Blad 20
Verslag van de raadsvergadering van 12 april 1999
samenwerking er moet komen in het belang van iedereen dat
staat voor de VVD-fractie voorop.
De Voorzitter: Ik ben u verantwoording schuldig waarom ik
dit de vorige keer van de agenda heb afgehaald. Ik was na
een paar weken nog niet zover om wat informatie en ook vra
gen die ik zelf had, dat had met name ook te maken met de
verdeling van de gelden, te overleggen met de ambtenaren.
Ik heb begrepen in de commissie dat de raad ook dergelijke
vragen had. De antwoorden op die vragen veranderden de me
ning en het besluit niet. Bovendien was ik er even uit. Dat
is de reden, ook gezien de druk die natuurlijk zo langza
merhand de regio's hebben van waar blijft Leeuwarden. Leeu
warden zat te wachten op de nieuwe burgemeester en die
bleef nog even weg, maar die is er nu. Ik vond het zelf on
verantwoord, ook naar de omliggende gemeenten, om het nog
drie weken tot een maand langer te laten duren. Dus om
praktische redenen en om reden dat ik geen antwoord had op
vragen die ook ik stelde, net als u. Die gaven mij geen
aanleiding om tot een ander raadsbesluit te komen. Ik zal
het uitleggen.
Natuurlijk is de eerste vraag of het noodzakelijk is. Ik
denk, zoals ik er tegenaan kijk - ik had deze portefeuille
in het verleden ook - dat wij vrij laat zijn in Leeuwarden
en in Friesland met de clustering van deze trits. Waarom?
Iedereen weet, als het gaat om dit terrein, dat je afhanke
lijk bent van de bevolkingsdichtheid. Het is hier een dun
bevolkt gebied. Wil je op termijn niet nog veel meer geld
moeten betalen dat nu eenmalig die f 100.000,-, weliswaar
structureel erbij, dan hadden wij nog langer moeten wachten
en was het zeker duurder geworden. Vandaar ook dat ik tegen
de tegenstemmers zeg dat ik het wel begrijp, gevoelsmatig,
maar realiseert u zich wel dat er geen tegengaan is, heel
het land is met deze schaalvergroting bezig. Door het pro
ces Bestuurlijke Vernieuwing is het hier toch wat later op
ons bordje gekomen en let wel ook de omliggende kleinere
gemeenten betalen verhoudingsgewijs mee. Ik moet toch tegen
de heer Boorsma zeggen, het onevenredig meebetalen, als je
dat relatief bekijkt, dat is niet zo.
Waarom is deze methodiek gehanteerd? Daar was ik ook heel
nieuwsgierig naar. Ik vond het ook wat gek. Ik kom uit een
klein stadje en had daar precies de andere methodiek geko
zen, die kwam voor dat stadje beter uit. Wat doet zich dan
voor als je dat natrekt? Wij hebben als het gaat om het be
zettingspercentage van het aantal personen per woning een
hele kleine 2.9, dat is heel laag. In het stadje waar ik
vandaan kom was het veel hoger, daar zaten wij boven de 3
en dan kom je heel anders uit. Dus is het zo gek nog niet
dat het advies van b. en w. aan de raad is om deze metho
Blad 21
Verslag van de raadsvergadering van 12 april 1999
diek te kiezen, want ga je per inwoner dan waren wij veel
hoger uitgekomen.
Dat wilde ik zelf in eerste instantie weten, omdat ik in
het verleden over ditzelfde onderwerp, maar in een veel
kleiner stadje, op een andere verdeelsleutel uitkwam. Het
is je goed recht als gemeentebestuur om daar goed naar te
kijken, ook natuurlijk voor je eigen belang.
Als het gaat om die f 1 ton dan zeg ik dat wij er nog goed
af gekomen zijn, want ik ken voorbeelden van steden waar
het veel meer is. Dan zegt u: ja kom, tut-tut, ho-ho, dat
hoeft nu ook weer niet op deze wijze. Ik kan u zeggen dat
het een goede verdeelsleutel is, die f 1 ton, hoe je het
wendt of keert, kan niet minder. Als je het hebt over terug
verdienen, zou dat heel wenselijk zijn.
Ik zal er zeer alert op zijn of er met personeel enz. goed
wordt omgegaan. Daarom is het van zo groot belang dat het
organisatieplan eerst aan de raad wordt voorgelegd, de vi
sie wordt gevraagd, alvorens het in het bestuur wordt be
klonken.
De begroting, de jaarrekening komen hier allemaal, dat is
van groot belang. Maar ik zie niet, want dan zou ik echt
iets toezeggen waarvan ik denk dat ik moet zien of dat
waargemaakt kan worden, die f 10 a f 15 duizend terugver
dienen op dit moment als realiteit, wetende - dat staat ook
in het stuk - dat die slag van kwaliteitsversterking Brand
weer er aan zit te komen, dat het rijk na heel veel toe
standen daar f 100 miljoen voor gereserveerd heeft, veel en
veel te weinig en dat wij er nog lang niet zijn. Wij hebben
in ieder geval gezegd dat wij de begroting niet verder op
hogen, dit is het. Wat die kwaliteitsslag betreft, die moet
geleverd worden, die is niet voor niks in Nederland inge
zet, dat heeft met rampen te maken, dat heeft met hulpver
lening te maken, dat heeft met de kwaliteit van de dienst
verlening te maken. Dat betekent dat wij die kwaliteitszorg
in ons land hebben gemeend op die norm te zetten. Daar
hoort een behoorlijk prijskaartje bij. Wat dat betreft - ik
kan het niet mooier maken dan het is - zal er in de toe
komst nog een behoorlijk prijskaartje komen. Dat is niet om
u bang te maken, u weet het allemaal al lang, dat is zo.
Deze f 1 ton kunnen wij niks anders van maken. Als het in
houdelijk om de zaak gaat, wordt het de hoogste tijd dat in
zo'n dunbevolkt gebied de zaak geclusterd wordt.
Ik vind het toch jammer dat er toch nog vrij veel tegen
stemmers zijn. Niet omdat u niet het recht heeft om tegen
te stemmen, laat staan om het bedrag te hoog te vinden,
maar omdat ik eenvoudigweg geen andere samenwerkingsvorm
zie. De provincies over de discussie, wij hebben gemeend
dat zelf te moeten doen. Je hebt een prachtig gebied, wat
is nu mooier dan één provincie, een dekkende provincie. Een
gemeenschappelijke regeling, of je het nu leuk vindt of