Blad 1 Verslag van de raadsvergadering van 1" mei 1999 Zoals u weet zijn de onderhandelingen tussen het College van Arbeidszaken en de vakbonden vastgelopen. De werkgevers vinden de eisen van de bonden niet reëel. Het bod van de werkgevers daarentegen was en is voor ons als werknemers onacceptabel. Als u dan als werkgever, bij monde van de heer Bilker, te kennen geeft dat u niet snapt waarom de on derhandelingen zijn vastgelopen, bevreemdt ons dat. Vandaar dat wij hier vanavond graag willen uitleggen waarom wij ac tie voeren en waarom wij het bod van de werkgevers vol strekt onacceptabel vinden. Wij zijn van mening dat in deze tijd, waarin de economische groei groot is en de kosten van het levensonderhoud stij gen, een eis van 3,5% salarisverhoging gerechtvaardigd is. Wij praten over een verhoging die de inflatiecorrectie nog nauwelijks dekt. Daarnaast is een verhoging van de einde jaarsuitkering met 1% structureel geen luxe. In de markt sector komt een volwaardige dertiende maand steeds vaker voor en zover zijn wij nog lang niet. Daarnaast willen wij graag een goede regeling met betrekking tot het zorg- en calamiteitenverlof, iets wat u als werkgever niet vreemd in de oren moet klinken. Is het niet zo dat wij, hardwerkende ambtenaren, bij calamiteiten uwerzijds te allen tijde voor u klaar staan? Mag het dan omgekeerd ook zo zijn? Een ander heikel punt. Twee jaar geleden hebben werkgevers en werknemers duidelijke afspraken gemaakt met betrekking tot de regeling functioneel leeftijdsontslag en het senio renbeleid. Als wij toen hadden geweten dat u als werkgever binnen twee jaar opnieuw op deze regeling zou willen be knibbelen, hadden wij nooit 'ja' gezegd. Het functioneel leeftijdsontslag is niet voor de flauwe kul bedacht. Mensen die in aanmerking komen van deze regeling hebben daarvoor langere tijd onder zware omstandigheden moeten werken. De regeling van het seniorenbeleid was mede bedoeld om nieuwe instroom binnen de organisatie te krijgen, iets wat zowel voor de oudere werknemer als voor u als organisatie goed is, want door veranderende ontwikkelingen binnen de maat schappij is het goed dat de oudere medewerkers onder ons een stapje terug kunnen doen en dat de jongere medewerkers in kunnen stromen. Wij noemen dat werkgelegenheid. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat de positie van uit zend- en oproepkrachten verbeterd wordt. Wij kunnen ons voorstellen dat u als werkgever niet altijd gebonden wilt en kunt zijn aan een optimale formatiebezetting en dat u als werkgever dan een beroep doet op uitzend- en oproep krachten. Dat is over het algemeen een geaccepteerd feno meen. Maar draag dan ook zorg, als een goed werkgever, voor deze mensen, want zij zijn het die uw werk mogelijk maken. Ook wil ik graag een opmerking maken over de hoog oplopende werkdruk. Het gaat hier niet om symptoombestrijding, het nlad 5 Verslag var. de raadsvergadering van l"7 mei 1999 gaat hier om een structureel probleem. Het zal u niet ver bazen dat wij als werknemers van de gemeente Leeuwarden van mening zijn dat het ambitieniveau van deze raad zeer hoog is. Natuurlijk hebben wij als werkgever, werknemers en als burgers van deze gemeente er baat bij dat de stad Leeuwar den duidelijk op de kaart van Nederland staat. Maar laten wij wel realistisch blijven, er zijn grenzen aan het mense lijk vermogen. Het er steeds maar bij kunnen doen van extra werkzaamheden houdt een keer op en zeker in een krimpende organisatie als de onze. Als u als raad van mening bent dat er uitvoering aan uw plannen en ideeën gegeven moet worden, moet u zich realiseren dat daar een prijskaartje aan hangt. Meer werk betekent zo langzamerhand ook meer arbeidskrach ten. Het mag en kan niet zo zijn dat de wethouder roept dat net allemaal best meevalt, want als diezelfde wethouder niet op tijd wordt bediend, zijn de rapen gaar en hebben wij problemen. Wij vragen dan ook om als goed werkgever te handelen en overleg te plegen met het college van arbeidszaken over een goede CAO. Om onze eisen kracht bij te zetten wil ik de wethouder Per soneelszaken graag een petitie overhandigen waarin onze ei sen nogmaals duidelijk staan omschreven. Als werknemers van de gemeente Leeuwarden strijden wij voor een rechtvaardige CAO en zullen wij net zo lang actie voeren tot er een ac ceptabel voorstel uwerzijds op tafel ligt. Ik dank u wel voor de aandacht en ik reken op een positieve houding richting het College van Arbeidszaken. (De heer Stol biedt wethouder Bilker een petitie aan.) De heer Bilker (weth.): De onderhandelingen zijn begonnen in januari j1met opzet zo vroeg mogelijk omdat de nieuwe CAO 1 april 1999 voor twee jaar moest ingaan. Ik was heel gelukkig met de overeenstemming ten aanzien van de punten van het flankerend beleid. Er was overeenstemming bereikt omtrent het geïndexeerd bo dembedrag voor de eindejaarsuitkering. Er was een nieuwe seniorenregeling als aanvulling op het flexibel pensioen tot stand gekomen met een gedeeltelijke doorloop naar de pensioenopbouw. Er was ook een begin van een regeling vol gens het zogenaamde cafetariamodel, waarbij ambtenaren in dividueel kunnen kiezen uit een aantal arbeidsvoorwaarden. Het is een hele lange discussie geweest in het College van Arbeidszaken of wij dat uiteindelijk wel wilden. Uiteinde lijk wel en gelukkig ook in de onderhandelingen met de vak bonden. Er was een vereenvoudiging van de regelingen bij ziekte tot stand gekomen. Een geleidelijk herstel van ge lijke verdeling van de IZA-premie. Er was geen aantasting van de voorzieningen van het functioneel leeftijdsontslag. Uitzendkrachten is iets over gezegd, daar was ook overeen-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 3