Blad 64
Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Dit is motie nr. 23.)
Nu gebiedt de eenmansfractie solidariteit mij iets naar vo
ren te brengen namens fractie De Haan:
Het is fractie De Haan niet duidelijk wat de te verwachten
resultaten zijn van ombuigingsvoorstel 02. Zij heeft hier
over een aantal vragen.
Wat zijn de werkelijke kosten voor het maken en behouden
van de knipselkrant, hoeveel mensen maken gebruik van de
knipselkrant? De door de opstellers gegeven motivering
vindt zij onvoldoende om dit voorstel te accepteren. Zij
pleit er voor de knipselkrant te behouden en vraagt de raad
ditzelfde advies te geven.
Inzake ombuigingsvoorstel 07, dienst Welzijn.
In het licht bezien van de onlangs uitgebrachte nota Armoe
deval en de vaststelling van de raad dat er meer aan
schuldhulpverlening gedaan moet worden voor een breder pu
bliek, acht fractie De Haan het niet opportuun dit, in fei
te een bezuiniging, aan te nemen. Zij vindt dit haaks staan
op het door de gemeente te voeren schuldhulpverleningsbe-
leid. Fractie De Haan vraagt de raad dan ook om dit voor
stel niet te steunen en tevens meer financiële middelen
vrij te maken ten behoeve van schuldhulpverlening.
De Voorzitter: Ik stel voor om nu te pauzeren en dan om
kwart voor zeven weer te beginnen, want net zal een helse
onderneming worden om het vanavond niet al te laten te la
ten worden.
De Voorzitter schorst om 17.15 uur de vergadering.
De Voorzitter heropent om 18.55 uur de vergadering.
Mevrouw De Haan (weth.): Ik wou beginnen met de constate
ring, alle fracties zo gehoord hebbend, dat de nieuwe kant
van de Perspectiefnota, het hele verhaal rondom het Meerja
rig Ontwikkelingsprogramma, Meerjarig Investeringsprogramma
en het fonds, de raad daar in algemene termen positief op
gereageerd heeft. In die zin dat eigenlijk iedereen van me
ning is dat wij daarmee een instrument aan het ontwikkelen
zijn waarbij de samenhang van beleid maar ook de afwegings
ruimte voor de raad, versterkt worden. Tegelijkertijd wordt
geconstateerd dat het in een aantal opzichten nog niet he
lemaal klaar en perfect is. Ik denk dat de meeste fracties
Blad 65
Verslag van de raadsvergadering van 31 mei 1999
dat geconstateerd hebben en dat wij als college het daar
ook mee eens zijn.
Nog niet volledig, nog niet in alle opzichten consequent
wellicht. Dat is een constatering die wij als college ook
delen. Het is een instrument dat moet groeien, wat nog ver
der uit ontwikkeld en wat nog verder uit gebouwd zal moeten
worden
Dan een aantal concrete opmerkingen.
De CDA-fractie heeft gezegd, eigenlijk zou het heel mooi
zijn als we bij Perspectief tegelijkertijd ook het reke
ningsresultaat, niet alleen het resultaat in termen van
cijfers, maar vooral inhoudelijk het rekeningsresultaat,
konden bespreken. Ik geloof dat de VVD-fractie dat ook op
gemerkt heeft. Wij zijn het daar inhoudelijk mee eens. Dat
zou heel mooi zijn, zij het dat we op dit moment dit niet
redden en wellicht nog wel enige tijd nodig hebben om het
zover te krijgen.
Er is ook gevraagd naar de vertraging van de rekening nu.
We hebben de afgelopen jaren met het voortbrengen van de
rekening achterstand ingehaald. We waren goed bezig. Dit
jaar is er enige vertraging, dat heeft voornamelijk te ma
ken met het feit dat we dit jaar voor het eerst de product
begroting hebben en moeten nu het rekeningsresultaat ook
van de productbegroting maken, dat levert extra problemen
op. Het levert vooral een aantal vragen op, waar we mee be
zig zijn. Die vragen zijn weer positief, want daarmee ga je
ook wat de diepte in, hoe zit het nou precies, waar wordt
het geld aan uitgegeven. Dat levert ook weer inzichtelijk
heid voor de raad straks op. Dat betekent vertraging. Wij
blijven met de CDA-fractie en de andere fracties streven
naar een moment waarop we bij Perspectief de rekening heb
ben
Dan heeft de CDA-fractie gezegd, als je kijkt naar het
Meerjarenontwikkelingsprogramma, dan zitten daar doelstel
lingen in die verder gaan dan het BestuursprogrammaDat is
waar. Het enige antwoord wat ik daarop heb, is dat ons
Meerjarenontwikkelingsprogramma over een grotere periode
gaat dan alleen de periode waarin dit college zit. In de
tweede plaats zou je kunnen zeggen dat het Meerjarenontwik
kelingsprogramma uitgaat van niet alleen middelen die wij
op de gemeentebegroting hebben, maar ook middelen die we
willen genereren van provincie en rijk. Dat geeft ook wat
meer mogelijkheden dan alleen dat wat we in het Collegepro
gramma hebben vastgesteld. Dus het Meerjarenontwikkelings
programma geeft een ambitie weer, die in een aantal opzich
ten wat verder gaat dan het Collegeprogramma. Als u zegt:
de ambitie zit hier en daar te hoog op een aantal punten,
dan denk ik dat het goed is dat u dat ook meldt. Want dat
betekent dat we aan het verkeerde onderwerp zouden trekken.