig, maar toch een beetje
gezocht. Je kan niet alles met ziekenfondsheffingen verge
lijken. Daarbij vraag ik mij af of je bij dit soort rege
lingen van inkomensafhankelijkheid mag uitgaan.
Verder sluit ik mij aan bij het argument van de heer Fedde
ma, dat er lastig duidelijkheid te krijgen is over het fei
telijk inkomen als dat vanuit bedrijfsmatige activiteiten,
zoals hier bedoeld, wordt verkregen.
De heer P. de Jong: Wij hebben in de Commissie Stadsontwik
keling, die gecombineerd was met de Commissie Bestuur en
Middelen, een technisch voorbehoud gemaakt ten aanzien van
de baatbelasting. Een nadere afweging in de fractie heeft
opgeleverd dat wij akkoord kunnen gaan met het voorstel zo
als b. en w. dat vanavond aan ons voorlegt. Daarbij geeft
wat ons betreft in het eerste gedeelte, daar verwijst het
amendement van de CDA-fractie ook naar, de juridische
rechtzekerheid de doorslag. Ik denk dat de heer Sluiter ge
lijk heeft als hij zegt dat die proefberekeningen lood om
oud ijzer zijn, de WOZ-methodiek dan wel de VNG-methodiek.
Maar die laatste, waar het college voor kiest, die overi
gens ook in de meeste steden, waar baatbelasting is inge
voerd, wordt gehanteerd, geeft wel de meeste rechtzekerheid
voor de gemeente. Ik denk dat wij op die wijze ook een aan
tal perceptiekosten op een aanvaardbaar niveau kunnen hou
den. Met andere woorden, wij gaan akkoord met de methodiek
zoals het college voorstelt, hoe jammer ik het ook vind dat
het niet gelukt is dat het college en de LOV op één lijn
komen. Ik had dat graag anders gezien, maar wij hebben te
accepteren zoals het nu voorligt.
Ik heb er tegelijkertijd behoefte aan om nu in eerste ter
mijn te reageren op de motie die is ingediend door de CDA-
fractie. De motie lijkt sympathiek, maar ik denk dat wij
een heel groot probleem gaan krijgen in de uitvoering. De
heer Feddema heeft ook al gevraagd of het systeem inderdaad
waterdicht is. Dat betekent dat ondernemers met hun boeken
open naar de gemeente toe zullen moeten. Ik vraag mij af of
dat een verstandige weg is. Er zijn - daar hebben ook vori
ge sprekers op gewezen - allerlei fiscale mogelijkheden om