Blad 26
Verslag van de raadsvergadering van 12 april 1999
tract voldoende sturing te geven aan en controle te doen
over de gewenste en geleverde prestaties. Wij houden ons
hart vast bij de vraag of deze medewerkers, bezield door en
voor de sport, voldoende de financiële afwegingen kunnen
maken in een sector vol risico's. Risico's die zeker in het
begin grotendeels of geheel bij de gemeente liggen.
Daarmee kom ik op een geschilpunt dat vanaf het begin van
de discussie tussen uw voorstellen en onze opvattingen
heeft gestaan, namelijk de mogelijkheid om commissarissen
te benoemen die afkomstig zijn uit de bestuurlijke kring
van de gemeente Leeuwarden. Wij zeggen niet dat er één of
meer mensen uit bestuurlijk kring in die raad van commissa
rissen zitting moeten nemen, dat vragen wij niet van u, dat
hoeft ook niet. Als alles goed gaat, is er geen enkele
noodzaak om mensen uit de bestuurlijke kring van de gemeen
te Leeuwarden te benoemen. De raad benoemt de commissaris
sen en als de raad vindt dat er op dat moment geen behoefte
is om iemand uit gemeentelijk kring te benoemen, dan kiest
zij voor een persoon daarbuiten. Echter er is onzes inziens
ook geen enkele reden om bij voorbaat uit te sluiten dat er
een commissaris uit gemeentelijke kring benoemd wordt. Daar
zit de kneep. Voor mijn fractie is dat geen detail. Gezien
de belangen voor de gemeente moet het mogelijk zijn om, in
dien de situatie daar aanleiding toe geeft, commissarissen
uit gemeentelijk bestuurlijke kring te kunnen benoemen. U
zegt vaak, bijvoorbeeld toen wij spraken over Schoon door
de Poort, bij de verzelfstandiging van de reinigingsdienst,
toen wij spraken over het dividendbeleid, waarom nu vast
leggen voor de toekomst, de raad beslist toch en daar bent
u zelf bijNu op mijn beurt vraag ik ook, waarom nu vast
leggen? De raad benoemt de commissaris toch uiteindelijk
zelf en daar is zij toch ook zelf bij?
Mijn fractie zou een stuk geruster het besluit tot verzelf
standiging nemen als bedoelde passage in de concept
statuten zou komen te vervallen. Vandaar dat wij een beroep
doen op de leden van de raad om ons in deze ter wille te
zijn. Daartoe dien ik, mede namens de heer Feenstra van de
CDA-fractie, de volgende motie in:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 12 april 1999;
behandelend het agendapunt BV Sport Leeuwarden - op
richtingsdocument
besluit
de clausule dat commissarissen niet afkomstig mogen
zijn uit de politiek bestuurlijke kring van Leeuwarden
te schrappen uit de concept-statuten van de BV Sport
Leeuwarden
De heer Van Mourik: Bij de behandeling op 7 september 1998
was de VVD-fractie niet onverdeeld positief over de plan
Blad 27
Verslag van de raadsvergadering van 12 april 1999
nen, er werden dan ook de nodige kanttekeningen geplaatst.
In de nu voor ons liggende documenten is echter op vele
punten duidelijkheid gegeven. De VVD-fractie heeft dan ook
waardering voor de manier waarop de eerdere besluitvorming
nu in concreto is uitgewerkt.
In het raadsvoorstel wordt bijvoorbeeld nadrukkelijk ge
steld dat sportboulevard Kalverdijkje buiten beschouwing is
gelaten. Dit is een verbetering ten opzichte van de vorige
stukken. Dit feit lag dan ook voornamelijk ten grondslag
aan onze huiver met betrekking tot de juridische vormgeving
en bevoegdhedenverdeling. Daarnaast wordt in de verordening
taaktoedeling het beheer en exploitatie van accommodaties
genoemd als te verrichten taak samen met sportstimulering
Er is sprake van een nauwe en overzichtelijke taakafbake
ning. Daarbij blijft het onroerend goed in handen van de
gemeente met de normale daarbij behorende besluitvormings
procedures, waarin wij als raad een positie hebben. Dit al
les komt de overzichtelijkheid voor ons als raad ten goede.
In het garantiebesluit, dat bij de raadsbrief hoort, wordt
ten slotte nadrukkelijk vermeld dat de garantstelling geldt
voor de financiering van investeringen voor roerende zaken
voor het jaar 1999. Dit zo zijnde kan gesteld worden, vol
gens de VVD-fractie, dat de taken en financiering goed zijn
afgeregeld en dat nieuwe besluiten opnieuw aan de raad moe
ten worden voorgelegd. In die zin zijn onze bedenkingen
voor een groot gedeelte weggenomen.
Wij vinden het positief dat het college voor een aantal
voorzieningen de mogelijkheid blijft houden om invloed uit
te oefenen op de gebruikerstarieven.
Het is ook een goede zaak dat er thans overeenstemming be
staat over het sociaal statuut.
Als oprichtingsdatum wordt 1 mei 1999 genoemd. Acht het
college deze datum nog steeds haalbaar?
Er verdwijnt met de oprichting van de BV Sport een stuk
zeggenschap bij de gemeente, maar dit was ook de bedoeling
van het op afstand zetten van de afdeling Sport en Recrea
tie. Aan de andere kant, heb ik gezegd, worden er redelijke
waarborgen gecreëerd dat de financiële zeggenschap en het
takenpakket van de BV inzichtelijk en onder controle blij
ven
Maar één punt is er dat volgens ons niet goed geregeld is,
dat is de terugkoppeling van de algemene vergadering van
aandeelhouders op het moment dat er een besluit moet worden
genomen over deelname in de rechtspersoon. Ik sluit mij wat
dat betreft aan bij de vraag die de heer Veldhuis zojuist
heeft gesteld. Kan het college aangeven op welke wijze zij
de commissie of raad daarbij wil betrekken?
Ten slotte moet er nog één punt aan de orde worden gesteld,