Blad 20 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 werkgelegenheid en dat voor uitbreidingen en groei van de economische sector keihard geknokt moet worden. De daling van de werkloosheid van de laatste jaren stemt weliswaar tot tevredenheid, maar om het economisch fundament daadwerkelijk te versterken zal een gericht en gedurfd beleid moeten wor den gevoerd, waarbij ook voor de langere termijn prioritei ten moeten worden gesteld, waaraan vervolgens consequent uitvoering moet worden gegeven. Dan heeft je beleid kans van slagen en dan ben je ook een betrouwbare partner voor andere overheden, voor investeerders, maar ook en vooral voor je burgers De VVD-fractie is tevreden met de wijze waarop in het MOP aan deze doelstellingen vorm wordt gegeven en hoe er daar naast gepoogd wordt om de uitermate brede waaier aan geldend en te realiseren gemeentelijk beleid zodanig in doelen vast te leggen dat er ook een daadwerkelijke check kan worden ge pleegd op de geleverde prestaties. Het is duidelijk dat met het werken met een MOP ergens be gonnen moest worden. Er wordt als het ware in een rijdende trein gestapt, met als gevolg dat er een mix is ontstaan van vastgesteld beleid dat geëxtrapoleerd is naar een langere termijn en dat er her-en-der nieuwe beleidsambities opdui ken. Een proef met één of twee buurtscholen uit het Be- stuursprogramma wordt thans gepresenteerd als een vaststaand concept dat over enkele jaren in vier wijken zal zijn inge voerd. Het instrument van categoriale bijzondere bijstands verlening, waarover nog geen uitspraken zijn gedaan en waar van zeer recent is gebleken dat dit negatieve effecten op de armoedeval heeft, wordt als vaststaand gepresenteerd en zo zijn er meer voorbeelden in het MOP. In de memorie van antwoord wordt terecht opgemerkt dat de confrontatie met beschikbare middelen nog niet heeft plaats gevonden en dat het deels om bestaand beleid gaat. Er wordt echter niet ingegaan op de vraag hoe absoluut de nieuwe be leidsvoornemens zijn. Wil je het instrument MOP serieus ne men dan kunnen dergelijke doelen niet als vrijblijvend wor den geïnterpreteerd. Aan de andere kant is er het risico dat latere commissiebehandeling en raadsbehandeling in wezen overbodig wordt door nu deze doelen zo absoluut vast te stellen. Dat is een dilemma. De VVD-fractie vraagt het college om de komende tijd verder te onderbouwen hoe een verdere uitbouw en verdieping van het MOP zich zou kunnen verhouden tot het raadswerk zoals wij dat nu kennen. Naast de wijze waarop nieuw beleid in een voortschrijdend MOP kan worden ingepast - en welk karakter en werkingskracht de inhoud van het MOP dan heeft - is het wellicht mogelijk om ook een slag te maken in het normale commissiewerk. Als iets is vastgesteld als operationeel Blad 21 Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999 doel, moet er dan nog een uitgebreide commissie- en raads behandeling volgen? De VVD-fractie is er voorstander van om hier de komende tijd afspraken over te maken, omdat anders het risico bestaat dat er dubbelop wordt gewerkt met de nodige onduidelijkheden. Wij gaan verder akkoord met vaststelling van het MOP, met dien verstande dat wij deze eerste versie als een goed be gin, maar toch ook als een proef zien. Een verdere integra tie van het MOP met de Perspectiefnota en het Investerings programma, waarbij per pijler operationele doelen, beleids- uitzettingen op korte termijn en meerjarige investeringen achter elkaar worden gezet, willen wij tenslotte aanbevelen bij het college. In de Commissie Bestuur en Middelen is dit ook door ons genoemd. Het zou een inhoudelijke verbetering kunnen betekenen en daarnaast de verschillende commissiebe handelingen kunnen verbeteren. Ik kom dan op het financièle perspectief. Ten opzichte van de cijfers van vorig jaar heeft er zich een aanzienlijke verslechtering voorgedaan. Wij zijn correct en tijdig geïn formeerd door de wethouder Financiën over de verslechtering, waarvan het niet correct ramen van de consequenties van de dalende aantallen bijstandsgerechtigden, de belangrijkste oorzaak vormde. Juist over dit aspect heeft de VVD-fractie vragen gesteld bij de behandeling van Perspectief 1999 en wij hebben die vragen herhaald bij de behandeling van de be groting 1999 en de nota taakstellend activeringsbeleid. Dit ondanks de sussende geluiden die de toenmalige portefeuille houder Financiën bij de behandeling van Perspectief '99 liet horen - en ik citeer dan even - "wij geloven wel dat wij enig risico lopen, maar het is niet zodanig groot dat hier voor een voorziening getroffen zou moeten worden." Dit bleek toch anders te liggen. De totale tegenvaller bedraagt zo'n f 5 miljoen structureel en betekent daarmee een zeer grote reductie van het vrije gemeentelijke investeringsver mogen Deze tegenvaller moet echter wel in net juiste licht worden bezien. Er is geen sprake van uitgaven die uit de hand zijn gelopen of van projecten waarvan de uitvoeringskosten niet goed zijn geraamd. Nee, we hadden geld ingeboekt waarvan la ter is gebleken dat we het niet krijgen. En dat is jammer, maar het is niet anders. De situatie die is ontstaan houdt wel in dat er een redelijk vertrouwd beeld ontstaat: ombuigingen in het lopende begro tingsjaar, geen versnelde afschrijvingen, zoals in het Be- stuursprogramma is genoemd, maar een lagere afboeking van activa, een rekeningsresultaat 1998 dat nu al wordt mee ge raamd en een begroting voor het komende jaar, die alleen met ombuigingen krap aan sluitend kan worden gemaakt. Dat is echter één manier om er tegenaan te kijken. De andere kant van het verhaal is dat het college er toch in geslaagd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1999 | | pagina 11