Blad 30
Verslag van de raadsvergadering van 17 mei 1999
Dat is het idee er achter. Verder is het niet uitgewerkt en
als je het al zou willen, moet je het op hele kleine schaal
doen. Ik zou willen voorstellen om daar vanavond niks over
te besluiten. Wij willen intern nog eens kijken of je daar
toch een soort voorstel van zou kunnen maken, of je daar
met kinderopvang of met ouders over zou kunnen praten en
dan eventueel, als dat positief uitpakt, bij de raad terug
komt. Dat betekent dat u zich vanavond wat dat betreft nog
nergens op vastlegt.
Verder heeft de PvdA-fractie gezegd, en andere fracties
sluiten zich daarbij aan, dat zij het wel gewaardeerd zou
den hebben als er nu al een voorstel lag, ook in termen van
financiering voor uitbreiding van de kinderopvang. Dat is
denk ik een politieke wens. Wij hebben deels om pragmati
sche redenen gezegd dat wij ten eerste dit jaar ongeloof
lijk zwaar zitten in de uitvoering als het gaat om de bui
tenschoolse opvang, die 144 plaatsen moet nu heel hard aan
gewerkt worden. Ten tweede, willen wij toe naar uitbrei
ding, dat hebben wij ook aangegeven in het meerjarig ont
wikkelingsprogramma, maar willen wij ook even afwachten wat
het rijk gaat doen en willen wij het overleg met het be
drijfsleven voeren in hoeverre vanuit het bedrijfsleven wat
gedaan kan worden aan bedrijfsplaatsen
Die twee dingen willen wij eigenlijk combineren en dan met
een nieuw voorstel komen. Ik hoop dat het rijk op zeer kor
te termijn daar duidelijkheid over geeft, dan weten wij
meer
De heer Van der Brug is nogal uitgebreid ingegaan op de po
litieke wens of de noodzaak voor kinderen om kinderopvang
te hebben en of het al dan niet goed is voor kinderen. Ik
ga daar niet al te diep op in. Ik begrijp van hem dat hij
er eigenlijk voorstander van zou zijn dat zoveel mogelijk
kinderen door hun eigen moeder thuis worden opgevangen. Los
van dat iedereen zijn eigen mening daarover mag hebben,
denk ik dat wat hier aan de orde is per definitie altijd
een keus van de ouders blijft, dat ouders daar hun eigen
opvatting over hebben en dat er tegenwoordig heel wat ou
ders zijn die de taken binnenshuis en buitenshuis graag een
beetje zouden willen delen. Dat betekent dat er behoefte is
in dit soort gezinnen aan kinderopvang. Ik deel in ieder
geval niet de stelling dat dat voor kinderen slecht zou
zijn. Ouders kiezen zelf en naar mijn idee betekent kiezen
voor kinderopvang niet dat je daarmee de verantwoordelijk
heid voor de opvoeding van kinderen niet meer zelf zou dra
gen. Die conclusie zou veel te gemakkelijk zijn. De verant
woordelijkheid voor de opvoeding van kinderen blijft pri
mair altijd bij de ouders liggen.
De D66-fractie en ook de VVD-fractie zijn ingegaan op open
bare aanbesteding en particulier initiatief, in hoeverre
Blad 31
Verslag van de raadsvergadering van 17 mei 1999
maak je dat als gemeente mogelijk. Wij hebben niet gezegd
in de nota Kinderopvang dat dat niet zou mogen. Wat wij ge
zegd hebben is dat de uitbreiding van de buitenschoolse op
vang snel moet, willen wij dat redden, voor de tijd dat wij
dan in ieder geval de deskundigheid die er zit bij de SKL
optimaal benutten. Die hebben een plan enz. Wij wijzen het
particulier initiatief niet van de hand. Als er initiatie
ven komen, die zijn er in het verleden ook geweest, en ze
voldoen aan de kwaliteit, dan zijn er denk niet zoveel pro
blemen. Omdat hier over dat onderwerp verder niets meer aan
de orde komt, heb ik in de commissie gezegd dat wij in een
aparte notitie daar nog een keer op zullen ingaan. Dus dat
komt er aan en zeker als het gaat om de uitbreiding van de
gewone kinderopvang zullen wij die notitie daar ook bij be
trekken. (De heer P. de Jong: Komt de wethouder in diezelf
de notitie ook terug op het principe van de openbare aanbe
steding, want zij richt zich nu tot de heer Feddema van de
WD-fractiehet gaat om de uitbreiding eventueel met ande
re aanbiedersIk heb een opmerking gemaakt over de openba
re aanbesteding in zijn algemeenheid met een nieuw subsi
diecontract.) Ik wil daar best op ingaan, maar overigens
krijgen wij natuurlijk ook weer nieuwe contractbesprekin
gen. Maar de heer De Jong zegt in feite de mogelijkheid
open te houden om ook bij een ander aan te besteden dan bij
onze Stichting Kinderopvang. (De heer P. de Jong: Een open
bare aanbesteding kan inhouden dat je ergens anders terecht
zou komen. Maar ik zou mij kunnen voorstellen dat het col
lege zegt dat zij dat de komende periode nog niet doet om
dat wij nu nog in een opbouwfase zitten met buitenschoolse
opvang, dat zij het bijvoorbeeld over vier jaar pas wil
doen of over zes jaar. Ik had verwacht dat het college daar
in deze nota uitspraken over zou doen.) Laten wij afspreken
dat wij in die notitie ook op dit punt zullen ingaan en
daar een standpunt over zullen formuleren.
De D66-fractie heeft opgemerkt dat wat er nu over buiten
schoolse opvang staat wellicht onrecht doet aan een aantal
vrijwilligers die er heel veel tijd en energie in stoppen.
Dat is ongetwijfeld waar, dit wordt in de stad heel ver
schillend opgepakt en zeker ook voortreffelijk en met heel
veel inzet. Dat laat onverlet dat het fenomeen van tussen-
schoolse opvang continue een vrij moeizaam proces is, juist
omdat de hele verantwoordelijkheid bij ouders ligt en scho
len eigenlijk hun onderwijzend personeel daar niet voor
zouden moeten hoeven in te zetten. In de praktijk houden
behoorlijk wat onderwijskrachten zich daar toch noodgedwon
gen mee bezig. Dat betekent dat je over de kwaliteit ook
niet al te hoge eisen mag stellen en je je de vraag moet
stellen of die tussenschoolse opvang, die wel steeds be
langrijker wordt, ouders daar ook steeds meer op gaan reke
nen, je daar ook niet eens naar moet kijken. Dat is eigen-