Blad 22 Verslag van de raadsvergadering van 17 mei 1999 eindelijke situatie zoals die er ligt, maar ik vind wel dat als hij dit voorstel nu doet, hij op z'n minst recht heeft om dat even nader bekeken te krijgen. Hij zal nog antwoord van ons krijgen op de vraag of wij er eerder aan gedacht hebben of zo ja waarom dat voorstel niet uiteindelijk heeft geleid tot een specifiek voorstel. Die toezegging wil ik hem doen. De heer Feddema heeft andermaal aandacht gevraagd voor de middengeleiders. Daar hebben wij ook in de commissie uitge breid over gesproken. Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 10 (bijlage nr. 52). De Voorzitter: Aan de orde is Projectvoorstel Bedrijventer rein in Noord-Nederland; case Leeuwarden en Startdocument Terminal Mevrouw Inberg: Op zich vinden wij het heel prettig dat wij tot die case kunnen behoren, alleen wij hebben steeds ge mist dat daarin het Zuiderzeetrajeet werd meegenomen en ook expliciet in die onderzoeksopdracht werd meegenomen. Ik heb uit informatie vanuit de dienst doorgekregen dat men nog aan het steggelen is over hoe die onderzoeksopdracht samen gesteld moet worden. Ik wil opnieuw onder de aandacht bren gen dat het binnen deze raad en in ieder geval binnen mijn fractie erg sterk leeft dat de Zuiderzeelijn steeds opnieuw ook door b. en w. naar voren wordt gebracht als een voor ons heel belangrijk punt, wanneer u aan het steggelen slaat De Voorzitter: Wij hebben de opmerking van mevrouw Inberg goed begrepen, dit is overigens voor het college ook een belangrijk punt. Wij hebben twee a drie maanden geleden ge protesteerd, daar is ook een werklijn met de provincie uit gekomen. Wij hebben al eerder toegezegd dat zodra die on derzoeksopdracht rond is wij de commissie erover zullen in formeren. Maar een koppeling met de ontwikkelingen Leeuwar den-zuid is iets minder voor de hand liggend. Natuurlijk zal je planologisch daar, als er iets gaat gebeuren, wel rekening mee moeten houden, maar het gaat natuurlijk voor heel Leeuwarden. Wij zullen melding maken van de onder zoeksopdracht en de planning die er aan gekoppeld is. Blad 23 Verslag van de raadsvergadering van 17 mei 1999 Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 11 tot en met 16 bijlage nrs59, 60, 61, 62, 63 en 64 Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 17 (bijlage nr. 68). De Voorzitter: Aan de orde is Awb bezwaarschrift in verband met de aanwijzing van gronden in de Bullepolder, waarop de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing is (vervolg) De heer Roekiman: In de afgelopen periode heeft de PAL/GroenLinks-fractie meerdere malen aangegeven tegen wo ningbouw te zijn in het gebied de Bullepolder. Voor de PAL/GroenLinks-fractie is dit dan ook de reden geweest te gen de aankoop van de gronden in de Bullepolder te zijn on der toepassing van de Wvg. De raad wordt thans gevraagd het bezwaarschrift over de aankoop van grond in de Bullepolder ongegrond te verklaren. In de raadsvergadering van 12 april jl. is een soortgelijk voorstel aan de orde geweest in de raad. De PAL/GroenLinks-fractie heeft toen al aangegeven dat het lastig is en formeel niet mogelijk is het werk van een onafhankelijke commissie over te nemen dan wel over te doen. Maar wij willen nogmaals kenbaar maken dat ons stand punt ter zake ongewijzigd is. De PAL/GroenLinks-fractie is tegen de aankoop van gronden in de Bullepolder, maar omdat het juridisch niet anders kan zullen wij het voorstel van het college volgen. De heer P. de Jong: Voor de geschiedschrijving verwijs ik naar de inbreng van de heer Roekiman, dat hebben wij de vo rige keer ook gedaan. De heer Boorsma: De heer Roekiman heeft gesproken, wij sluiten ons daarbij aan. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 12